GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Aan het einde van het jaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aan het einde van het jaar

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 30 December 1908.

Aan het einde van het jaar richt deblilt zich als onwillekeurig nog eenmaal naar den weg, die is afgelegd.

En dan is er zeker stof te over, ook op gebied van Kerk en School, om onzen God te danken.

Er is wel rouw in het hart om degenen, die uit ons midden zrjn v/eggenomen. Vooral na de Synode van Amsterdam trof ons zoo menige droeve slag. Het memento mm klonk telkens ons tegen. En waar het mannen waren in de volle kracht van het leven, mannen met uitnemende gaven voorwetenschap en Kerk, die ons ontnomen werden, wordt het verlies te smartelijker gevoeld.

Ook hebben we ons zelf wel aan te fclagen, dat zooveel van Gods werk door onze zonde werd bedorven; dat onze ijver voor Gods zaak dikwijls zoo klein was; dat door gebrek aan broederlijke liefde en saamwerking onze kracht zoo vaak versnipperd werd; dat we zoo weinig hebben gedaan, waar het arbeids veld wit was om te oogsten.

Maar die rouw om hen, die ons zijn voorgegaan, en die zelfaanklacht over ons gebrek, mag het oog niet sluiten voor het vele goede, dat God de Heere uit genade ons schonk.

Ons kerkelijk leven won toch aan kracht; geschillen die vroeger ons verdeelden, raakten op dsn achtergrond of werden vergeten; onze Sycode bood een liefelijk beeld van broederlijke eensgezindheid; de kerkelijke scheidsmuren werden op meer dan een plaats weggenomen; vooral de saamsmelting der beide zusterkerken te Rotterdam was ons een oorzaak van rijke vreugde; en hoe klein ons getal ook is, vergeleken bij de massale volkskerk, toch ging van onze Kerken daarom aset minder invloed ten goede op ons volksleven uit.

Zeker, er zijn van die pessimistisch aangelegde naturen, die altijd donderwolken aan den hemel zien. Voor wie het verleden altoos schoon en het heden altoos somber is. Maar wie ook maar een oogenblik zich indenkt, hoe de toestand in ons land nog geen halve eeuw geleden was, staat verrast, dat in zoo korte spanne tijds zulk een machtige omkeer is totstandgekomen Heel het land jnet een net van Christelijke scholen overdekt. Naast de Theologische School te Kampen een Vrije Universiteit op Gereformeerden grondslag. Het aantal onzer Christelijke gymnasia reeds tot zes gestegen. Een Gereformeerde Jongelingsbond, die duizenden leden telt. Een ziekenverpleging, vooral op het gebied van krankzinnigen, die ieder eerbied afdwingt. Een kerkelijke zending die zich steeds uitbreidt en in het hospitaal te Djogja eere voor den Christelijken naam wint. Een politieke actie die in het parlement reeds meermalen de Christelijke partijen de meerderheid bezorgde. Een wetenschappelijke litteratuur, die menig standaardwerk Tianwijst, waarin de Gereformeerde beginselen kloek worden gehandhaafd. Een Christelijke pers, die, met hoeveel moeite ze ook te kampen heeft, toch den volksgeest in goede richting leidt. Stel daartegenover den tijd van Groen, veldheer zonder leger in het parlement, met een blad, dat telkens uit gebrek aan belangstelling stierf, met een vriendenkring die hem zoo zelden verstond, en vraag u zelf af, of er geen oorzaak is om God te danken, die zulk een herleving van den Christelijken volksgeest ons schonk.

Zelfs in het logge lichaam der Hevormde Kerk woidt de nawerking van deze herleving van het Caiviaisme bespeurd. De dagen van het modernisme zijn geteld. Van de verwaterde ethische orthodoxie, die met het Goddelijk gezag der Schrift brak, v/endt het volk zich al meer af. Overal staan preikers op, die, al mogen ze dan een ander deaal van kerkformatie hebben, toch de oude Gereformeerde waarheid weer onder het volk brengen. En hoe weinig we ook wachten van reorganisatieplannen, of van hulpe zoeken bij de Overheid, om van het ngereformeerde, synodale instituut bevrijd te worden, van de Gereformeerde prediing, die veld wint, wachten we voor de oekomst alle goeds.

Niet dat we daarom blind zijn voor de evaren, die ons volksleven bedreigen. Vooral n onze groote steden wordt de afval van e Christelijke Kerk, het breken met alle eligie, het meegesleept worden door den eest der revolutie steeds banger. Onze leterkunde daalt steeds dieper in zedelijk peil. nze landshoogescholen zijn nog altoos olwerken van het ongeloof. Onze staatschool levert al wranger vrucht. En zelfs op hristelijk terrein vermenigvuldigt het sectewezen en tiert als parasiet op het kranke ichaam der Hervormde Kerk. Maar al wordt e scheidslijn daardoor dieper, die ons volk erdeelt, juist die schrikkelijke openbaring an den geest uit den afgrond werkt mede m de oogcn te doen opengaan voor het a d a n i w g t l w v g b gevaar, dat in de revolutie schuilt, en dwingt degenen, die nog met ons in het Evangelie het behoud voor ons volksleven zien, steeds beslister en openlijker zich aan onze zijde te scharen.

Zoo toont God de Heere, dat Hij met ons land en volk nog in bg zondere mate bemoeienissen heeft. De kandelaar van Zijn Woord nam Hij nog niet van ons weg. De inwerking van Zijn geest heeft Hij ons nog niet onttrokken. Het verbond met Nederland heeft Hij nog niet verbroken. En waar in de laatste week van dit jaar zelfs - de blijde tijding bevestigd werd, dat onze geliefde Koningin eerlang een kind ons schenken zal, dat den band tusschen Nederland en Oracjs's vorstenhuis zal bestendigen, daar gaan we het nieuwe jaar vol hoop voor de toekomst tegen.

Alleen, zij óm die trouwe onzes Gods het gevoel van onzen heiligen plicht niet minder. Nog liet Hij ons uit genade de mannen, die de banier hebben opgeheven, en in den strijd ons zijn voorgegaan. Maar het getal hunner jaren klimt. Straks komt, zij het spade, de tijd, dat hun taak zal zijn afgeioopen, en een nieuwe generatie hun arbeid zal moeten overnemen. Nu leert de historie van alle eeuwen, dat na zulk een verhoogde krachtsinspanning licht een tijd van inzinking volgt. Zoo ging het na den heerlijken bloei der eerste Christelijke Kerk. Zoo was het, nadat in de i6de eeuw de Kerkreformatie tot stand kwam. Worde daarom met te meer ernst de wacht bij het beginsel betrokken, stijge het gebed te ernstiger op, dat de Geest des Heeren onze kerken en scholen blijve bezielen en leiden. Doe geen valsche gerustheid ons insluimeren bij wat reeds bereikt is, maar worde de worsteling voor de eere onzes Gods en voor de komst van Zijn Koninkrijk, met te heiliger geestdrift voortgezet. En zegene God de Heere ook in dit nieuwe jaar onzs Vorstin; vervulie Hij de bede, die voor haar uit het hart van ons volk opstijgt; sterke Hij de mannen, die geroepen zijn om ons volk voor te gaan, en beware Hij onze Kerken bij het licht van Zijn Woord.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 januari 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Aan het einde van het jaar

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 januari 1909

De Heraut | 4 Pagina's