Naar wij vernemen

Amsterdam, 1 Oct. 1909.

Naar wij vernemen is het contract, dat de Synode van Amsterdam namens de Gereformeerde Kerken aan de Directeuren van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs aanbood, om te komen tot een betere regeling van het toezicht op de Theologische faculteit der Vrije Universiteit, thans zoowel door de Directeuren dezer Vereeniging als door de leden van het moderamen der Synode in duplo geteekend geworden, en kwam daarmede'de sluiting van dit contract officieel tot stand.

Dat de officieele onderteekening van dit ontract eerst een jaar na afloop der Synode laats vond, behoeft wél niet te verwondeen. Alvorens Directeuren dit contract onden goedkeuren, moest eerst de Vereeniing zelve daartoe hare toestemming geven. elijk men zich herinneren zal, werden de eden der Vereeniging in November 1908 aartoe te Utrecht saamgeroepen en werd oen, behoudens een nadere verklaring bij en der artikelen, het contract door de ereeniging aangenomen. Intusschen waren e leden van het moderamen der Synode, emachtigd om het contract te teekenen, nvoltallig geworden door het overlijden van Ds. Doorn en oordeelde het moderamen, dat in zijn plaats door de classis 's Gravenhage een andere deputaat moest worden aangewezen. Reeds dat gaf eenig oponthoud. Voorts hebben de nu weer voltallig geworden deputaten nog eenige correspondentie met heeren Directeuren te voeren gehad over de juiste bewoordingen en de beteekenis van het te Utrecht genomen besluit. Toen deze correspondentie tot een bevredigend resultaat had geleid, is het contract door de Directeuren namens de Vereeniging voor Hooger Onderwijs en door de leden van het moderamen namens de Gereformeerde Kerken geteekend geworden. Nu deze onderteeking heeft plaats gevonden, en de officieele stukken uitgewisseld zijn, heeft daarmede van zelf het vroeger geldende contract opgehouden te bestaan en is het nieuwe contract in werking getreden. Vol gens de opdracht der Synode zullen de leden van het moderamen dan ook wel spoedig de Kerken officieel in kennis stellen van dit feit en zullen de deputaten, die de Generale Synode benoemde om na de totstandkoming van dit contract het toezicht op de Theologische faculteit te oefenen, hun functie kunnen aanvaarden.

Ongetwijfeld is de totstandkoming van dit ontract zoowel voor de Kerken als voor de rije Universiteit een zaak van zeer hoog belang. Btj velen bestond nog steeds het bezwaar, dat de Kerken niet genoegzaam toezicht konden houden op de Theologische faculteit, en op de Generale Synodes werd in officieele rapporten meermalen uitgesproken, dat het toen geldende verband niet genoegzaam waarborg aan de Kerken bood. Vandaar dat de Generale Synode een nieuw contract ontwierp en daarbij de uitdrukkelijke verklaring deed, dat „naar het oordeel der Gereformeerde Kerken in dit nieuwe voorstel het verband tusschen de Gereformeerde Kerken en de Vrije Universiteit behoorlijk geregeld was, en de Kerken mitsien het verband harerzqds aldus wenschten regelen, gelijk in dit voorstel was uitedrukt" (zie Acta der Synode Art. 131 linea a pag. 78.) Deze officieele verklaring er Synode laat aan duidelijkheid wel niets e wenschen over. Indien dit verband naar et oordeel der Synode een behoorlijk verand is, en de Vrije Universiteit door dit erband te aanvaarden, aan den v^ensch der erken heeft voldaan, dan is daarmede het oo moeilijke vraagstuk, dat reeds van de agen onzer vaderen de geesten bezig hield, eitelijk opgelost. De Kerk heeft haar vollen isch gesteld; aan dien eisch is door de ca sc tr k d k K li d s te v K b rqe Universiteit voldaan. Al de rechten, ie de Kerk in zake de Theologische faculeit begeerde, zijn haar geschonken. Een B volkomen normale verhouding tusscben de!o Kerken en de Vrije Universiteit is daar-1 b S mede ingetreden.

We zeggen dit niet, alsof dit verband v daarom nooit en op geen enkel punt zou s kunnen gev? ijzigd voorden. Eerst de ervaring H kan leeren, in hoeverre dit verband juist d en goed werkt. Wijziging op ondergeschikte punten zal zeker met wederzijdsch goedvinden mogelijk zijn. Menschenwerk is nooit volmaakt. Maar dit neemt niet weg, dat de Gereformeerde Kerken zich in dit contract, wat haar wenschen betreft, volledig hebben uitgesproken; de principieelelijnen, in dit contract getrokken, zgn door de Kerken goedgekeurd; het thans gelegde verband is naar het oordeel der Kerken een behoorlijk en normaal verband. En al laten we natuurlijk ieder persoonlijk vrij, om dit verband niet behoorlijk te achten en aan een nog strenger verband of een meer los verband de voorkeur te geven, zeker kan van dit oogenblik door niemand meer gezegd worden, dat dit de overtuiging der Kerken zou wezen. Want wie dat zegt, zou daarmede de officieele en pertinente verklaring, dooï de Synode afgelegd, tot een onwaarheid stempelen.

De voorstelling, alsof onze Gereformeerde Kerken officieel voor het beginsel der eigen opleiding zouden gekozen hebben en daarnaast de vrije studie alleen zouden gedoogen, is niet alleen historisch ten eenenmale onjuist, maar wordt door de verklaring der Synode te Amsterdam ook beslist weer sproken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen