GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Nog iets over de zaak van den predikant Caesar.

Dat deze zaak in Duitschland heel wat opzien aart, is te denken. Met spanning ziet men uit naar hetgeen de opperkerkeraad, waarop Caesar zich beroepen heeft, doen zal. Als wij in aanmerking nemen dat bijna slag op slag de vacante leerstoelen voor Hoogleeraren in de Godgeleerdheid door modernen bezet worden, en als men weet dat deze benoemingen door den minister van eeredienst gedaan werden en dat de regeering of liever de opperste bisschop van de Landskerk, de Koning van Pruissen, onder medeonderteekening van den minister voor kerkelijke aangelegenheden, de leden van den Opperkerkeraad benoemt, — dan is het te vreezen dat dit lichaam niet de zijde van de positieven kiezen zal; al heeft in een vorige zaak de Opperkerkeraad een beslissing in rechtzinnigen geest genomen. Waarom meenen wij dit? Wijl bij het voorgaande geval van den beroepen predikant van de gemeente Remscheidt, die naar het predikambt in de Evangelische landskerk dong, deze veel beslister in zijn moderne overtuiging stond dan de predikant Caesar, dien men een gematigd modern man noe men kan.

Nu zijn de akte-stukken van „het geval César" in het licht gekomen en als deze door den Oberkirchenrat gelezen worden, zal de beslissing moeilijk vallen. Niet dat wij meenen dat de predikant César zoo dicht bij het geloovig deel van de Kerk staat, maar hij heeft den bal die hem door het consistorium van Westfalen werd toegeworpen, handig weten terug te kaatsen, en wie weet welk een uitwerking dit op den Opperkerkeraad hebben zal.

Het is algemeen bekend dat men in Duitschland behoudens enkele uitzonderingen de leer belijdt, dat een predikant in zijn onderzoek naar en in zijn uitlegging van de Heilige Schrift geheel vrij moet zijn; waaronder de moderne verstaat, dat men elke meening omtrent de Heilige Schrift mag koesteren en dat men die Heilige Schrift op alle manieren mag verstaan, en dat men toch daarbij predikant in de Evangelische landskerk blijven kan. De positiever! of orthodoxen beweren, dat, als men te ver gaat afwijken, zoodat men de hoofdzaken gaat loochenen waarop de Kerk des Heeren rust, men óf zelf moet heengaan öf door het bevoegd kerkbestuur moet worden uitgeworpen.

Toen Cesar voor het Consistorium stond, dat Qordeelen moest of zijn beroep naar de gemeente van Dortmund al dan niet te approbeeren was, beriep hij zich op de inleiding van de formula concordiae, volgens welke de symbolen geen rechters, maar alleen getuigenis en verklaring van het geloof zijn. Dit is de ethitische opvatting van de symbolische geschriften der Kerk; men houdt ook tenonzent de drie Formulieren van eenigheid voor schoone monumenten van het geloof der vaderen; men mag aan de gedenkstukken niets veranderen; dat zou jammer zijn, evenals het verkeerd is wanneer een modern schilder iets in de stukken van Rembrandt zou gaan overschilderen. Maar men acht zich niet aan die formulieren gebonden als accoord voor kerkelijke gemeenschap.

Uit het colloquium dat Cesar met genoemd kerkbestuur had, liet deze dan ook duidelijk uitkomen dat hij tegenover de Heilige Schrift en de belijdenis der Kerk op hetzelfde standpunt staat als verreweg de meeste predikanten, die in den reuk van rechtzinnigheid staan.

„Ik wees er op dat ook de bekendste vertegenwoordigers der zoogenaamde orthodoxie zich niet zonder voorbehoud aan de Heilige Schrift en aan de belijdenis hielden. Dit werd wel bestreden; maar toch gaf de generaalsuperintendent Zöllner toe, dat de apostelen zich omtrent het tijdstip van de wederkomst des Heeren vergist hebben, en verwierp hij ook zelf de Anselmiaansche leer van het plaatsvervangend lijden van Christus."

