GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Dr. A. Noordtzy van Kampen verzoekt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dr. A. Noordtzy van Kampen verzoekt

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. A. Noordtzy van Kampen verzoekt ns het volgende schrijven op te nemen, an welk verzoek we bereidwillig voldoen:

Kampen, 26 Januari 1909.

Mijnheer de Redacteur !

In het jongste nummer van uw blad bespreekt de groote voordeelen, die uit een mogelijke erplaatsing voor de Theologische School — aar uw inzien althans — zouden voortvloeien. aarbij wijst u als eerste (en dus belangrijkste? ) oordeel aan, dat de Kerken dan gebruik kunnen aken van de propaedeutische colleges der V. U., ie vo'.gens u hooger staan. Hiervoor geeft u wee gronden aan: ie. een gedeelte der propaeeutische colleges wordt in Kampen door de eeraren van het Gymnasium gegeven, en hun nderwijs staat dus niet hoog genreg; ae. het ndere gedeelte wordt gegeven door de hoog eeraren in de Theologie, die op deze wijze zich iet aan hun eigenlijke taak kunnen wijden.

Vergun mij over beide een enkel woord. Laat ij daarbij met uw laatste bewering beginnen. ier doet zich de vraag aan mij op, waarom en aan de V. U. dan toch dezelfde regeling etroffen heeft als aan de Td. Sch. en een geeelte der propaedeutische colleges heeft opge ragen aan hoogleeraren in de Theologie, de eeren Geesink (die slechts 3 uren college geeft n de theologische en niet minder dan 6 in de iterarische faculteit!), Bavinck en wijlen Biestereld. Als nu ouder een dergelijke regeling de iopaedeuse lijdt, waarom is dat dan in Amsteram niet beter geregeld ? Daar kunnen alleen u n uw collega Rutgers „zich geheel aan hun igenlijke taak wijden!”

En nu uw eerste bewering. Indien alleen uit h en naam „hoogleeraar" voortvloeide, dat iemands j nderwijs „hoog" staat, dan toudt u gelijk hebben. aar gelukkig hangt de „hoogte" van het onderijs niet af van den naam, maar van de capaciteiten a an den üen docent. accent, Of ui meent u waarlijk, dat a uw u „hooggeleerde" coUega van Gelderen minder' e „hoog" ondel wijl gaf, toen hij nog een „zeer geleerde" lector was? Nu wordt depropaedeuse hier niet door „de leeraren van het Gymnasium", maar door een tweetal hunner ten deele waar genomen: door mijn collega Dr. J. J. Esser en ondergeteekende. Of het onderwijs van mijn collega E. niet „dat karakter (draagt), dat de propaedeuse van een literarische faculteit heeft", kan ik niet beoordeelen. Daarover moet u maar eens bij uw zwager op inlichtingen uit. Maar wat mijn eigen arbeid betreft, daarvan zal iku bewijzen, dat de «e niet lag«r staat dan die van uw DU „hooggeleerden" collega van Gslderen.

De meeste propaedeutici hier zijn ook mijn leerlingen geweest in de sde of 6 ie klasse van het Gymnasium, waar taij, evenals in de propaedeuse, het cndervfijs in het Htbreeuwsch is toevertrouwd. Daar leeren zij mijn „Beknopte HebreeuwEche Spraakkunst", zoodat we in de propaedeuse op dien grondslag kunnen voort bouwen. Dientengevolge beteiken we natuurlijk een hooger peil, dan het geval zou zijn, als ik bij den aanvang der propaedeutische colleges nog een begin moest maken met het onderwijs in het Hebteeuwsch. Dit laatste is met uw collega van Gslderen het geval, die dan ook altijd mijnieerlicgen, indien ze van het gymnasium naar de V. U. gaan, gelijk reeds is geschied, tot de kers«vacantie toe vrijstelt van zijne colleges voor het Hebreeuwsch. U ziet, mijn onderwijs staat vrij „hoog", ook al ben ik geen „hooggeleerde”!

