GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De witte das

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De witte das

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, ii Jan, 1907.

I.

De witte das, waarmee ten onzent het liberalisme zich siert, doet m den laatsten tijd weer duchtig opgeld, O, als de heeren zoo knusjes onder elkaar aan hun bittertafel zitten en zoo fijntjes den spot drijven met het „vroom gek wezel der smalle gemeente", dan is er zelfs met een vergrootglas van die witte das nauwelijks meer dan een speldeknop te ontdekken. Maar zoodra de politiek er belang bij heeft en de heeren in 't publiek oreeren, dijt diezelfde witte das zoo breed uit, steekt ze haar strikken met bevalligen zwier naar beide zijden omhoog en dalen haar slippen zoo laag af, dat ze haast aan een domineesbef u denken doen.

Vandaar de diepe verontwaardiging der liberale pers ten onzent, toen Frankrijk's minister er prat op ging, dat de vrijzinnigheid „de lichten aan den hemel had uitgedoofd". Ze kunnen er zich wel stillekens in verkneuteren, wanneer Combes en Oémenceau zulke geniepige kneepjes geven aan de Roomsche Kerk; ons, geuzen, zit immers de papenhaat van ouds in 't bloed. Maar om zoo in het publiek te komen verklaren, dat alle hooger licht is uitgeblucht, is onvoorzichtig en dom. Dan leverde onze groot-makelaar in verkiezingsleuzen en kabinetten beter blijk van staatsmankunst, toen hij nog onlangs te Amsterdam met een trillende stem sprak van de liefde, de hoogachting en de waardeering, die 't liberalisme ten onzent den godsdienst toedraagt. Wel te verstaan den godsdienst binnenshuis. Want op politiek gebied blijft diezelfde godsdienst nog altijd, evengoed als in Frankrijk, contrabande.

Ook het Handelsblad kan bij tijden zoo vroom doen. Met wat heiligen ijver trad het in de dagen van de Doleantie niet voor de vaderlandsche kerk in 't krijt. Hoe stichtelyk en zalvend zijn soms de Van dag tot dag-meditaties, met een sausje mystieke gemoedelijkheid overgoten. En hoe warm nam zijn redacteur het nu weer op voor die door de booze Standaard zoo v/reed gesmade Protestanten in Frankrijk, en bleek hij met onze moderne en orthodoxe domine's in zoo uitstekende connectie te staan. Ja, in de Kroniek mag een lastige confrater in treffend geslaagde parodie de Van dagtot-dag-schrijver om zijn bombast en holle rhetorica telkens in 't ootja nemen, de heer Boissevain trekt zich van die ondeugende plagerij niets aan. Hij weet wel, dat men in de deftige liberale kringen het zoo wel wil. En de treffende liefde voor de Vaderlandsche Kerk, die nooit sterker dan juist in de verkiezingsdagen blijkt, deed immers reeds zoo vaak dienst als blinkerd achter het liberale scheepje, wanneer men op vangst van onnoozele kiezers uit was.

Zulk een vroomheid werkt aanstekelijk, en zelfs onze openbare onderwijzers zingen mee in het koor. In de Bode, speciaal orgaan der openbare onderwijzers, werd onlangs de openbare school aangeprezen, natuurlijk omdat ze „verdraagzaamheid" kweekt — wat die verdraagzaamheid beteekent, ziet ge in Frankrijk — maar ook omdat ze den godsdienst eer bevordert dan afbreuk doet, De kinderea, die in hun jeugd de openbare school bezochten, bleken op lateren leeftijd — zoo lokfluit de Bode — „dikwijls kerkser, rechtzinniger dan hun ouders" te zijn. De Tijd, die het heele citaat meedeelt, zet er boven: Naïef en — nog wat. Ja, nog mail

Men late daarom door al dit vroom gepraat zich niet misleiden. Als Goeman Borgesius zoo aandoenlijk spreekt van de liefde der liberalen voor den godsdienst; het Handelsblad voor de Vaderlandsche Kerk in 't vuur gaat, en de openbare onderwijzers roemen in de „kerkschheid en rechtzinnigheid van hun leerlingen", dan weet ge dat de vos de passie preekt.

