GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een der eerste grondregelen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een der eerste grondregelen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, ia Februari 1909.

Een der eerste grondregelen voor een geordende kerkelijke saamleving is, dat de besluiten, die de Kerken gemeenschappelijk in hare Synodale saamkomsten nemen, ook door de Kerken gezamenlijk worden gehandhaafd en uitgevoerd.

We beschouwen onze Synodes zeker niet als een hiërarchische macht, die boven de Kerken staat en bij wie de hoogste wet gevende, besturende en rechterlijke macht zou berusten. Elke plaatselijke Kerk is voor ons een volkomen zelfstandige openbaring van Christus' lichaam, die alleen onderworpen is aan Christus als Koning, geen andere wet kent dan Zijn Woord en bestuurd wordt door geen andere ambtsdragers dan Hij zelf heeft ingesteld. De kerkelijke macht om het Woord Gods te verkondigen en de waarheid te beladen; om tucht uit te oefenen en geestelijke rechtspraak te houden; en om regelen te maken voor de orde en regeering der Kerk, berust daarom principaliter bij de plaatselijke Kerk en wordt door haar ambtsdragers in Christus'naam uitgeoefend. Daarin ligt de handhaving van de vrijheid der plaatselijke Kerk tegenover elke machtsusurpatie der hiërarchie, die telkens in Christus' Kerk het hoofd opsteekt, de Kerken in slaafsche banden wil slaan en Christus' Koningschap feitelijk op zijde schuift.

Maar even beslist keert het Gereformeerd Kerkrecht zich tegen de onjuiste opvatting van deze zelfstandigheid der plaatselijke Kerk, die in de historie den naam van het Independentisme draagt en daarin haar kenmerk vindt, dat ze aan de synodes of saamvergaderingen der Kerken alle gezag en autoriteit ontzegt, deze alleen het recht toekent om adviezen aan de plaatselijke kerken te geven, maar iedere Kerk voorts vrij laat om deze adviezen op te volgen of te verwerpen.

Onze Kerkenorde weerspreekt dit gevoelen uitdrukkelijk, zoowel in ^Art. XXXI, waar staat, dat hetgeen in deze vergaderingen der Kerken door de meeste stemmen goed gevonden is, voor vast en bondig zal gehouden worden, tenzij dat het bewezen wordt te strijden tegen het Woord Gods, als in Art. XXXVI waar verordend wordt: „hetzelfde zeggenschap heeft de Classis over den Kerkeraad, hetwelk de particuliere Synode heeft over de Classis en de Generale Synode over de particuliere". Aan de meerdere vergaderingen komt dus metterdaad zeggenschap toe; ze mogen niet alleen adviseeren, maar ook besluiten nemen. En de Kerken hebben deze besluiten voor vast en bondig te houden, wanneer ze niet in dtrijd zijn met Gods Woord of de generale orde der Kerken. En al spreekt het wel vanzelf, dat bij deze besluiten der meerdere vergaderingen onderscheid moet gemaakt worden tusschen bepalingen, die uitsluitend de orde betreffen, bijv. dat de ouderlingen om de twee jaar moeten aftreden, dat de kerkeraad elke week behoort te vergaderen enz. en die besluiten, die een principieel karakter dragen, bijv. dat de kinderen der gemeente behooren gedoopt te worden, dat niemand ten Avondmaal zal worden toegelaten zonder belijdenis des geloofs te hebben afgelegd, enz.; en al spreekt het evenzeer vanzelf, dat afwijking van de eerstgenoemde bepalingen een veel onschuldiger karakter draagt dan van de laatstgenoemde; toch mag ook deze afwijking nooit uit willekeur geschieden, maar alleen omdat de handhaving dei-orde of het profijt der gemeente dit metterdaad eischt. En in geen geval is het geoorloofd, de principieele l^slissingen der Synode eenvoudig op zij te zetten, zonder dat men uit Gods Woord daarvoor euigen grond aanvoert, alleen omdat men een lust heeft aan de besluiten der Synode ich te onderwerpen.

Het saamkomen der Kerken in meerdere vergaderingen is toch niet een menschelijke inzetting, maar ligt gegrond in Gods Woord. Als er geschil ontstaat over de positie der heiden-christenen en de vraag oprijst, aan welke inzettingen ze zich te onderwerpen hebben, komen de afgevaardigden van de Kerk van Antlochië met die van Jerusalem saam en wordt gemeenschappelijk onder de leiding der Apostelen besloten, wat als regel voor alle Kerken gelden zal. En een Kerk die tegen het besluit der Jérusalemsche Synode in, aan de heiden-christenen meerdere lasten zou hebben opgelegd, zou door de Apostelen daarover wel Mtt ernstig zijn vermaand.

Onze vaderen hebben daarom het gezag der Synodes terecht en zeer beslist gehandhaafd tegenover alle Independentisme. Al was dit gezag altijd gebonden aan Gods Woord en al droeg het nooit een absoluut en rechtstreeks de conscientie bindend karakter, gelijk de Kerk van Rome wil, toch mag aan de andere zijde nooit vergeten, dat de Synode de saamvergadering der Kerken is en datgene wat de Kerken gemeenschappelijk hebben goedgevonden onder de leiding des Heiligen Geestes, niet door één Kerk mag worden op zij gezet.

Te meer klemt dit, omdat de Kerken, die in deze Synodes saamkomen, zich daartoe ook plechtig verbonden hebben. Alle Kerï ken hebben toch bij de verkiezing der afgevaardigden en in den lastbrief, die hun werd meegegeven, verklaard, dat ze de besluiten der vergaderde Kerken voor vast en bondig hoyden zouden. Wit desniettegenstaande deze besluiten, wat zijn eigen Kerk m aangaat, voor niet vast en niet bindende verklaart, gaat niet alleen tegen Gods Woord in, maar schendt ook de belofte door hem zelf afgelegd. Een daad, die vooral in de Kerk van Christus, waar elke belofte dubbel heilig moet wezen, te meer te laken valt. Indien de £erk in trouw aan het gegeven woord een voorbeeld voor de wereld moet wezen, hoe zal ze dan zelf op haar eigen terrein met dat gegeven woord niet rekenen?

Het is noodig om op deze dingen met nadruk te wijzen, omdat de zonde van het Independentisme in ons aller hart zit, ener op kerkelijk gebied wel verschijnselen zijn, die op een niet geringe verzwakking van het Gereformeerd beginsel wijzen.

Twee voorbeelden mogen dit aantoonen. Onze jongste Synode besloot, dat studenten, die geen praeparatoir examen hebben afgelegd, ook niet meer iiit „preeken" mochten gaan. Zelfs werd uitdrukkelijk bepaald, dat na i Januari het thans bestaande consent zou vervallen en daarmede het verlof om een stichtelijk woord te spreken, voor de studenten zou zijn ingetrokken.

Naar uit volkomen vertrouwbare bron ns wordt meegedeeld, schijnen sommige Kerken zich aan dit besluit niet te storen. Ze gaan toch voort met studenten uit te oodigen. En ze doen dit niet, omdat het besluit der Synode haar onbekend is, maar mdat ze aan dat besluit zich niet willen nderwerpen. Er 'fsfdt zelfs bijgeschreven: e Synode heeft het wel verboden, maar wij storen ons aan dit besluit niet en nooigen u toch uit. Voor de studenten, voor ie dit besluit der Synode een bron van nkomsten stopte, is dit een niet geringe erleiding. Wie merkt het, of ze stilleens Zaterdags vertrekken. Zondags in een acante gemeente optreden en Maandags eer op hun college zijn ? En als eenmaal én schaap over den dam is, volgen de ndere wel van zelf.

Onze classicale vergaderingen mogen daarom wel toezien, dat de Kerken aan dit besluit der Synode zich houden. Vermaning van weerstrevige Kerkeraden zal noodig wezen. Maar daarbij late men het niet. Wat deze Kerken drijft, is de moeilijkheid om in den dienst des Woords te voorzien. Eiken Zondag leeskerk te houden, werkt dikwijls zoo afmattend op de gemeente. Daarom drage men zorg, dat door meerdere hulp uit naburige Kerken, die wel met een Dienaar des Woords voorzien zijn, in deze behoefte voorzien worde. Dan wordt van zelf het kwaad gestuit, dat men in onordelijken weg vervulling dezer behoefte zoeken gaat. Amsterdams classis gaf op advies van Prof. Rutgers ' een goed voorbeeld, door de Kerken weer in „ringen" te verdeelen, en te zorgen, dat elke vacante £erk een geregelde bediening des Woords en der sacramenten kreeg. Moge dat voorbeeld meer navolging vinden.

Een tweede voorbeeld ligt in het besluit onzer jongste Synode, dat aan kinderen van doopleden de doop niet mag geweigerd worden, ook al moeten bij zulk een doop bijzondere maatregelen worden genomen, omdat de ouders zelf niet als getuigen kunnen optreden. Ook dit besluit heeft, naar men ons meedeelt, tot dusverre nog weinig uitwerking gehad. In verschillende Kerken gaat men eenvoudig voort met den doop aan zulke kinderen niet te bedienen, en weigert men getuigen te aanvaarden. Oordeelen deze Kerken nu, dat het jongste besluit der Synode in strijd was met Gods Woord of de Kerkenorde, waaronder we leven, dan is het haar roeping en plicht, deze bezwaren langs den wettigen kerkdijken weg in te dienen en op revisie van dit besluit aan te dringen. Maar wat niet geoorloofd is, is dat men dit besluit der Synode eenvoudig ter zijde legt, en doet, alsof de Synode hierover geen uitspraak heeft gedaan. Men ondermijnt daarmede op zeer bedenkelijke wijze het gezag der Synode en Z3u het ten slotte aan zich zelfï te wijten hebben, wanneer van onze Kerken gelden ging wat eens over Israël geklaagd werd, dat een ieder deed, wat goed was in zijne oogen.

Moge onze kerkelijke pers in dit opzicht hare roeping ook beter leeren verstaan Recht om kritiek te oefenen op de besluiten der Synode blijft aan de pers vrijstaan. Maar wanneer die kritiek feitelijk een poging wordt om de Kerken op te zetten, de besluiten der Synode niet op te volgen, dan wordt wel een zeer bedenkelijk spoor betreden. Men zij daarom met deze kritiek altijd zeer voorzichtig, en al'oordeelt men, dat een besluit der Synode minder juist was, dan rade men toch de Kerken aan, alleen langs den wettigen en geordenden weg hierin naar verbetering te zoeken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 februari 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Een der eerste grondregelen

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 februari 1909

De Heraut | 4 Pagina's