GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In niet geringe

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In niet geringe

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In niet geringe mate heeft de rede, door Prof. Dr. G. Heymans bij de overdracht van het Rectoraat aan de Groninger Hoogeschool gehouden, de aandacht getrokken. Hij hau' delde over de toekomstige eeuw der psychologie en feitelijk is zijn betoog niet anders dan een aanprijzing van de wetenschap der zielkunde als een panacee tegen alle kwalen van onzen tijd. Niet echter om dit geneesmiddel, maar wel om de diagnose van de krankheid onzer eeuw is deze oratie van zoo hoog belang

Volkomen terecht toch wijst Prof. Heymans er op, dat trots de reusachtige vorderingen op mseJerieel gebied, het levensgeluk in onze eeuw zoek is. „Steeds sneller en vollediger, zegt hij, worden onzs behoeften bevredigd en steeds voelen we ons minder voldaan; hoe overvloediger de weldaden der beschaving ons tosstroomen, des te leeger wordt ons leven". Onze eeuw, zoo rijk aan uitvindingen, waarin de macht des menschen op elk gebied met reuzenschreden toenam en waarin de welvaart klom als nooit te voren, is tegelijk de eeuw van onrustig zoeken en hopeloos neerzitten, van neurasthenie en zelfmoord.

De oorzaak daarvan ligt, naar zijn oordeel, hierin, dat wrj veel meer dan vroeger vreemd staan en het gevoel hebben van vreemd te staan tegenover drie dingen, namelijk ons zelf, onze medemenschen en den grond der dingen. De innerlijke harmonie met ons zelf, met onze medemenschen en met God ontbreekt en daarom ontbreekt ook het levensgeluk.

We staan vreemd tegenover ons zelf. Ons geestelijk leven is zoo gecompliceerd geworden; tal van indrukken van buiten werken zoo onophoudelijk op ons in door den stroom van het moderne leven, dagbladen illustratie-lectuur, het bijwonen van lezingen en tooneei-voorstellingen, dat dé moderne mensch, die met de traditie gebroken heeft en „voraussetzungslos" al deze indrukken in zich opneemt, zich zelf een doolhof wordt, waarin hij geen weg meer vinden kan Gevolg van die verbrokkeling van het leven is het gebrek aan markante, hoekige, scherp omlijnde figuren; maar niet minder, dat we ons telkens vergissen bij het doen van groote levenskeuzen, beroep, echtgenoot, vrienden, godsdienstige en politieke richting. We zijn een perpetuum mobile geworden; de vastheid van innerlijke overtuiging ontbreekt.

Evenzoo staan we vreemd tegenover elkander. De verbrokkeling van ons eigen zieleleven maakt, dat we ook anderen niet meer verstaan. We leven ieder voor zich in de cel onzer bijzondere gedachten, aandoeningen en wenschen; met den een hebben wij deze, met den ander gene punten van aanraking, maar een veelzijdige, alle zijden van ons geestelijk bestaan omvattende intimiteit, gelijk onze vaderen deze kenden, wordt gemist. Vandaar dat we de woorden en daden onzer medemenschen zoo vaak verkeerd begrijpen en beoordeelen. Dit misverstaan van elkander leidt tot verwijdering tusschen ouders en kinderen, tusschen echtgenooten, tusschen vrienden en is een bron van voortdurend leed.

En niet het minst klaagt hij tenslotte daarover, dat we vreemd staan tegenover den grond der dingen, wat wij zouden zeggen tegenover God, De mensch heeft, zal zrjn leven niet zinledig en banaal, troosteloos en waardeloos voorbijgaan, eeaac/iiergrond noodig, waardoor het kleine stukje wereldgebeuren, dat wij overzien, met het geheel verbonden wordt en daaraan zrjn beteekenis en waarde ontleent. Zulk een achtergrond heeft de godsdienstige mensch, zegt hij, in het geloof aan een goddelijk wereldbestuur.

Maar die godsdienstige mensch wordt al meer een uitzondering; de religteuse wereldbeschouwingen verliezen geleidelijk aan kracht. De groote meerderheid schommelt tusschen agnosticisme en materialisme. En de droeve gevolgen daarvan blijven niet uit. Met sprekende cijfers toont Prof. Heymans dit aan. Brj de onverschilligen op religieus gebied vindt men, gelijk een onlangs gehouden enquête aantoonde, veel meer lust om afkeurende kritiek te oefenen, veel meer achterdocht en prikkelbaarheid, veel meer wisseling van stemming en veel minder neiging tot idealiseeren, dan bij de warm godsdienstigen. Hetzelfde geldt van de regelmatige werkzaamheid en het doorzettingsvermogen, van belangeloosheid, medelijden en hulpvaardigheid, van eerlijkheid, geloofwaar-^ digheid en betrouwbaarheid, gelijk dezelfde enquête aantoonde in maar al te duidelijk sprekende cijfers. „Overzien we deze cijfers, dan zullen we, zegt hij, ook als ongeloovigen moeten toegeven, dat de verzwakking van het godsdienstig leven in onzen tijd zeer ernstige gevaren met zich medebrengt."

Dat Prof. Heymans ten slotte genezing van al deze. kwalen verwacht van een voortgezette beoefening der zielkunde, waardoor we onze eigen ziel en die van anderen gemakkelijker zullen verstaan, minder wisselend zullen zijn in onze keuzen, voor de opvoeding onzer kinderen beter zullen kunnen zorgen enz., terwijl hrj als surrogaat voor de religie ons aanbeveelt zijn panpsychisme, laten we verder rusten. Voor ons had alleen belang, dat deze uitnemende philosoof en kenner der psychologie, die ook in het buitenland als een der bekwaamste mannen van Nederland geëerd wordt, zoo scherp de wondeplekken van het leven van onzen tijd aangaf.

Gemis aan eigen vaste overtuiging maakt ons ten speelbal van al de windstroomingen om ODS heen; zelf verbrokkeld in ons zieleleven, missen we de macht om in harmonie met onzen medemensch te leven; en waar het religieuse geloof wegzonk, wordt het leven banaal, vreugdeloos, gaan de eelste karaktereigenschappen verloren en neemt wantrouwen, onbarmhartigheid, gebrek aan werklust en doorzettingsvermogen toe.

Prof. Heymans, de kundige psycholoog, heeft het ziektebeeld volkomen juist geteekend. Hat is hetzelfde wat de Apostel Paulus in ziJB dagen klaagde over de heidenwereld om hem heen: geene hoop hebbende, zonder God in de wereld. Alleen, Paulus wist beter waar genezing te vinden was voor de ontstemdheid van het menschelijk hart, toen hij schreef: wij dan gerechtvaardigd zijnde door het geloof, hebben vrede mtt God.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 oktober 1909

De Heraut | 4 Pagina's

In niet geringe

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 oktober 1909

De Heraut | 4 Pagina's