GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

ALVA’S ONTBIJT.

I.

Wie de hertog van Alva was, weten we allen maar al te goed. Hij „de krijgsman, hard als staal en bitterder dan roet." Hij was een trotsch, wreed man, een verachter van de menschen en een vervolger van Gods gemeente. Zijn uitzinnig woeden, heeft juist de zaak zijns meesters in den grond bedorven.

Zoo heeft Alva zich meer vergist. Vergist toen bij die een volk van ijzer had bedwongen, er op snoefde, dat ook wel een volk van boter, ons volk, te zullen doen. Zoo ook zal hij wel nooit voorzien hebben, dat eens een vrouw, de vorstin van een kleinen, Duitschen staat, hem te sterk zcu wezen. Hoe dat ging zal ik u vertellen.

De hertog van Alva, dien wij het best kennen, als de landvoogd van koning Philips II. had eerst diens vader, keizer Karel V gediend, Karel had in Duitschland de Protestantsche vorsten bevochten. Alva had daarbij wakker geholpen. Bij Muhlberg werden de Protestantsche vorsten verslagen, en Karel trok toen zegepralend met zijn veldheeren en zijn leger door Frankenland, Zwabén en eindelijk door Thurtngen.

Nu ligt in Thuringen aan de rivier de Saaie het vorstendom Schwarzburg—Rudolstadt, waarover destijds als gravin regeerde Katharina van Henneberg, de weduwe van den vorigen graaf Hendrik XXXVII. Zij was een edele, godvreezende vrouw, die de waarheid lief had. Had haar man reeds veel gedaan, om zijn volk uit de duisternis van het pausdom tot het licht der waarheid te doen komen, Katharina handelde evenzoo, bevorderde de Hervorming, schafte het monnikswezen af en zorgde voor goede scholen. Als godvreezende leeraars, die vervolgd werden, omdat zij getuigden tegen Rome en zijn dwalingen, bescherming noodig hadden, zorgde de edele vorstin voor hen, zooveel in haar vermogen was. Dat zij bij Karel V en Alva dus niet bijzonder gezien was, kunt gij licht begrijpen. s L W

Katharina harerzijds, was op de Spaanscbe troepen evenmin gesteld, en ieder wist, gelijk ook later wij Nederlanders het hebben ervaren, dat die afkeer goeden grond had.

Als verstandige vorstin had Katharina dan ook de noodige voorzorgen genomen; wel f wetend hoe de Spanjaarden konden huishouden, had zij van keizer Karel een beschermbrief weten R te krijgen, waarin stond dat haar onderdanen niets van het doortrekkende Spaaansche leger zouden te lijden hebben. Van haar kant beloofde zg brood, bier en andere levenmiddelen naar de Saalbtug te zullen laten brengen en tegen gewonen prijs aan de Spaansche troepen te leveren, die de brug over moesten. Ze vertrouwde echter het werk nog niet geheel, en liet daarom in allerijl de brug afbreken, en een heel eind verder weer over het water slaan. Zij vreesde namelijk, dat als haar roofgierige gasten zoo dicht bij Rudolstadt kwamen als de oude brug lag, ze wel eens een uitstapje naar de stad konden maken, en dan meer kwaad dan goed uitrichten. De bewoners van het vorstendom kregen bovendien nog vergunning om voor zoover de troepen door hun streek trokken, al wat zij bergen wilden, tijdelijk op het slot te Rudolstadt onder dak te brengen.

De Spaaasche troepen die door Schwarzburg-Rudolstadt moesten trekken, stonden onder bevel van den hertog van Alva, die vergezeld werd door hertog Hendrik van Brunswijk en diens beide zonen. Toen men dicht bij de stad was, zond Alva een bode, die op het slot moest vragen, of het de gravin schikte, dat zijn meester met een paar andere heeren den volgenden dag op het kasteel het ontbijt kwamen gebruiken.

Dat de vorstin die vraag juist aangenaam vond, zou ik niet durven verzekeren. Doch 't viel moeilijk te weigeren, te meer wijl de hertog aan de spits van een groot leger stond. Zoo liet zij dan antwoorden, dat de gasten welkom zouden wezen, als zij voor lief wilden nemen wat het huis geven kon. Men zou voor hen 't beste niet sparen Tegelijk echter nam Katharina de gelegenheid te baat, om nog eens te herinneren aan den keizerlijken beschermbrief, en den veldheer op 't hart te binden, zijn mannen aan dien brief te houden.

Toen Alva den volgenden dag verscheen, vond hij een welvoorzienen disch gereed, en werd hij hoogst vriendelijk ontvangen.

De vorstin deed den gasten alle eer aan en Alva kon niét nalaten tot hertog Hendrik te zeggen:

„De Thuringsche dames houden er bepaald een goede keuken op na en zorgen wel niet beschaamd te staan." Misschien had Alva goed eten en drinken leeren waardeeren door zijn meester Karel V, die in de eetkunst zeer knap was en daar wel wat veel aan deed.

Nauwlijks echter was het ontbijt begonnen, of er werd geklopt. Sen knecht treedt binnen, en meldt dat er een renbode is, die de vorstin onmiddellijk moet spreken.

„Wat is er? vroeg Katharina, buiten de zaal gekomen.

„Genadige vrouw, " sprak de bode, „de Spaansche krijgslieden zijn door onze dorpen gekomen. Zij zijn de woningen binnengedrongen en hebben vee van de boeren geroofd. Wij hebben ons gehaast het u te berichten." 1

„Waar is dat gebeurd en wanneer? "

De man noemde plaatsen en tijd. Toen kon hij vertrekken.

Verontwaardiging en toorn spraken uitdeoogen der gravin, die in der waarheid een moeder haars volks kon heeten. Hield de keizer zoo zijn woord 1

Zij dacht een oogenblik na, ging toen kort beraden de trap af, riep den huismeester, en beval hem, allen bedienden te gelasten, dadelijk zich te wapenen, in de benedenzaal bijeen te komen, en verder alle poorten van het kasteel stevig te sluiten. Ook zei ze hem wat verder moest geschieden en keerde toen naar de eetzaal terug. De heeren zaten daar nog genoegelijk aan tafel.

„Ik moet mij wel ontschuldigen, " sprak de gravin ernstig, „dat ik u alleen liet, doch iets zeer onaangenaams eischte mijn tegenwoordigheid."

„Wat mag dat zijn, waarde gastvrouw? " vroeg de hertog van Alva; „kunnen we u ook van dienst zijn? "

„Wellicht, " antwoordde Katharina, juist niet vriendelijk, en nu verhaalde zij wat de bode haar bericht had. Zij vergat niet er op te wijzen, hoe hier rechtstreeks was gehandeld tegen het gegeven keizerlijk woord.

{Slot volgt.)

CORRESPONDENTIE.

Eenige vragen beantwoorden we zoodra mogelijk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 juli 1908

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 juli 1908

De Heraut | 2 Pagina's