Het spreekt vanzelf dat een generaal-superintendent, als hij erkent persoonlijk een leer te verwerpen die zeker nret tot de nevenzaken van de Christelijke, belijdenis te rekenen is, zwak staat tegenover een modern predikant.

Dat Cesar alle mogelijke moeite gedaan heeft om tegenover den Oberkirchenrat te laten uitkomen, dat hij zoover niet van de belijdenis der Kerk staat, is te begrijpen. Wellicht werkt dit er toe mede om zijn bezoek te doen approbeeren.

Wij zouden dit betreuren, maar als men in aanmerking neemt, wie er in den loatsten tijd tot professoren in de Godgeleerdheid benoemd worden, dan zou het ons niet verwonderen dat de heer Cesar nog predikant van Dortmundt wordt.

Frankrijk. Doorzetting van de inventarisatie der Kerken.

Het inventariseeren der Roomsche Kerken, dat men een tijdlang gestaakt had, wijl in sommige streken van Frankrijk zulk een krachtig feitelijk verzet daartegen plaats had, zal nu weer worden voortgezet.

De regeering is door de uitspraak der jongste stembus zeer aangemoedigd in haar streven om de Roomsche kerk zooveel mogelijk te fnuiken. Van daar dat een hooggeplaatst ambtenaar onlangs kon verklaren, dat van 68.000 inventarisaties reeds 63.000 geschied waren en dat de overige 5000 spoedig zouden gedaan worden, zonder dat er gevaar dreigde dat er rustverstoringen zouden plaats hebben. De paus heeft eindelijk zijn woord laten hooren over de houding, die de Roomschgezinden in Frankrijk hebben aan te nemen in zake de nieuwe verhoudingen, die geschapen zijn door de wet op scheiding van Kerk en Staat. De Fransche bisschoppen moeten nu nog samen beraadslagen over de te volgen gedragslijn. Laat ons hopen dat hunne besluiten de zaak van de religie in Frankrijk zullen bevorderijk zijn.

Gevolgen van de wet scheiding van kerk en staat. op

De uitwerking van de scheiding van kerk en staat is hier en daar al te zien, Zoo moet te Suresnes, een voorstad van Parijs, een Roomsche kerk wegens gebrek aan fmdsen voor restauratie, afgebroken worden.

In Algerië, de groote Fransche kolonie, waar de wet, met het oog op de Mahomedanen, nog niet is uitgevoerd, staan de Evangelische gemeenten, waaronder een Luthersche, er slecht voor. De nüddelen schijnen niet te kunnen gevonden worden om ze te laten voortbestaan.

In Montbeillard, waar vele Luthersche kerken gevonden worden, heeft de algemeene jaar' collecte, die gehouden is om datgene te vergoeden wat tot hiertoe door den staat als bij* drage voor den eeredienst gegeven werd, en 140.000 frcs moest opbrengen, slechts i)i, ooo frcs, opgeleverd; dus bijna een derde te weinig.

Daarom moesten twee gemeenten gecombineerd worden.

In Parijs en bijna overal, waar geen speciale inrichtingen of vereenigingcn voor armenzorg bestonden, heeft men zulke instellingen in het leven moeten roepen, om te verhinderen dat de kerkelijke gelden en goederen, die tot hiertoe voor de aimen gebruikt werden, niet aan staatsinrichtingen voor weldadigheid vervielen.

Men beweert dat de paus zich bij zijn verbod om cultus vereenigingen op te richten vooral heeft laten leiden door de vrees, dat degeeste lijkheid, die van het Uitramontanisme heet afkeerig te zijn, door de hulp der leeken meer vrijheid en zelfstandigheid voor de Fransche Roomsche kerk zou gaan begeeren. Wij houden hét er voor dat dit een verzinsel is. Wanneer de paus in deze toegegeven had, zou hij volgens ons een daad hebben verricht, die het karakter van de kerk van Christus geheel verloochent.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 september 1906

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 september 1906

De Heraut | 2 Pagina's