Leestafel.

1. DIACONAAL CORRESPONDENTIBBLAD VOOR DE GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND. Redactie DR. J. C. DE MOOR, te 's Gravenhage en MR. A. VAN MAARE, TE ARNHEM. Uitgever

J. .H. Kok te Kampen.

Van dit blad, dat sedert i April in den heer J H. KOK een nieuwen uitgever kreeg, werd ons een dubbel-nummer, het gecombineerde Maarten Apnlnummer van den Ssten Jaargang, toegezonden.

Ik vestig er hier gaarne de aandacht op.

Allerwege toch is er, gelijk de uitgever in een aan onze Redactie gericht schrijven zegt, een opleving op het terrein van Armenzorg merkbaar en wordt er getracht te komen tot meer helderheid, tot meer licht, tot duidelijker belijning van beginselen en werkzaamheden, van roeping en plicht.

De redactie nu van dit maandblad en de medewerkers die haar bij den arbeid steun bieden, willen trachten op dit gebied leiding te geven en de lezers van deze periodiek op de hoogte te houden van den dienst der barmhartigheid en al wat er mee samenhangt.

Ook dit dubbelnummer is even actueel als rijk van inhoud.

Het vermeldt het thans ingediende wetsontwerp tot vaststelling van een nieuwe regeling van het Armbestuur en de M. v. T. van Minister HEEMSKERK. Het bevat het Referaat van den heer W. BOUWMAN, gehouden op de Friesche Diaconale Conferentie te LEEUWARDEN, over Art, 20I21 der Armenwet en „dubbele bedeeling". Verder geeft het in een artikel Armenraad een overzicht over hetgeen geschied is inzake den Armenraad. Ia een artikel: De Nederl, Herv, Kerk en het vraagstuk der Armverzorging, bespreekt het kortelijk het opwekkend schrijven van Dr, I. H. ADRIAM, diaken te Utrecht, tot reorganisatie van het diakenambt in de N. H. Kerk. Van de onlangs opgerichte Vereeniging „De Voorschotkas voor leden der Gereformeerde Kerk te Amsterdam", nam het op de Statuten en enkele artikelen uit het huishoudelijk Reglement, en den Leiddraad voor bezoekers{sters). Ook bevat het een uitvoerig schrijven van PROF. F. L. RUTGERS in zake eenige opmerkingen der Redactie, naar aanleiding van zijn in het D. C. in Januari opgenomen stuk waarin hij, op de vraag „of het raadzaam was, dat een Diaconie als zoodanig, d. w. z. als geconstitueerd kerkelijk college, lid werd van de Nederlandsche Vereeniging voor Armenzorg en Weldadigheid en van den, ' in verband met die VereeoigiDg in te stellen, plaatselijken armenraad", ontkennend geadviseerd had. Een schrijven waarin Dr. RUTGERS de tegen zijn advies ingebrachte opmerkingen weerlegt en waarop de Redactie in een volgend nummer haar repliek hoopt te geven. Eindelijk een verslag van dePiov. Diac. Conferentie, gehouden te Leeuwarden op 2 Maart jl.

Maar ik vestig hier ook gaarne de aandacht op dit Maandblad, omdat de redactie, de inteekenaren driegend verzoekt pogingen aan te wenden om het blad meer ingang te doen vinden, en ook allen, wien de uitgever thans een nummer ter inzage zendt, met klem uitnoodigt een abonnement te nemen.

Dit dringend verzoek en deze uitnoodiging met klem breng ik hier over.

Inzonderheid aan onze diaconieën en diakenen.

De abonnementsprijs per jaar is / i 50,

2, BETH-PALET, HUIS VAN ONTKOMING VOOR DE ONGEHUWDE MOEDER EN HAAR KIND.

Dezs vereeniging, die haar werk van barmhartigheid in stilte voortzet, en nu vier jaat geleden haar „mededeelingen naar aanleiding van het vijt-en twintig jaar bestaan" in het licht gaf, publiceerde eerst thans weer een mededeeling omtrent haar arbeid. DR. CORNELIA DE LANGE geeft daarbij een naschrift: „van de kinderen".

