GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Dagen van gedachtenis.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dagen van gedachtenis.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een eigenaardig kenmerk van onze eeuw is de behoefte om te herdenken.

In vroeger tijd hoorde men daar niet zoo van.

Het feit dat Calvijn te Geneve vijf-entwintig jaar predikant of hoogleeraar was, ging men ongemerkt voorbij. Misschien was de tijd toen te ernstig en de spanning der ziel te sterk, om aan zulk een jubileum te denken.

En gelijk het was in het leven der personen, zoo was het ook in het leven der volkeren. De groote feiten uit de historie van onze worsteling met Spanje zijn evenmin als de reformatie der kerk en de Synode van Dordt in de 17e eeuw opzettelijk herdacht geworden. Ook het tweede eeuwfeest zag ons volk nog niet in feestelijke stemming. Eerst de vorige eeuw heeft de gewoonte in zwang gebracht om de machtige feiten uit 's lands historie dankbaar te gedenken. En sinds hield de stroom niet op. O.1S Rembrandtfeest ligt vlak achter QIIS. Bilderdijk's gedachtenis is pas gevierd. Reeds maakt men zich gereed voor een nationaal feest ter eere van De Ruyter. En indien het zoo doorgaat, zullen we geen jaar zonder herdenkingsfeest zijn.

Ook in het persoonlijk leven doet dezelfde behoefte zich steeds sterker gelden. Naast koperen, zilveren en gouden bruiloft viert men de 30-en 40 jarige herdenking van zijn huwelijk en worden zelfs deze getallen nog weer onderverdeeld. Geen krant neemt ge op, of ge leest, dat die hoogleeraar en deze predikant zijn ambtelijk jubileum heeft herdacht. En niet alleen bij hooge ambten en bijzondere persoonlijkheden doet deze behoefte zich gevoelen, — zelfs klerken op een kantoor, knechten op een winkel, dienstboden in een gezin worden bij hun vijf-en-twintig jarige dienstvervulling geëerd.

Al mag onder dit alles een tikje menschelijke ijdelheid doorloopen, en al zullen we geenszins ontkennen, dat deze huldigingen en eerebetooningen soms op het kanije af tot menschenvergoding leiden kunnen, toch uit in die behoefte zelf om te herdenken zich een echt menschelijke en dies goede trek van het hart. Het is een groot volk, sprak Duitschland's keizer bij de Ruyter's graf, dat zijn groote mannen eert. En al zal dat eeren niet alleen in luidruchtig feestbetoon moeten bestaan, toch is het goed, dat op gezette dagen door heel een volk dankbaar herdacht wordt wat zijn groote mannen voor hem hebben gedaan. "De beteekenis dier helden op het gebied des geestes wordt daardoor te beter verstaan en de gelegenheid geboden om nog dieper in hun arbeid en denken door te dringen, En wanneer die hulde maar niet bij het kunsttalent, het wetenschappelijk genie, de heldhaftigheid staan blijft, maar in dat alles een gave eert van den Vader der lichten, wordt daarmede zeker niet aan de eere Gods te kort gedaan.

Eenigszins moeilijker staat de vraag natuurlijk, wanneer die hulde niet groote mannen uit het verleden geldt, maar nog levende personen. Niet alleen, omdat het .oordeel van tijdgenooten lang niet altijd met het oordeel der historie overeenkomt, maar ook omdat het ontsteken van te veel wierook voor ons menschclijk hart altijd gevaar oplevert. We zouden dan ook niet gaarne beweren, dat hier de juiste maat altijd bewaard blijft, en gelooven dat evenals ons geslacht wel ietwat den draak steekt met de hooggestemde lofgedichten van een vroeger geslacht op sinds gansch vergeten persoonlijkheden, zoo ook onze nakomelingen een glimlach wel nauwelijks zullen kunnen onderdrukken bij het lezen van wat thans op menig jubileum wordt gezegd.