Ik hoop voor u, dat de andere „voordeelen", die u voor de Th. Sch. ziet lichten bij een verplaatsing naar Amsterdam, van beter gehalte zijn dan het eerste, ofschoon ik moet erkennen, dat ik daarop niet geheel gerust ben. Anders kon het nog wel eens duidelijk worden, dat de verplaatsing der Th. Sch. wel „voordeelen" zal opleveren, maar niet voor de Th. Sch. zelve

Met dank voor de opname,

Uw dw.:

DR. A. NOORDTZIJ,

Het doet ons leed, dat hetgeen we over de voordeelen eener Akademische propaedeuse schreven, door Dr. Noordtzy is opgevat als een geringschatting van hetgeen door hem en zijn mede-lector te Kampen voor de propaedeutische opleiding wordt gedaan. Zoo wordt een zuiver paedagogisch vraagstuk omgezet in een persoonlijke quaestie, die voor publieke bespreking zeker allerminst geschikt is.

De vraag is niet, of Dr. Noordtzy dan wel Prof. van Gelderen beter onderwijs geeft, of Prof. Woltjer wetenschappelijk Hooger staat dan Dr. J. J. Esser, maar of de propaedeuse van de litterarische faculteit eener Universiteit niet uiteraard voordeelen aanbiedt boven de propaedeuse, gelijk deze thans te Kampen plaats vindt. Reeds het feit, dat een rector van het gymnasium, die behalve zijn eigen lessen nog de zorg voor heel het gymnasium op zijn schouders heeft, bovendien nog verschillende uren college moet geven voor de studenten, volstaat, om onze bedoeling toe te lichten. Als noodmaatregel kan zulk een toestand zeker gedragen, maar niemand zal beweren, dat zulk een regeling voor het propaedeutisch onderwijs zelf de beste is. Gesteld echter, dat beide propaedeusen, te Kampen en te Amsterdam, volkomen gelijk stonden, dan zou voor de Kerken er zeker toch een voordeel in schuilen, dat ze van de zorg voor deze propaedeuse bevrijd werden. Het beginsel van de „eigen opleiding" raakt, gelijk meermalen uitdrukkelijk verklaard is, uitsluitend en alleen de theologisclie vorming. Principieel bezwaar zou er dus niet kunnen wezen, om de propaedeuse aan de Vrije Universiteit te doen plaats vinden. En de Kerken zouden daardoor finantieel worden ontlast.

De tweede opmerking van Dr. Noordtzij, dat ook de Hoogleeraren der Theol. faculteit aan de Vrije Universiteit enkele colleges in de Literarische faculteit waarnemen, is zeker volkomen juist. Maar niemand zal beweren, dat dit geschiedt omdat dit op zichzelf zoo wenschelijk is. Alleen gebrek aan kracht dwingt daartoe. Bovendien staan de gevallen niet gelijk. Prof. Bavinck gaf 4 uur in de Theol. en i uur in de Literarische faculteit les, te zaam 5 uur; Prof. Honig geeft 9 uur college in de Theologie en bovendien nog 3 uur voor de propaedeutici, saam 12 uur. Prof. Geesink geeft slechts 3 uur college in de Theologie en 6 uur in de Literarische faculteit; Prof. Lindeboom, die 9 uur in de Theologie onderwijs geeft, heeft bovendien nog 3 uur college in de propaedeuse. Maar wat alles afdoet, op de jongste Synode is door de hoogleeraren in de Theologie te Kampen geklaagd, dat hun arbeid te zwaar werden daarom op benoeming van een vijfden hoogleeraar aangedrongen. Zou ontheffing van de propaedeutische colleges voor hen dan niet als een winst zijn te beschouwen?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 januari 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Dr. A. Noordtzy van Kampen verzoekt

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 januari 1909

De Heraut | 4 Pagina's