GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

VOOR EN NA EEN WOELIGEN PAASCHDAG.

II.

EEN VERGEEFSCHE REIS.

Hampi bereikt Vlissiugen en stelt al zijn Italiaansche geslepenheid te werk om 's Hertogs plan aanDemelijk te makenj de tnree vendels Walen, die in Vlissingen lagen, zouden ver trekken, en te scheep zouden andere troepen komen, om ter verdediging der stad zoo spoedig mogelijk het kasteel te voltooien; met d foeriers kon de vroedschap onderhandelen, opdat de komende soldaten, zonder overlast te doen, bij de burgerij ingelegerd werden.

Ja, wel is alles fraai voorgesteld door u mijnheer den Italiaan, maar de burgemeesters CUude Willemss en Apolonius lagels hebben gezond verstand genoeg om uw listig plan te doorzien!

„Als Vlissingen zoo geducht tegen een vijand bestand moet wezen, en daartoe de citadel ten spoedigste voltooid moet, waarom heeft men dan een groot deel van den munr afgebroken", vraagt de een; en „Waarom heeh onze wijze heer, keizer Karel, daarop nooit gezonnen"? voegt een ander daarbij.

„ Ja *i '1^ ^*^ v^' ^llss wezen om 't innen van den tienden penning te vorderen", meent een derde.

„Oen tienden penning noemen de heeren van Middelburg: de groote, exorbitante en alkrlastigste Propositie van den Hertog" brengt een vierde in. laderdaad wordt deze belasting aldus in de actestukken van Middelburg geheeten en leverde de^e stad, bij al de vertoogen der Staten, nog een aisonderlijke protestatie daar tegen in.

„Weet gij het nog niet heer Hampi, dat in Middelburg velen het voorbeeld van Brussel heoben ge< 'o1gd? Zij sluiten bun winkels, willen niet meer koopen en verkoopen, en wie niet handelt, betaalt geen enkelen tol meer".

Met alleilei dergelijke besprekingen gaat de Zaterdag voor Scipio Hampi verre van gerust voorbij; hij ducht, dat de troepen, die alreeds op weg naar Vlissingen zijn, een skchie OBIvangst beidt.

Het klokkenspel van den fraaien toren der Grooie of Sint J«cobskerk heeft in de vroegte zich als naar gewoonte doen hoorecj doch wordt onmiddellijk gevolgd door het klokgelui, dat de vromen ter hoogmis roept, want hetisFischen Geheel verschillend van vroegere feesten zou binnen Vlissingen deze Faascüzondag gevierd worden.

In den avond van dien gedenkwaardigen dag verliet Scipio Hampi in alle stilte de stad, om van zijn mislukte zending en van nog meer kwaad nieuws den hertog van Al va verslag te gaan doen, hij kwam na zijn vergeefsche reis Tan een koude kermis thuis, al was de ontvangst bij den toornigen landvoogd een warme.

III.

OP APRIL ZES, VKRLOOR ALVA ZIJN FLESCH !

Hoeveel er ook dien Zaterdag vóór Paschen op het Raadhuis met Hampi en de foeriers door de vroedschap ger.edeneerd werd, tot besluiten kwam het niet en de foeriers begonnen een hoogen toon aan te slaan en het inwilligen hunner vragen te eischen.

Des avonds laat komt Jan van Cnyck, heer van £rpt, in de stad en brengt daar de tijding der inneming van den Briel door de Watergeuzen. Gretige ooren vangen dit groote, onver wachte nieuws op, vlugge toogen berichten tot in den nacht die mare in de stad aan elk, die naar het goede nieuws msar hooren wil.

Bij het dagen van den morgen tiet een wakker bootsman een, twee, zes, zeventien schepen de Schelde afkomen; weldra werpen ze het anker; en bij met een visscher op kondschap uit!

Spaansche soldaten worden met die schepen vertroerd, niet minder dan drie vendels zijn er aan boord en die zullen, als de ebbe invalt, naar Vlissingens haven stevenen om daar ont-Echeept te worden. Lieve en Douwe weten genoeg en roeien zoo snel mogelijk naar het hoofd, gaan aan wal en vertellen aan een ieder, dien ze ontmoeten, wie daar op de reede toeven.

Langs Bier-en Ecgelsche Kade, vanGtooteen Oude Markt, uit alle straten, komen nieuwsgierigen aanloopen om zich met eigen oog te gaan overtuigen van de waarheid van het ge rucht.

„Daar liggen ze al de schepen, die u de Spat j ooien zullen brengen, die den tienden pen ning met geweld en gruweldaad zullen innen; zij weten van geen genade, vraagt het maar in Vlaanderen, ie Antwerpen en Brabant" zoo roept de heer Van Erpt, terwijl hij zich bij den drom voegt, die naar het havenhoofd snelt.

„Wij hebben al teveel last van de Walen, die hier liggen, geen Spaansche vendels er bij, " antwoordt hem een kloek gebouwd zeeman.

„Net zoo. Janmaat 1 Jaag die Walen Vlissingen uit; in den Briel zijn Watergeuzen genoeg, vele Zeeuwen zijn er onder hen, die zullen ons komen helpen, " herneemt Van Cuyck.

Mat deze en dergelijke uitroepen bereikt de menigte het hoofd en zien de schepen in breede lijn op den fraaieu stroom liggen.

Geen twijfel mogelijk. Elk dek krielt van krijgslieden. „Naar het R»adhuis, naar het Raad huisi" klinkt het nu en de gesprekken der op gewonden schaar loopen over niets anders op den terugweg, dan over het onrecht, dat men vrijen burg-^rs wil aandoen, door het inlegeren van vreemde soldaten.

„Hadden Oratje, Egmond, Hoorne en menig ander edelman daarvoor zoo lang bij Koning Filips er op aangehouden, dat die vreemde krijgslieden zouden vertrekken? " vraagt een be jaard man aan een j.nggezel.

„Maar weet ge dan niet, dat de Hertog er duieenden meegebracht heeft, toen hij vijf jaar geleden in Brussel kwam? "

„Daar gaat de mia uit". Kijk wat een volk komt uit Sint Jacob". „Waarover hebben die het zoo druk? "

„Wel over de preek van den parochiaan i), over wat anders zou je denken? Weet je niet man ? dat hij quaedi Spaensch is".

„Daar heb je een hoop volks, die niet ter misse zijn geweest, vanwaar zouden die komen. Jan Alman 7" zoo vraagt een bezadigd burger aan dezen algemeen geachten poorter.

Doch eer Alman op een antwoord zint, klinkt het uit den hoop: „Verraad, verraad I de Spanjiarden komen al". En uit de kerkgangers gaat de kreet op: „Weg met de Spanjaarden", weg met de Spanjoolen!" En de aangegroeide menschenmassa spoedt zich met deze uit honderde kelen herhaalde kreten, naar het Raadhuis.

Wat te doen? vraagt men zich daar af; vele leden der vroedschap, als de parochiaan quaedt Spaensch, durven niet gelijk hij gedaan heeft tegen Alva en de Sparjoolen afgrijselijck donderen; zij hebben evenwel geen beleid om op te treden en meen en met vertoon van gezag de burgerij te bedwingen. Ze rekenden buiten den waard 1 Wie van het hoofd kwam had de Spanjaarden van verre op de schepen gezien; wie uit de kerk kivam, had daar vernomen, hoe Alva eu zijn af schouwelijcke dwanck aan Farao van Egypte gelijk waren; die was ernstig vermaand geworden om dat gehate juk af te schudden, en des Koniogs wettigen stadhouder, den prins van Oracje, alleen te gehoorzamen. (De parochiaan had gewis den vorigen avond ook ver nomen wat den len April met Alva's Bril gebeurd was.)

Op de vragen van ettelijke burgers wat de e Burgemeesters zouden doen, bekwam men geen antwoord; de foeriers, ook op de Bierkade bij het stadhuis, veroorloofden zich, stout op de troepenmacht, die niet verre was, dreigende (aal en een hunner geeft Alnian, (die hem zegt cich wat te matigen, daar hij een vreemdeling en geen poorter is) een slag. Alman, daarover terecht verontwaardigd, baant zich een we met de woorden. „Laat mij door, ik baal mijn rapier, geen Vlissings poorter laat zich slaan."

„Atmau gaat zich wapenen, Alman gaat zich wapenen" gaat het van mond lot mond; doch wordt door enkelen veranderd in t: „Alleman gaat zich wapenen, alleman gaat zich wapenen" — en de opgewonden menigte snelt weg om Almans voorbeeld te volgen.

De ^-eheele stad raakt in roer 1 Uit is het met gezag en bedreiging; de nu gewapende hoop verzamelt zich weder op het havenhoofd. Er is geen tijd te verliezen, de ankers worden gelioht, de zeilen bijgehaald, het roer der Spaanscae schepen naar de haven gewend; de et)be was ddu! Ze konden nu aanleggen.

Daar neemt van Cuyck het woord: „Mannen, poorters van Vlissingen, wat wilt gij? Laat die Spaansche spekken binnen en gij hebt een wissen dood voor oogen; zij berooren u van alles om den tienden penning te betalen; erger 1 zij mishandelen uw vrouwen en docbte ten, verdedigt gij ze, zij slaan u dood 1 Maar hebt gij den moed bun den toegang te weigeren, dan kan uw wettige stadhouder u tegen de boosheid van een Alva en zijn bloedhonden verdedigen. Jaagt de Walen ter stad uit, herstelt den muur, breekt dat nest, d e citadel af en als mannen, zult gij u zelven bevrijd hebban. Deze is de rechte stonden om uw manhaftig heid te bewijzen; want 't en waar gij deSpanj iarden buiten houdt, wil ik niet dat... voor iemands leven geven. Hebben Egmond en Hoorne noch afkomst, noch zeer ttefT^lijke diensten gebaat, wat schijnbaarheit van genade doch rest, waar gij u mtê vleien kunt".

l) Parochiaan, voornaamste of eerste priester eener stad. Quaedt Spaansch niet Spaansch gezind.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 augustus 1911

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 augustus 1911

De Heraut | 2 Pagina's