Maar ai zal eenige zelfbeperking hier geen overbodige weelde zijn, toch mag te streng rigorisme niet elk zoodanig huldebetoon als ongeoorloofd afsnijden. Ons volk lijdt niet aan overwaardeering van wat zijn voorgangers voor hem doen. Onze ietwat strakke en weinig expansieve volksaard maakt, dat men zelden over de lippen komen laten wat schuilt in het hart. Eer loopen we gevaar van wat spoedig met onze critiek gereed te staan. En waar voor degenen, die o geheel belangeloos hun beste krachten aan m wetenschap, staat, of kerk wijden, sympathie' i en waardeering zulk een machtige steun zou kunnen zijn, kan men niet zeggen, dat onze voorgangers in dit opzicht verwend worden.

Dat daarom op een hoogtijfeest in hun leven een warmer toon uit het hart wordt beluisterd, in gave en woord de waardeering zich uit, valt niet af te keuren maar te prijzen, mits het Soli Deo Gloria daarbij niet vergeten worde.

Ook de Heraut brengt daarom gaarne haar hulde aan twee mannen uit onzen kring, die zulkeen herdenkingsfeest mochten vieren.

Prof. L. Lindeboom herdacht het feit', dat hij voor veertig jaar in het ambt als Dienaar des Woords werd bevestigd. Al kunnen we zijn opvatting, dat hij dit ambt onafgebroken heeft bediend, ook nadat hij hoogleeraar werd aan de Theologische School, niet deelen, toch belet ons dit niet, hem met deze herdenking geluk te wenschen. In menig opzicht volgt Prof. Lindeboom andere wegen dan de Heraut, maar al willen we dit verschil geen oogenblik verbloemen, we eeren in hem de oprechtheid, waarmee hij steeds voor zijn beginselen uitkwam; we twijfelden nooit aan zijn goede trouw; hij is en blijft altijd een man uit één stuk, die voor geen enkele consequentie terugdeinst en die van schipperen en modderen een afkeer heeft. Aan zijn uitnemende verdiensten op philanthropisch gebied brengt heel Nederland hulde. Wat hij als Dienaar des Woords in de Zaanstreek deed, is daar nog steeds in gezegende herdenking. En bovenal, bij verschil in bijzaken blijven we met Prof. Lindeboom ons één voelen in die heerlijke geloofsbelijdenis, die door onze vaderen ons is overgeleverd en voor wier handhaving ook hij menigmaal een kloek strijder is geweest.

Niet minder bieden we die hulde aan Prof. Woltjer, die in de afgeloopen week herdacht, dat hij vijf-en-twintig jaar geleden zijn ambt als hoogleeraar aan de Vrije Universiteit aanvaardde. Hoe gelukkig die keu? .e was, door H.H. Directeuren gedaan, behoeft thans niet meer gezegd te worden. Onze Staats-universiteiten benijden ons om strijd dezen philoloog, wiens wetenschappelijke verdiensten verre buiten ons land worden gewaardeerd. Dat hij jarenlang schier alleen heel den last eener faculteit droeg en daarin toch op elk terrein zoo uitnemend veel presteerde, mag zeker wel een unicum in de geschiedenis der Hoogescholen heeten. Maar wat ons volk niet minder in hem waardeert, dat is de onwankelbare trouw, waarmede hij aan deze stichting verbonden bleef. Bij alle beproevingen, die-de Vrije Universiteit te verduren had, bleef hij zijn beste krachten aan haar schenken. En toch sloot hij zich nooit in de studeercel op. Wat hij voor het Gereformeerd Gymnasium te Amsterdam en voor heel het Christelijk onderwijs deed, legt wel het beste getuigenis af, hoe breed zï]n werkkring door hem werd opgevat. Dat zijn leerlingen en oud-leerlingen op 20 October saamkwamen om hem in een kostbaar geschenk de liefde van het hart te vertolken, was dan ook geen wonder. Van harte vereenigen we ons met den wenfch, toen uitgesproken, dat Prof. Woltjer nog lang voor onze Hoogeschool gespaard moge blijven en dat, nu de herfsttijd van zijn leven intrad, die herfst niet het minst rijk aan schoone vruchten moge zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 oktober 1906

De Heraut | 4 Pagina's

Dagen van gedachtenis.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 oktober 1906

De Heraut | 4 Pagina's