„Den isen December 1909", zoo schrijft het Bestuur van BETH PALET in deze zijn publicatie) „is een oud rechtsbeginsel bij vernieuwing i" onze Nederlandsche wetgeving gehuldigd; de aansprakelijkheid van den MAN voor de opvoeding van zijn buiten echt verwekt kind'.

„Intusschen blijft een arbeid als die van „Beth-Palet" noodig, en vertrouwen wij dat na deze mededeelingen menigeen zich opgewel« zal gevoelen „Beth-Palet" in zijn gezegend werK te steunen".

Metterdaad «jn de feiten, in iei^ kleine brochure mcd«ged««ld, wol in itaattotsteua oP

te wekken voor het liefdewerk, dat in het huis op de PRINSENGRACHT 777 te Amsterdam wordt geoefend.

De trouwe voorzitter van Beth-Falet, de heer j. MULLER, ten vorigen jare op Syjuigen leef tijd orerieden, is thans vervangen door Ds. CHR. HUNNINGHER, predikant te Amsterdam, terwijl behalve de heeren H. MATHIJSSEN, penningmeester, en G. VELTHÜIJSEN JR, secretaris, de heeren MR. V. H. RUTGERS en J. MULLER JR. het bestuur vormen. Mej. A. JONKMAN wijdt als directrice haar goede zorgen aan het huis.

Uit tabellen vermeldende de provinciën van waar de opgenomen moeders herkomstig zijn en de religies waartoe zij behooren, blijkt, dat NOG GEEN DERDE DEEL van de verpleegden uit AMSTERDAM afkomstig was, zoodat met vrij moedigheid voor dit werk der Christelijke barmhartigheid, dat & l wat in ellende is wil helpen, ook buiten AMSTERDAM steun mag worden gevraagd.

Wie op die vraag met een daad wil antwoorden, ïende een jaarÜjksche bijdrage of een gift in tens aan den penningmeester, den heer H. MAT-THVSSEN, CEINTUURBAAN 221, te Amsterdam.

3. B. TER HAAR ROMENY. HOE ZIJN WJJ AAN OKZEN BIJBEL GEKOMEN? Baarn. Hollandia-Drukkerij.

Ds. TER HAAR ROMENY, blijkens dit boekje, een Schriftgeloovige, wijst daarin op de, oo in onze kringen uitgesproken, weuschelijkbeid van een herziening van de Statenvertaling van onzen Bijbel, voor welken arbeid van de geleerden der 17e eeuw het hem overigens niet aan eerbied en waardeering ontbreekt.

In een zestal hoofdstukken handelt dit boekje zakelijk en populair over de Handschriften, de vertalingen en citaten, die voor den tekst van den Bijbel in de oorspronkelijk talen hebben gediend en nog kunnen dienen. Over de oudste Nederlandsche Bijbelvertalingen enfiijbeluitgaven van 1522 tot op heden.

Wie van deze dingen iets wil weten, kan hier terecht.

4. L, S. J0N6SMA V. d. m. te MIddelstum. ZESTAL LEERREDENEN, Groningen — Firma G, J, Reits — jtpio.

Deze leerredenen zijn zuiver gereformeerde preeken, die zeker met stichting zullen zijn gehoord en zich ook evenzoo laten lezen.

Ds. Jongsma weet op te bouwen in de kennis der waarheid, en daarbij ook te treffen het batt en kostelijke wenken te geven voor de praktijk der godzaligheid.

Zijn preeken gaan over „stoffen des Ouden en des Nieuwen Testaments".

De onderwerpen zijn: andelen voor het aangezicht Gods, (Gen. 17 : i^.); de Kerk des Heeren gelijk aan een gouden kandelaar (Zacb. 4 : 2 en 3); Het zout der aarde (Mt. 5 : 13); Overvloedige Genade (Efeze i : 8 en 9); de Overgang uit den dood in het leven (i Joh. 3 : 14a); de toekomende heerlijkheid (Openb. 21 : 3 en 4).

Middelstum's prediker heeft ook vroeger reeds een bundeltje preeken uitgegeven, en dit nieuwe verscheen zegt hij, opdringend verzoek het nog eens weer te doen.

Wij kunnen dit verzoek verstaan.

De preeken zijn naar de bedoeling van haar opsteller bijtonder geschikt voor „leeskerken". £r pasklaar voor gemaakt, zegt bij. Ik meen, dat hem dit ook is gelukt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen