Leestafel.

1. DR. J. A. C. VAN LEKUW8N. HET NIEUWE TKSTAMENT.

Dit boekje is No. 3 uit Seiie I van de BIBLIOTHEEK \'OOR GODSDIENSTONDERWIJS, die onder redactie v»n DR. A. TROEISTRA en DR H. VisscHER, bij den uitgever G. J. A. Ruijs te Utrecht verschijnt.

Reeds vroeger heb ik over het doel dat men ïich met dcxe Bibliotheek stelt, hier gesproken.

De daarin te verschijnen werken van niet al te giooten omvang, zijn bestemd om als handboekjes gebruikt te worden bij het Godsdienstonderwijs op christelijke gymnasia en hoogere burgerscholen.

Of het doel dat men met het geven van Godsdienstondernrija aan leerlingen van deie inrichtingen beoogt, door middel van zulke compendia van zoo ongeveer alle Tneologische studievakken kan worden bereikt, daaromtrent ben ik ook nu nog eenigstins sceptisch gestemd. Ik voor mij heb nog altijd meer verwachting van Bijbel-en Catechismusgebruik, en dan natuurlijk onder leiding van een, naar hart en hoofd, voor zijn taak wel toegerust docent.

Maar ten slotte is het een qaaestie van methode.

Afgezien nu van het doel der BIBLIOTREKK, wil bet mij voorkomen, dat PBC F. VAN LEEUWEN, de N. TesiameniicuB aan de Utrecht; che Universiteit, met dit zijn werkje aanrpraak beeft op den dank van ons christelijk publiek.

Reeds het standpunt dat de schrijver ten opdchte van de heilige Schrift inneemt, maakt de lezing en bestudeering er van ook voor gereformeerden aanbevelenswa»rdig. „Ik heb" zegt de hooglcertar zelf, „er naar gestreefd, den gang der bijzondere Godsopenbaring onder het Nieuwe Verbond, en de structuur van de H. Schrift des N. Testaments duidelijk te doen uitkomen". Daartoe heeft bij zijn stci dan zoo ingedeeld, dat hij, na een INLEIDING, waarin hij eerst het Nieuwe Testament als deel der H Schrift en dan naar zijn inhoud bespreekt, — eerst van den CHRISTUS OP AARDE, daarna van HET WERK VAN DEN VERHOOGDEN CHRISTUS en ten slotte van CRISTUS EN DE TOEKOMST handelt.

Het wil mij, nadat ik het bocl< j? met zijn rijken inhoud heb doorgelezen, toeschijnen dat de hooggeleerde auteur metterdaad heeft bereikt w; ^ar hij naar streefde.

Biedt de INLEIDING in haar eerste § zekere elementaire kennis omtrent den kanon, de taal, de handschriften en de oude vertalingen, waarbij ook met groote waardeering van onze Statenvertaling wordt gesproken, in haar tweede § geeft zij de partitie van bet wetk.

In het eerste deel, wordt dan, zonder dat echter op bet ontstaan onzer vier evangeliën en de daarmee samenhangende vragen wordt ingegaan, van CHRISTUS leven op aarde, van zijn prediking en wonderen, zijn dood, opstanding en hemelvaart gesproken en tevens een blik geslagen op den tijd en de omgeving waarin Hij optrad.

Het tweede deel gaat over het werk van den VERHOOGDEN CHRISTUS en wel bet ie onderdeel over: DK STICHTING EN UITBREIDING DER KERK, waarvoor de schrijver zijn stof ontleent aan de HANDELINGEN, en het ze onderdeel over: DE ONDERWIJZING DES H. GEESTES, waarvoor de stof is ontleend aan de BRIEVEN, over wier ontstaan en daarmee samenhangende vragen «èl een en ander, doch altijd zeer summierlijk, wordt medegedeeld.

In het iaatste deel: DE CHRISTUS EN D TOEKOMST is de stof ontleend aan de OPENBARING. Tevens wordt daarin veel medegedeeld wat dit laatste Bijbelboek voor menig Bijbellezer duidelijker zal maken.

Bij een beoordeeling van VAN LEEUWEN'S compendium dient te worden bedacht, dat het niet voor Theologen en zelfs niet voor Theologanten is geschreven. Maar voor ieder ander acht ik het een zeer bruikbaar boekje om een goed inzicht te krijgen in het Nieuwe Testament.

a. VOGELBESCHERMING, EEN EISCH DES TIJDS. Te De Bilt bij Blass en Groenewegen, Koninklijke Magazijnen van Tninbouwwerktuigea ea benoodigdheden.

Wat is al niet een „eisch des tijds" ? Wie er nog niet van overtuigd is of zelfs niet aan dacht, dat ook VOGELBESCHERMING er toe behoort, wordt het in dit alleraardigst boekje aangepreekt.

En ik moet zeggen, de firma Blass en Groenewegen verstaat dat.

