GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ds. M. Grieken, Hervormd predikant

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ds. M. Grieken, Hervormd predikant

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. M. Grieken, Hervormd predikant van Acneide en hoofdbestuurslid van den Gereformeerden Bond tot vrijmaking der Ned. Herv. Kerk, heeft een lezing, waarin de Nederlandsck Hervormde Kerk en haar e^enwoordige toestand geteekend wordt, in druk uitgegeven.

Zeker loont het de moeite van deze ledng kennis te nemen.

Scherper dan deze Hervormde predikant het doet, kan zeker geen oordeel over de Hervormde Kerk geveld worden. Ziehier hoe hij het beeld dezer Kerk schetst:

Ia plaats datzij het lichaam van Christus is, onder opperhoogheid staande vanSions Koning, elke gemeente een eigen kerkeraad hebbend, waarvan de leden veiantv/oordelijk zijn voor den Heere en Gods Woord erkennen als een lamp voor hun voet en een licht op hun pad — is zij een groote vereeniging geworden onder een Bestuur, dat alles regelt naar de willekeurige meeningen der menschen, die meeningen der menschen des noods stellend boven Gods Woord, de plaatselijke gemeente met haren kerkeraad beroovend van elke zelfstandigheid.

Onze kerk heelt geen belijdenis waarnaar zij spreekt; geen geloof, waaruit zij leeft, geen heilige orde om naar te handelen en te wandelen — Gods Woord verachtend.

Van eenig herstel van de Kerk door middel van adressen aan de Synode wacht hij, evenmin als wij, iets goeds:

Hoewel onze Vaderl. Keikgeschiedecis vanaf Molenaars adres (1827) tot op den huidsgen dag toe een doorgaand protest is tegen de synodale staatsorganisatie van 1816—'52, is er van de Synode tot reformatie van onze diep gevallene kerk niets te verwachten.

Want niet alleen, dat onze Synode uit haar aard taaivasthoudend aan het eenmaal bestaande is en in de hoogste mate conservatief — maar zij is blind voor het feit dat héél onze kerkelijke organisatie in strijd is met de Gereformeerde beginselen van kerktegeeriog.

Haar staat niets anders voor oogen, dan maar bij elkander te houden wat met ondersciieidene belijdenis' in de ééne „groote" kerk samenwoont — terwijl wij niet moeten zwijgeo, om de Gereformeerde beginselen van keikregeericg bekend te maken en aan te prijzen, waarbij wij de leuze van wijlen Prof. Gunning overnemen: „niet bij elkander houden — maar uit den grond opbouwen.”

En evenmin gelooft hij aan de mogelijkheid, dat er weer een Gereformeerde Staatskerk komen zaï, die heel het volk omvat:

Laat ons niet droomen met de Confessioneelen van een Gereformeerde Staatskerk en een Gereformeerde Overheid — alles één zijnde voor heel ons volk en héél ons Vaderland.

Want ja — wij kunnen die droombeelden wel lieflijk en schoon vinden.

Maar... nuchter en waakzaam zijnde, hebben wij te letten op de teekenen der tijden; en dan wijst de Heere ons met den vinger aan, dat op een Gereformeerde kerk voor heel onze natie niet meer valt te hopen.

Want voor samenwonen van heel de natie in eene groote kerk is overeenstemming in belijdenis noodig — en wij gelooven niet in de illusie der Confessioneelen, dat de Moderne zijn weg zal verlaten, dat de Evangelische het ware Evangelie zal aannemen, dat de Ethische in onze Gereformeerde kerk zal leeren spreken naar het beschreven Woord van God.

Ook Ds. Grieken erkent, dat het tot scheiding komen moet, doordat, de Gereformeerde belijders van degenen, die met e belijdenis der Kerk gebroken hebben, ich afzonderen. Alleen hij wacht de belissende daad daartoe van de Regeering, ie de Synodale organisatie van 1816 moet e niet doen:

Hoe zullen wij dan ooit tot oplossing van et kerkelijk vraagstuk komen?

Wij willen het nog eens herhalen: wat zou

het heerlijk zijn, wanneer alle menschen in ééa kerk zouden kunnen samen wonen en zoo de Hervormde (Gereformeerde) Kerk van héél de natie kon zijn.

Maar juist om dat héél de historie van onze kerk bewijst, dat er tai van geesten onder ons volk heerschappij veeren, die de Regeering a et de hand der Synode gedwongen heelt, om in één huis saam te wonen, waarbij dan natuurlijk de waarheid moest verkracht worden en den Naam des Heeren smaadheid worden aangedaan — willen wij het openlijk bekennen, dat dat ons geleerd heeft, dat er geen andere en geen eerlijker oplossing is, dan dat de Regecringsdaad van 1816—'52 worde te niete gemaakt en uit elkander gaat, wat niet bij elkaar behoort — dan zal bij elkander komen wat van één belijdenis is: de Gereformeerden in onze Hervoimde ]j.g[k — de anderen in hunne eigen gemaakte tenten, om daar voor eigen gemaakte afgoden te knielen en te leven naar eigene inzettingen.

Of dat dan geen verscheuring van onze kerk zal geven ?

gjj — gewisselijlk. Althans van ons tegenw. kerkgenootschap, zooals dat sedert 1816 bestaat. Maar... een verscbeuricg, zooals er verscheuring plaats had in Jakobs buis, toen hij gereed stand om het land Kana^n binnen te gaan, komende uit Mesopothamië — want toen beval hij: „doe uit u midden weg de vreemde goden, die gij uit Ur der Chaldeën hebt medegebracht, ”

Die scheur moest er komen.

Omdat de Heere alléén God is.

En... zoo werd Jacobs huis niet ver.eerd, maar mocht groeien en bloeien en groot worden.

We hebben reeds meermalen uitgesproken, waarom we vreezen, dat deze weg van kerkherstel al even weinig profijtelijk zal blijken, als de onvruchtbare adressen aan de Synode. En in elk geval schijnt nu het standpunt onhoudbaar, dat een daad van kerkreformatie afhankelijk wordt gesteld van wat de Overheid doet of niet doet.

Toch zullen we daarop in dit oogenblik geen critiek oeferen.

Maar wel veroorloven we ons een vraag, naar aanleiding van wat Ds, Grieken op blz. 24 schrijft.

Hij stelt daar de vraag, of men de kerk niet moet verlaten?

In verband met die vraag bespreekt hij dan de teksten Jer. 51:9, Jes. 52:11 en Openb. 18:4, waar Gods volk geboden wordt uit Babel te gaan en geen gemeenschap te hebben aan hare zonden.

Die teksten nu, zegt hij, hebben met dit vraagstuk niets te maken, want Babel is het land der keidenen, waar Israel door de straffende hand Gods een tijd lang is heen gezonden en vanwaar het weerkeeren moest naar Kanaan, het vaderlijke erfdeel.

Nu is de Hervormde Kerk niet het „land der heidenen", maar juist de „erve onzer vaderen" en daarom gelden deze teksten hier niet.

Tot op zekere hoogte stemmen we hem dit toe.

Alleen vergeet hij, dat Babel in de Schrift ook een geestelijke beteekenis heeft. In Openbaring 18 kan het natuurlijk niet van het historische Babel gebezigd worden, want dat Babel was toen reeds lang verwoest. En juist de letterlijke aanhaling in Openb, 18 van de woorden uit Jeremia 51 en Jesaja 52 bewijst, dat in dit bevel Gods tot Israel nog een - diepere en voor aUe eeuwen geldende beteekenis schuilt.

Onze vaderen aarzelden daarom geen oogenblik, deze profetische woorden ook op de Roomsche Kerk te laten slaan. Luther sprak van de „Babylonische gevangenschap der Kerk"; onze kantteekenaren zeggen zelfs bij Openb. 18 dat daarmede het „Roomsche Babyion" bedoeld is. En waar OEZÏ Confessie in Art. XXVIII den plicht der geloovigen bespreekt om zich van de valsche Kerk af te scheiden, wordt door de uitleggers juist verwezen naar deze zelfde teksten.

Nu willen we hiermede allerminst beweren, dat de Hervormde Kerk met Babel gelijk staat. Zelfs van de Roomsche Kerk zouden we dat niet durven zeggen. Maar de exegese, die Ds. Grieken verdedigde, vat de profetie toch in te historischen zin op en miskent de beteekenis, die dit Woord Gods in geestelijken zin voor de geloovigen heeft.

Zoo gemakkelijk als hij het doet, maakt men zich van de klem van dit Woord Gods niet af.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 december 1908

De Heraut | 4 Pagina's

Ds. M. Grieken, Hervormd predikant

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 december 1908

De Heraut | 4 Pagina's