GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van meer dan eene zijde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van meer dan eene zijde

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 3 April 1908.

Van meer dan eene zijde wordt ons advies gevraagd over de vraag, of kerkeraden het recht hebben attestatie te vireigeren, wanneer een lid der gemeente deze attestatie opvraagt met het doel, om naar de zusterkerk op diezelfde plaats over te^aan.

Nu kunnen we 't zeer goed begrijpen, dat een kerkeraad niet gaarne zijn gemeenteleden ziet verhuizen, want vooral wanneer dit niet droppelsgewijze geschiedt, maar tot een stroom aanwast, dan lijdt daardoor het eigen kerkelijk leven schade. Daarbij komt, dat zulk een verhuizing niet allen voortkomt uit persoonlijke motieven, omdat een lid van Kerk A huwt met een lid van Kerk B, en beide nu liever saam tot één Kerk behooren, maar ook uit zekere ontevredenheid over het kerkelijk leven, over de bediening des Woords, over de besluiten van den kerkeraad, waardoor de scheiding een nog pijnlijker karakter krijgt. Terwijl eindelijk door dit over en weer verhuizen, de deur schijnt te worden opengezet voor grenzelooze willekeur. Zoo kan, wanneer de predikant bq A beter bevalt, de helft der gemeenteleden van B plotseling naar A verhuizea, en straks als de A-predikant weg gaat en B een man van naam krijgt, weer naar B terug stroomen. De gemeente verliest 200, zegt men, alle vastigheid, en wordt aan vlottend drijfzand gelijk.

Al deze bezwaren wegen ook in ons oog niet gering, en we willen volmondig erkennen, dat heel dit overgaan met attestatie vaa een gemeentelid uit de eene naar de andere kerk op dezelfde plaats, uit kerkrechtelijk oogpunt natuurlijk een ongerijmdheid is, om de eenvoudige reden, dat het bestaan zelf van twee Gereformeerde kerkinstituten op één plaats, met het Gereformeerde kerkrecht vloekt, Gods Woord weet daar niets van; het kent maar éen plaatselijke openbaring ven de Kerk des Heeren, Ook buiten onze kerkelijke erve komt zulk een dubbelkerk op één plaats nergens voor. De congregationalisten hebben wel in één stad meerdere zelfstandige congregations of kerken, maar deze zijn wat wij zouden noemen wijkkerken, en hebben toch een eigen grens. Maar dat in eenzelfde stad of dorp twee instituten van eenzelfde Kerk naast eikander bestaan, is een verschijnsel, dat nergens voorkomt, en met heel de idee der Kerk lijnrecht in strijd is.

De moeilijkheid, waarvoor men hier komt te staan, en die zich telkens gevoelen doet, is dat de toestand, waarin de Kerk leeft, zondig is, wijl ingaande tegen Gods Woord, Daarin ligt de fout. Er mag op éen plaats maar éen Kerk des Heeren wezen. En wanneer de kerkeraden of gemeenten, in plaats van saam te smelten, elk op zich zelf blijven voortbestaan, dan geven ze daardoor zelf aanleiding tot moeilijkheden, die in een regelmatigen en geordenden toestand niet voor kunnen komen.

Voor zulk een verkeerden en onregelmatigen toestand nu vaste lijnen aan te geven, is ondoenlijk. Een zuiver Gereformeerd beginsel past alleen op een rechtmatig geïnstitueerde Kerk, maar niet op een Kerk, die in twee helften gedeeld ligt. Het gebod Gods, dat een kind vader en moeder moet eeren, kan in een huisgezin, waar vader en moeder niet éen zijn, maar gedeeld, voor de kinderen tot pijnlijke conflicten aanleiding geven, doch de schuld daarvan ligt niet in dit gebod, maar in den zondigen toestand.

Vandaar dat we allerliefst den raad zouden geven aan kerkeraden, die met deze moeielijkheid sukkelen: hef de verdeeldheid op, breek de scheidsmuren weg, laat de beide kerken éen worden; dan is de toestand normaal geworden en kunt ge niet meer voor zulke abnormale gevallen komen te staan. De moeilijkheid, die zich op uw weg plaatst, is een bewijs, dat uw weg niet goed is, ingaat tegen Gods Woord en dat ge daarom naar een anderen weg hebt te zoeken.

Evenzoo als bij verdeeldheid tusschen de ouders op de vraag, aan wie van beiden het kind heeft te gehoorzamen, de eenige raad zou kunnen wezen: laat vader en moeder zich met elkaar verzoenen en daardoor aan het pijnlijk conflict voor het kinderhart een einde worden gemaakt. Dat is de rechte en door God geboden weg.

Intusschen heeft éen Kerkeraad de saamsmelting en daarmede de normaliseering van het kerkelijk leven niet in zijn macht; waar twee saamsmelten, moeten ook beiden het willen. En wanneer nu de eene Kerkeraad onwillig is of de tijd nog niet gekomen acht, daar dient toch voor dien ongeregelden toestand, hoe bezwaarlijk dit ook gaan kan, eenige orde, eenige regel gegeven. Volmaakt zuiver kan dieregel dan wel niet zijn; maar aan bloote willekeur kan de beslissing ook niet overgelaten.

Nu wordt algemeen toegestemd, dat overgang met attestatie mogelijk is. Niet éen kerk heeft absoluut uitgesproken, dat zulk een overgang altijd en onder alle omstandigheden verkeerd zou wezen, In de meeste gevallen maken de kerkeraden dan ook geen bezwaar, om* attestatie af te geven, wanneer door huwelijk of anderszins hiervoor voldoende motieven zijn. Maar daaruit volgt dan ook, dat men niet mag zeggen, wanneer de motieven voor den kerkeraad niet voldoende zijn: ik geef u geen attestatie, want attestatie naar een kerk in eenzelfde plaats is ongeoorloofd; attestatie krijgt ge alleen, wanneer ge van woonplaats verandert, niet wanneer ge op dezelfde plaats blijft. Want indien deze regel metterdaad juist ware, dan mocht nooit en in geen geval attestatie naar een kerk op dezelfde plaats worden afgegeven. Uit het feit, dat men die attestatie soms wel afgeeft, volgt, dat dit argument geen steek houdt.

Ook onze Generale Synodes hebben erkend, dat het overgaan van leden tot de kerken van dezelfde formatie op dezelfde plaats geoorloofd [moest worden geacht; natuurlijk niet om dezen overgang aan te moedigen of prijselijk te keuren, maar wel omdat in zulk een abnormalen toestand ook het abnormale moet gedragen worden. Ai kan als regel attestatie alleen worden afgegeven bij verhuizing naar een zxiA& XQplaat omdat er op elke plaats maar éen Kerk behoort te zijn, — wanneer er op éen plaats twee kerken zich bevinden, dan bestaat ds mogelijkheid, dat men, zonder plaatselijk te verhuizen, toch kerkelijk verhuizen wil en kan er dus een attestatie worden afgegeven,

(Wordt vervolgd.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 april 1908

De Heraut | 4 Pagina's

Van meer dan eene zijde

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 april 1908

De Heraut | 4 Pagina's