GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland, Een brief van een ouderling.

Een ouderling met name Carl Kempe, te Neurenberg, schreef in de Reformirte Kirchenzeiiung een „kleinen leekenbrief, " waarin hij betoogt, dat in Duhschland kerkedienst en zendingsarbeid twee onderscheidene dingen zijn. In China en Japan is zoowel de Protestantsche als de Roomsche zending er op uit, om het leekenelement te laten medewerken, zoowei tot verbreiding der beschaving, als voor de uitbreiding van het Christendom. In Japaii houden aanzienlijke mannen die tot het Christendom overgingen, bedestonden, die vooral door Amerikaansche zendelingen bevorderd worden. De blanke theoloog houdt zich met opzet ver van deze samenkomsten; hij vormt voornamelijk medearbeiders voor het werk uit het volk, dat hij bearbeiden wil. En deze krachten uit de inboorlingen zijn het clement, het versche zuurdeeg, waarmede het nieuwe brood gebakken wordt. Als wij met zendelingen in Azië spreken, dan hooren wij met verwondering, hoe voortreffelijk dit werkt, hoe elke kerk zich van dezelfde middelen bedient, om een goed doel te bereiken: omzichtige, altijd door werkende arbeid van leeken in den dienst van het Christendom, een arbeid die het Christendom onder Japanners en Chineezen veel sneller verbreidt, dan de bekwaamste zendeling van blanken oorsprong het vermag. Hoe ziet het er bij ons in het evangelische Duitschland uit? Onze gestudeerde heeren predikanten hebben de hulp van leeken niet noodig. De staatskribbe brengt het als van zelf mede, dat het verkeer met de gemeente slechts nog ideëel gedacht en uitgeoefend wordt. Daar de predikant, wat zijn stoffelijke belangen aangaat, van de gemeente werd losgemaakt, zoo volgde daaruit, dat hij van de stoffelijke betrekkingen tot de gemeente ook werd ontslagen, en daardoor werd hij in typische beairbtenduisternis gehuld. Als wij tegenwoordig hooren van een evangelisch predikant, die zich frisch, vroom, vroolijk en vrij midden in het volksleven beweegt, dan houden wij zulk een man voor een witte raaf, voor wie aanstonds duizenden harten opengaan. De ziel van het volk wordt niet voor zulk een man gesloten. Van Roomsche zijde wordt aan onze Evangelische predikanten gedurig verweten, dat elke predikant een paus op eigen hand is. Ik zelf heb dit verwijt menigmaal gedaan. In een pastorie opgegroeid, met den predikdienst vertrouwd, en tot gevorderden leeftijd als gemeentelid getrouw aan mijne kerk, heb ik in mijn land en in den vreemde, slechts weinig predikanten gevonden die ik mijn vertrouwen kon schenken. Waaraan lag dit? Reeds aan het gelegenheidsgezicht, dat onze predikanten plegen te zetten, wanneer zij met gemeenteleden ook buiten de kerk in aanraking komen.

De predikant neemt een houding aan, die ons den gezalfde des Heeren niet wil laten vergeten ook bij de meest gewone dingen; hij slaat altijd een pastoralen toon aan en de leek voelt zich schier verpletterd door deze hoogheid, en daardoor wordt de hang tot kinderlijk vertrouwen, die ieder Christen met een rein hart zijn predikant als bij instinkt toedraagt, weggenomen. Daardoor wordt dan dikwijls de betrekking verbroken, die deEvangelischen aan hunne kerk verbinden. De zelfstandige man gaat niet meer naar de kerk; de predikant moet zich met inschikkelijke kerkeraadsleden omgeven, die meestal te zwak zijn om er een eigen meening op na te houden. Al deze gedachten kwamen in Japan in mij op, waar ik eerst ervaren moest, hos een Duitsch Evangelisch predikant zijn moest, wanneer hij den geest in de gemeente bevruchten, wekken en bevorderen wil. Wat de zendeling in den vreemde zoo goed gelukt, zou dat den predikant in het vaderland onmogelijk zijn?

Zoo de Presbyter Kempe. Datgene wat hij in het midden brengt, zal zeker wel eenigszins overdreven zijn. Doch de opgang dien de „Gemeinschaftsbewegung" in Duitschland maakt, duidt toch wel aan, dat er in Duitschland toestanden zijn, die de leden der gemeente er toe brengen, om buiten de kerk en de ambtelijke bediening van Gods Woord te zoeken wat zij in de kerk niet vinden. In de „Gemeinschaften" treedt het element der gemeenteleden sterk op den voorgrond, al werken ook vele predikanten met hen ijverig mede. Wij blijven het echter betreuren, dat het feit, dat van vele kansels steenen in plaats van brood aan het volk gegeven worden, niet leidt tot het zoeken van de reformatie der kerk, maar wel tot het vormen van „Gemeinschaften" die toch nooit geven kunnen, wat de kerk geroepen is te schenken.

Zwitserland. Scheiding van Kerk en Staat in de stad van Calvijn.

Geneve heeft dan nu ook scheiding van Kerk en Staat verkregen. De volksstemming maakte met een kleine meerderheid van ongeveer 800 stemmen uit, dat voortaan de kerk zelfstandig zal bestaan. De hoogleeraar Dr. von Orelli schrijft in zijn Kirchenfreund: „De indruk van de eigenlijk voor allen onverwachte gebeurtenis was op dien Zondag, naar het getuigenis van vele ooggetuigen, onbeschrijfelijk. Het treffendst was de droefheid van dezulken, die van overtuiging waren dat door deze verandering het palladium van uit Oud-Genève verwoest was. Men hoorde die patriotten op de openbare pleinen snikken als kinderen. Van onderscheidene andere menschen zegt men, dat zij door het verdriet, dat zij hadden over den uitslag van de stemming, ernstig ziek zijn geworden. Als een bewijs dat de ontroering tot groote hoogte was gestegen, mag wel gelden dat eenige politici op denzelfden avond waarop de beslissing viel, besloten, eene beweging op touw te zetten, om de gevallen beslissing weder ongedaan te maken — een doen dat op republikeinsch standpunt niet te verdedigen is en dat ook uit een kerkelijk oogpunt verwerpelijk moet genoemd worden. Want daardoor zouden

de hartstochten van de hel gaan losbarsten, welke de kerkelijke ontwikkeling zeer in gevaar zouden brengen. Voor de kerkelijke ontwikkeling zijn de omstandigheden bij uitstek gunstig, omdat door alle partijen, inzonderheid door hen die scheiding van Kerk en Staat voorstonden, beloofd is, dat zij wilden medewerken om de kerk opnieuw te bouwen, terwijl zij zich niet ongeneigd toonen om allerlei concessiën te doen. Het Journal de Gerieve heeft ook op Maandag na de stemming het plan om een tegen-veldtocht te organiseeren, streng afgekeurd, en de „Consistoire" heeft met veel waardigheid het feit dat er eenmaal lag, erkend en den eersten stap gedaan om te beraadslagen, hoe men nu verder handelen moet. Wij voegen hieraan toe, dat men de Roomschen verwijt, dat zij bij de stemming den doorslag gegeven hebben; hetgeen zij echter alleen konden doen, omdat de Protestanten zoo sterk verdeeld waren. De oud-Roomschen hebben, hetgeen wel van zelt spreekt, tegen de scheiding gestemd. De Semaine religieuse beweert, dat de vele menschen die van alle kerk vervreemd waren, die steeds radicaal stemden en van geboorte Roomsch waren, den doorslag gegeven hebben. Met die personen heeft men niet gerekend en daarom heefi men zich verrekend. Een blad neemt het gebeurde zeer tragisch op, en beweert dat de Roomschgezinden voor de „Kerk van Calvijn" het graf gedolven hebben. Het zou echter geen ongeluk zijn, wanneer de Roomschen de Protestantsche Kerk van Geneve wilden helpen eindelijk op eigen beenen te staan".

Met dit laatste stemmen wij in. Wij houden er ons van overtuigd, dat de Kerk van Geneve er niet anders dan voordeel van hebben zal, dat de zilveren koorde, die de Kerk aan den Staat bond, en waardoor personen stemrecht in de Kerk hadden, die van de Kerk niets meer weten wilden, eindelijk verbroken werd. Uit stoffelijk verlies zal ook voor de Kerk van Geneve geestelijke winst geboren worden, gelijk dit ook in Frankrijk gezien wordt.

Noord-Amerika. Het universalisme.

In de nieuwe wereld bestaat een secte, die der Universalisten, welke een artikel in hare belijdenis geschreven heeft, dat ten slotte alle menschen en kwade engelen zalig zullen worden.

De Hopt schrijft daarover:

„De gedïchte der Universalisten heeft zich in onze dagen zeer uitgebreid. Er zijn thans velen, die op de eene of andere wijze het dualisme van hemel en htl uit den weg willen ruimen. Aime menschen 1 Alsof zij de hel kunnen dempen met hunne denkbeelden, en alsof zij de wetten des hemels kunnen veranderen met hunne godgeleerde meecingen.

De Unive.-salisten blijven echter niet op hun oude standpunt staan. Zij gaan op hun manier vooruit. Zij geven aan den term Uraversalisme eene geheel andere beteekenis. Zij ontkerstenen dit woord geheel en al. Zij willen thars de grondslagen leggen van eene algemeene religie, die „het goede in het Christendom" niet uitsluit, maar tegelijkertijd eene plaats wil gunnen aan alle andere godsdiensten. Men wil een pantheon bouwen, gelijk weleer een Romeinsche keiser deed, die Christus en zijn heidensche grootheden naast elkander plaatste.

Ja, wij gaan vooruit. Maar gaan wij vooruit langs de rechte lijn? Neen, wij bevinden ons op een hellend vlak, en wij gaan met rassche schreden naar de diepte. Alle begrippen worden veranderd, eene nieuwe taal ontstaat, en wij verstaan elkander niet meer. Wij zijn bezigeenen geestelijken toren van Babel te bouwen. Oalangs werd mij gevraagd: Gelooft gij niet, dat men een be gin gemaakt heeft met het bouwen van een nieuw godgeleerd stelsel, op den grond van het oude, het goede der oude traditie bewarende en in overeenstemming brengende met de uitkomsten der hcdendaagsche wetenschappelijke ontwikkeling? Ik wenschte wel, dat ik iets van dien aard kon opmerken. Maar men is nog altijd bezig met afbreken, in plaats van een nieuw gebouw op te trekken.

En het ergste is, dat men dit afbreken voor uitgang noemt. Terug tot de beproefde paden, zoo ïoepen wij raet allen ernst en den gloed van levendige overtuiging; terug, opdat wij vcor uit kunnen gaan in de genade en kennis van onzen Heere Jezus Christus."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 juli 1907

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 juli 1907

De Heraut | 2 Pagina's