En wie niet al te onnoozel is, schuift dan een dubbelen grendel voor zijn hoen derhok.

In den strijd, die met'dubbele heftigheid in de Hervormde Kerk zal uitbreken, zoodra de reorganisatie wordt doorgevoerd, hangt de beslissing over de suprematie noch aan de modernen, noch aan de confessio neelen, maar aan de ethischen.

Niet dat de ethische richting onder het volk zoo sterk is. Daarvoor is het ethische beginsel te vaag, te zwevend, te weinig scherp belijnd. Maar wel heeft de ethische richting in de predikanten-wereld de overhand, dank zij de opleiding aan de Staatsuniversiteiten. Aan al onze Staatshoogescholen is er slechts éen, zegge éen gereformeerd hoogleeraar in de theologie. En deze eenling is niet door de Kerk aangesteld, maar door het Ministerie Kuyper. De rest is ethisch, groninger of modern. En aangezien te Utrecht, dat de meeste theologen trekt, de geest overheerschend ethisch is, vaart het grootste aantal studenten mee in dit zog.

Hing de beslissing aan het volk, danjZouden ethischen behalve in de steden zoo goed als niets te beteekenen hebben. Maar waar de beslissing vallen zal in de classicale ver­gaderingen, geven de ethische predikanten den doorslag. Zij staan midden op de wipplank. Naarmate zij óf rechts óf links zich voegen, gaat de plank omlaag.

Zoowel de confessioneelen als de Modernen voelen dit, en vandaar de wedloop, die tusschen beiden plaats vindt om der ethischen gunst te winnen. De confesstoneele groep koos daarom in het reorganisatie-comité mannen van beslist ethischen stempel; ze legt in pers en tijdschrift-artikel er nadruk op, dat ook bij Calvijn het „ethische element" zulk een voorname rol speelt; ja, ze oordeelt dat in de ethische theologie zooveel goeds zit, waarmee de Gereformeerde theologie winste kan doen. En de ethischen zouden al zeer onnoozel moeten wezen, wanneer ze achter die vriendelijkheidjes den lijmstok niet voelden.

Maar ook de modernen beginnen visitekaartjes bij de ethische kringen te pousseeren. In de Hervorming wordt reeds openlijk op een bondgenootschap met ethischen en groningers aangedrongen, teneinde leertucht en confessiedwang te keeren. Het verschil tusschen ethisch en modern heet in den grond toch zoo bitter klein, een verschil van meer of minder, maar dat in het niet verdwijnt bij de tegenstelling met de streng-Gereformeerde gfoep, die nog aan de Schrift en de Confessie vasthoudt.

Zoo blijkt dat ook hier de worsteling om de macht de verhoudingen^ vervalscht. In plaats dat iedere groep haar eigen banier met frissche kleur ontrolt en kracht zoekt in handhaving van eigen beginsel, wordt water in de melk gedaan en „geliebaugeld" met de middenpartij, om haar gunst te winnen.

Zoo zal de ethische richting met den buit strijken gaan.

Want hetzij dat ze bij de confessioneelen, hetzij dat ze bij de modernen zich aansluit, ze zal voor die hulp betaald willen worden. Betaald niet in vriendelijke woorden alleen, maar ook in daden.

Daasin schuilt het gevaar.

Een eerlijke worsteling, waarbij men zijn leven op 't spsl zet, verheft en adelt. Maar een overwinning behaald door hulp van een bondgenoot, die straks, als loon voor die hulp, het offer van uw overtuiging u vraagt, is erger dan een nederlaag.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 januari 1907

De Heraut | 4 Pagina's

De witte das

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 januari 1907

De Heraut | 4 Pagina's