GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De debatten op de jongste

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De debatten op de jongste

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 29 Mei 1908,

De debatten op de jongste vergadering der Moderne Theologen, 28 en 29 April gehouden, hebben ook buiten dien kring in sterke mate de aandacht getrokken. Ze toonden niet alleen, welk een diepe klove er school tusschen de oudere en nieuwere modernen, maar ook hoe het modernisme zich in rugwaartsche beweging bevindt.

Zelfs wreef men zich bij het lezen der persverslagen soms de oogen uit en vroeg zich verwonderd af, of hier nog „modernen" aan het woord waren.

Met opzet hebben we echter gewacht, totdat het min of meer officieus verslag van de Hervorming het lichJi zag, voordat we op de zaak zelve ingingen. De gewone persverslagen konden licht een verkeerden indruk hebben gewekt en daarom was behoedzaamheid eisch. Nu de Hervorming van 23 Mei ons een uitvoerig relaas bracht, dat den indruk eer verscherpte dan verzwakte, meenen we veilig ons oordeel te kunnen zeggen.

Het belangrijkste is voor ons wel het referaat, dat Dr. H. P. de Graaf hield over de nieuwe Christologische beweging. Dr. De Graaf kwam met gloed en bezieling op tegen de geringschatting, waaraan een deel der modernen zich schuldig maakte tegenover den persoon van Christus. Met tal van citaten van beroemde vrijzinnige denkers, niet-theologen, wees hij op de hooge beteekenis, die deze mannen aan den persoon van Christus hebben toegekend, niet alleen uit historisch oogpunt, maar ook voor hun eigen zieleleven. Hij wil, dat deze algemeen geldige beteekenis van Christus meer tot haar recht zal komen, zoowel op wijsgeerig gebied als voor het persoonlijke levÉn. Zelfs aarzelt hij niet van Christonomisch te spreken, d. w. z. dat Christus ons religieus en zedelijk leven heeft te keuren en te leiden; dat hij de wetgever voor ons moet zijn. Ën hij brengt dat niet alleen met Christus heilig leven, maar ook met zijn dood en verheerlijking in verband, ja zegt zelfs, dat de grond dezer nieuwe wet het offer is.

En na aizoo de beteekenis van Christus voor het godsdienstig leven uiteen te hebben gezet, komt hij in de tweede plaats tot de vraag, hoe we dan over den historischen Christus hebben te denken. De nieuwere kritiek heeft immers uitgemaakt, dat we van Christus leven zoo goed als niets weten; sommigen gelooven hoogstens, dat er een' zekere Joodsche rabbi heeft bestaan, die Jezus heette; anderen achten zelfs dat twijfelachtig. En in elk geval was het beeld, dat de Evangelisten teekenden, een ideaalbeeld, waaraan alle werkelijkheid ontbrak. Een bovennatuurlijke geboorte, een doen van wonderen, een opstanding en hemelvaart waren met alle wetten der natuur in strijd en behoordcxT daarom reeds tot het gebied der fabelen. Dr. De Graaf nu komt hiertegen op. De symbolische richting, die het ideaalbeeld vasthoudt, maar den historischen persoon prijs geeft, wraakt hij. „De invloed is van het Christenbeeld uitgegaan, zoolang dat was de gestalte van den historischen Jezus. Wat wij verliezen zouden met de historie van Jezus is een der pijlers van ons geloof". En wat de kritiek betreft, die dan toch heeft „uitgemaakt", dat de historie der Evangeliën on v/aar is, merkt hij op : „Ik ben zoo stout om te beweren, dat de kritiek dat niet heeft uitgemaakt. Jezus goddelijkheid is door geen kritiek vast te stellen of te keuren.

En wat opstanding en hemelvaart aangaat, het schijnt mij persoonlijk allesbehalve onmogelijk, dat hierin meer historie is dan vele modernen meenen". Volkomen terecht komt hij dan op tegen de dwaze aanmatiging van enkele vakmannen, die hun historische resultaten met de wetenschap vereenzelvigen. „Als het oordeel wordt uitgesproken: de opstanding is niet historisch, wie oordeelt dan .•' Is dat een vakman Prof. X. bijv. ? Maar Prof. Y., ook een vakman, houdt het wel voor historisch. Zijn nu X. - \-Y. - \-Z. allemaal professoren en doctoren, het subject van dat oordeel, dan is dat oordeel, er heelemaal niet, want er is geen eenstemmigheid". Dr. Di Graaf komt dan ook tot een heel ander resultaat: „dat de tegenwoordige stand der kritiek mij thans voorkomt, de historie van Jezus vrij volledig te aanvaarden”.

Dr. de Graaf heeft hiermede in deze vergadering der moderne Theologen woorden gesproken „van gezond verstand". Maar al te lang had men onder de moderne Theologen zich opgesloten in het enge kringetje van eigen geestverwanten. Wij zijn de wetenschap was met een kleine verandering van Lodewijk's machtspreuk hun ieu'-e geworden. Ea wat de kritiek vanden oen of anderen modernen theoloog had uitgemaakt, stond onwrikbaar vast. Allengs gaan de oogen der jongeren er voor open, dat deze arrogantie op wetenschappelijk gebied geen pas geeft. Dat er ook „vakmannen" zijn, die door streng wetenschappelijke studie tot eea geheel ander resultaat zijn gekomen dan de moderne kritici. En dat het: nul n'aura de i'esprit que nous et nos amis" op elk gebied, maar vooral op het gebied der wetenschap, ongeoorloofd is.

„De tegenwoordige stand der kritiek aanvaardt vrij volledig de historie van Jezus", — die uitspraak van een modern theoloog wenschen we In gedachten te houden. Niet alsof ons geloof in het Woord Gods zou staan of vallen met de uitspraken der kritiek. Maar omdat zulk een getuigenis aantoont, hoe dwaas het is, wanneer men uit vrees voor de zoogenaamde kritiek al meer de historische feiten prijsgeeft.

Eigenaardig is dan ook, hoe de stroomingen in het kamp der modernen en der ethischea zich in tegenovergestelde richtingen bewegen. Oader de ethische theologen meent men het offer aan de kritiek te moeten brengen, dat de historie niet te handhaven is, maar tracht nu zijn geloof in Christus te redden door de heilsfeiten los te laten en zich terug te trekken in de ideeën. Het Symbolisme wint hier al meer veld. Dr. Da Hartog geeft hier den toon aan. Het Hegelianisms voert hier den scepter.

Zoo hoopt men een brug te slaan tusschen orthodoxen en modernen. En onder de modernen zelf komt daarentegen tegen dit Symbolisme al meer verzet; men voelt, dat een ideaal Christusbeeld zonder historischen Jezus geen steunpunt kan zijn voor ons geloof.

En Dr. De Graaf houdt daarom op de vergadering der moderne theologen een pleitrede tegen dit Symbolisme en acht zelfs de opstanding en hemelvaart geen onmogelijke feiten meer.

En wat nog opmerkelijker is, het referaat van Dr. de Graaf vond, natuurlijk, bij de oudere ' modernen verzet; aan het heilig huisje der kritiek mocht niet geraakt; maar er was toch ook een strooming onder de jongere modernen, die dit referaat blijkbaar met instemming begroette.

Als bewijs deelen we alleen mee, wat Dr. C. Hille Ris Lambers sprak:

Dr. C. Hille Ris Limbers betuigt er zijn groote sympathie meê, dat de referent heeft doen uitkomen dat de Christusgestalte der drie eerste Evangeliën voor ons groote waarde heeft.

Spr. kan zich niet anders voorstellen dan. dat zij in het algemeen juist in die Evangeliën wordt geteekend. De historische critiek heeft te veel gestaan onder H vooroordeel, dat het wonderbare onmogelijk is. Als zij daarvan terugkomt, zal er een hiel ander licht opgaan over Opstanding, Pinkstergeschiedenis en dergelijke. Spr. is daar van overtuigd en meent dat de persoonlijkheid van Je JUS veel meer • werkelijkheid voor ons zal blijken te hebben.

Vooral de woorden, die we onderstreepten, zijn van beteekenis.

Wie zou voor een kwart eeuw zulk een bekentenis mogelijk hebben geacht?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 mei 1908

De Heraut | 4 Pagina's

De debatten op de jongste

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 mei 1908

De Heraut | 4 Pagina's