Men late zich vooral niet afschrikken door het tweede titelblad waarop:

VOGELBESCHERMING

Haar nut

Hare toepassing

Haar genot —, aan een ietwat geantikeerde en, nit 'n een oogpunt van belang-Etelhnggaande-hoaden, minder aanbevelingswaardige preek-methode doet denken. Want als ge maar aan 't lezen gaat en daarbij als ik, op bet gebied der ornithologie, een leek zijt, mcè' ge het boekje wel blijven doorlezen tot het nit is. £a dan twijfel ik niet of ge zijt, indien ge het nog niet waart, voor de goede zaak gewonnen.

De heeren BLASS EN GROKNENWEGEN, deze voortreffelijke propagandisten, hebben u gepakt en het staat bij u vast:

Wij allen moeten, zooals het op p. 27 heet:10. toffveel we kunnen een eind maken aan het doelloos doeden van vogels;

20 . er voor zorgen dat se geschikte en goede woonplaatsen krijgen;

30. maatregelen nemen om ee in den slechten tyd doelmatig van eten en drinken ie voorzien;

40. niet rusten voordat de wetten der vogelbtscherming afdoende verbeterd zijn.

En het is a dan tevens duidelijk geworden, hoe wat moet ook kan en dat óók met betrekking tot punt 2 en 3.

Punt I en 4 toch zijn, ook zonder nadere toelichting, klaar. Tegen „vogelmoord" toch is het groote middel „verhooging van het zedelijk bewustzijn", met name bij dames op bet stuk barer hoeden; en „vogelbescherming" krijgt men, zooals al dergelijke dingen, door 'n rusteloos invloed oefenen op de „wetgeving”.

Deze ethische en politieke zijde van de qaaestie laten aan duidelijkheid dus niets te wenschen over. Hoe dat gaan moet, weet tegenwoordig gelijk bij al dergelijke quaesties, iedereen.

Maar met punt s en 3, de tegenwoordige nwooingnood" der vogels, bier ook al een gevolg der toenemende cultuur (boscbcultuur en landomginning, droogleggen van plassen en aanlagen van waterwegen, telegraaf en telefoon P»len, zelfs de „Rotterdamsche Waterweg" wordt hier genoemd, p. 33) en de „broodvraag" der Vogels bij heeten zomer-en drogen wintertijd, staat het eenigszins anders.

Dat raakt de technische tijde van de vogelquaestie en hoe dat gaan moet weet, als bij meer quaesties van zuiver praktischeo aard, na wet 200 iedereen.

Maar dat kin nu iedereen weten, die het boekje **a Buss IN GROBNEWEGSN beeft gelezen.

Het ru nog niet te weten wordt alzoo schuldige onwetendheid,

Er bestaat tcch, zooals u dit boekje leert, een systeem voor.

Het SYSTEEU-BERLEPSCH.

Naar dat systeem worden en werden al lang „nestkastjes" en „voedethuisjes" voor vogels ver vaardigd Ze zijn doelmatig en goedkoop en de . vogels komen er gaarne in. £n het boekje zegt het wel niet, maar ik denk het zoo, de Firma BLASS EN GROENEWEGEN te DE BILT met haar Koninklijke magazijnen van tuinbouwwerktnigen en benoodigdheden, — doet in die „nestkas jes" en „voederliui^jes".

In het boekje dat ze uitgeeft, vindt men er een aantal afbeeldingen van.

Vogelbescherming moge dan voor de heeren BLASS EN GROENEWEGEN niet maar alleen een „eischdes tijds zijn", dat ïij dit óók is, hebben zij met hun aardig en zakelijk boekje overtuigend aangetoond.

Ik wensch het een raime verspreiding en vele lezers, zoo onder onze stads-als dorpsbewoners.

3. GEÏLLUSTREERDE CHRISTELIJKE SCHEOR-KALENDER 1911. — J. N. Voorhoeve, 's-Gravenhage. Wat ook een eisch des tijds mag heeten is een kalender. Jammer, dat de kalender van VOORHOEVE mij niet eerder bereikte, want dan bad ik hem besproken tegelijk met de andere christelijke Scheuikalenders waar ik het verleden week o/er bad. Ook deze doet met zijn schild, waarop Mozes op de rots slaande is uitgebeeld, bijsonder mooi. Niar men weet is van V's kalender een aantrekkelijke eigenaardigheid, dat de tekst aan de voorzijde verband houdt met het verhaal aan de achterzijde. Bovendien zijn ook nu weer twaalf bijbel-, sche tafereelen in kleurendruk — van Abrahams roeping tot Izaks ontmoeting met Reiekka, naar teekeningen van J. H. ISINGS JR., — opgenomen in het blok. Ook deze kalender is om zijn fraaie uitvoering, echt christelijken inhoud en geringen prijs aan te bevelen. Tegen een kleine prijsverhooging krijgt men er het, voor j Dcge men-Echen, zoo boeiend verhaal: DRIE JONGE MANNEN door JOHANNES, als premieboek bij.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen