GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE KLEINKINDEREN.

NOG EENS BEZOEK.

IV.

Doch de eerste weken en zelfs maanden gingen voorbij, zonder dat de weduwe Benoit iets vernam of zag gebeuren, dat haar verder ontruste.

Allengs begon zij te meenen, dat het gevaar voor het oogenblik was geweken. Ook haar vader, met wien zij er over ging spreken, meende dat. „Wellicht", zoo sprak hij, „heeft de koning van zijn plan afgezien, of verzet men er te Parijs zich tegen."

Dat kon wel zijn. Alleen vonden èn vader èn dochter het vreemd, dat de vergaderingen nog altijd niet weer plaats vontlen. De predikanten achtten het dus blijkbaar nog voorzichtig, niet te doen als anders.

't Was ongeveer zes maanden na den dood van haar echtgenoot, toen de weduwe op zekeren middag een oud man haar erf zag opwandelen, dien zij wel kende, 't Was de pastoor van het dorp.

Zco als we reeds weten, was hij een goedhartig man, die ook met de Benoits, al waren zij ook Protestanten, toch in vollen vrede en vriendschap leefde.

't Was dan' ook niet vreemd, dat hij de boerderij eens bezocht, en de vrouw noodigde

hem vriendelijk binnen. Hij zette zich neer, zag de kamer rond, en zei toen:

„Ge zult aan uw man wel veel verloren hebben, mijn beste vrouw. Als wij hem nog telkens missen, hoeveel meer dan gij."

„Ja, mijnheer de pastoor, ik gevoel dat verlies nog alle dagen, en te meer, daar ik bij al het andere, nu ook alleen de leiding heb van mijn twee dochtertjes. Benoit was zoo verstandig en wist altijd raad. Ze hadden hem zoo lief. Maar de Heere God weet beter wat goed is dan wij."

„We moeten in Zijn heiligen wil berusten, lieve vrouw, " zei de oude man medelijdend. „Maar nu heb ik, u over iets heel belangrijks te spreken. Ik weet ge zijt een vrome vrouw. Wilt ge mij beloven, dat ge niemand zeggen zult, wie u verteld heeft, wat ik u ga meededen? "

-De pastoor keek zoo ernstig, dat de vrouw wel begreep, dat het een zaak van hoog belang moest zijn waarop hij doelde. Ze ontstelde en sprak met bevende stem:

„Ik beloof het u."

„Kan iemand hier ons beluisteren? " ging de pastoor voort. „In elk geval wees zoo goed de knip op de deur te doen."

De vrouw deed het. Zij voelde dal zij al angstiger werd en zij beefde terwijl zij zich neerzette om aan te hooren wat haar bezoeker zou meedeelen.

„Luister goed, " zoo begon hij. „Gij weet zeker hoe in den laatsten tijd de ketters, zoo als gij en uw geloofsgenooten zijn, weder gevaar loopen, van even booze dagen, als nu een kleine honderd jaar geleden. Ik vind het niet goed, dat men de menschen wil dwingen van geloof te veranderen, al keur ik het zeer af, dat gij niet tot onze kerk wilt overgaan. Nu is echter de vervolging reeds op vele plaatsen begonnen, en straks krijgt ook Normandië zijn beurt.'

„U komt me dus waarschuwen? " zei de vr'ouw. „Ja, maar nog meer. 't Is vooral op de kinderen gemunt. Men wil ze in de kloosters in ons kalholiek geloof opvoeden."

De vrouw schrikte bij de gedachte aan haar meisjes.

„Ik weet, " ging de pastoor voort, „dat er plan bestaat, uw beide dochtertjes u te ontnemen. Maar ik weet ook, welk een hartzeer u dat doen zou, en hoe de kinderen zouden treuren. Ik kan het niet van mij verkrijgen, u zonder waarschuwing te laten. Het kan heel spoedig gebeuren. Ik zeg nog eens, dat ik zulke dingen geheel verkeerd vind, maar ik kan er niets tegen doen."

De goede vrouw zat als verplet, en staarde met betraande oogen den pastoor aan, die innig medelijden met haar kreeg en zei:

„God helpe-u!"

„Wat moet ik doen! Wat moet ik doen? " riep de arme moeder eindelijk jammerend uit,

„Stil, " sprak de priester verschrikt. „Ik heb u een dienst willen bewijzen, maar als er iets van uitlekt is alles verloren: Gij verliest uw kinderen, en ik heb mijn doel gemiit."

„U hebt gelijk, mijnheer de pastoor!" sprak de vrouw na een oogenblik. „Ik ben u grooten dank schuldig. Wist ik maar raad!"

„Dien kan ik u helaas niet geven, " wjis het antwoord, „bid God om wijsheid."

De pastoor stond op, groette de weduwe hartelijk en vertrok.

Toen de priester heengegaan was bleef de vrouw nog eenige oogenblikken in diepe gedachten zitten. Daarna stond zij op, nam den Bijbel, een erfstuk van haar vaderen, en sloeg dien op bij psalm 91. Daar las zij:

„Die in de schuilplaats des AUerhoogsten is gezeten, die zal vernachten, in de schaduw des Almachtigec,

Ik zal tot den Heere zeggen: Mijn toevlucht en mijn burcht; mijn God, op welken ik vertrouw.

Want Hij zal u redden van den strik des vogelvangers, van de zeer verderfelijke pestilentie.

Hij zal u dekken met Zijn vlerken, en onder zijn vleugelen zult gij betrouwen; zijn waarheid is een rondas en beukelaar".

Zij sloot het boek, en ging weder aan haar werk. Dnch haar gedachten waren er niet bij. Zij dacht aan wat komen kon, en zij bad in stilte.

Den volgenden morgen tegen tien uur verliet de weduwe de hoeve. Zij had een overdekte mand aan den arm, als ging zij ter markt of om een boodschap. Langzaam wandelde zij voort, tot zij buiten het dorp was. Toen verhaastte zij baar schreden en sloeg den weg in naar Luneray,

Twee uur later kwam zij daar aan en begaf zich naar de woning van haar vader, die niet weinig verrast was, zijn dochter zoo onverwacht voor zich te zien. Haar gelaat zei hem onmiddellijk, dat er iets aan schortte.

In korte woorden deed de weduwe haar verhaal De oude man was, gelijk we weten, er vroeger al op voorbereid. Toch ontstelde ook hij en zei lang2aam:

„De Heere moge ons genadig zijn. Ik had gehoopt dat de storm zou overwaaien. Maar nu is 't zeker: hij breekt los."

CORRESPONDENTIE.

De vragen worden in het volgend nr. beantwoord.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 augustus 1907

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 augustus 1907

De Heraut | 2 Pagina's