GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Hooge Raad heeft dezer dagen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Hooge Raad heeft dezer dagen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 12 Jan. 1912.

De Hooge Raad heeft dezer dagen een niet onbelangrijke beslissing genomen in een Icerkelrjk vraagstuk, dat reeds lang hangende was en waarover de meeningen dier rechterlijke colleges, die hierover dusver uitspraak hadden te doen, zeer uiteen liepen. Vermoedelijk zal aan dit verschil in de rechterlijke practrjk thans wel een einde zijn gemaakt, nu ons hoogste rechterlrjk college heeft gesproken, en het niet meer voorkomen, dat de eene kantonrechter een gansch ander vonnis w^st dan de ander, terwijl het over dezelfde zaak gaat.

Het proces, dat door de Hervormde Kerk te 's-Gravenhage aanhangig was gemaakt, gold de vraag, of iemand, die nog geen belgdenis des geloofs had afgelegd en dus niet door eigen wilsdaad zich bg de Kerk . had aangesloten, toch verplicht kon worden de kerkelijke belasting te betalen op grond, dat hrj in de boeken dezer Kerk als dooplid geboekt stond en de Kerk hem daarom als lid beschouwde.

Rechtstreeksch belang heeft dit proces voor ons niet, want onze Kerken hefïen gelukkig geen belasting, en denken er nog veel minder aan om degenen, die weigeren voor den Kerkedienst b^ te dragen, met deurwaardersexploiten en rechterlijke vonnissen daartoe te dwingen. Zelfs aarzelen we geen oogenblik uit te spreken, dat we dit heele proces, dat thans tot de hoogste instantie toe is doorgezet, een schande achten voor de Kerk van Christus en een verloochening van onze Protestantsche beginselen.

Reeds op zichzelf verlaagt het een Kerk in de oagen der wereld, wanneer ze, niet meer in staat om door geestelijke middelen de offervaardigheid der leden op te wekken, tot belastingen de toevlucht neemt en dan nog den sterken arm van den Staat te hulp neemt om deze belastingen te innen. Maar deze dwang wordt nog te hatelgker, waar het steeds weer bleek, dat het hier personen gold, die geen belasting wilden betalen, omdat ze niet als lid der Hervormde Kerk wilden beschouwd worden. Ze waren wel in hun jeugd gedoopt in de Hervormde Kerk, maar hadden zich nooit zelf bij haar aangesloten, hadden geweigerd belijdenis des geloofs te doen en leefden geheel bultende gemeenschap dier Kerk. En terwijl de Kerk er niet aan dacht deze afgedoolden terecht te brengen en van eenige geestelijke bemoeienis met dezulken geen sprake was, werden ze nu voor den rechter gedaagd, om te hooren beslissen, dat ze toch lid der Kerk waren en hunne belasting moesten betalen, omdat de Kerk ze als lidmaat bleef beschouwen. Is het wonder, dat zulke processen aan de Hervormde Kerk nameloos veel kwaad hebben gedaan en niet weinig er toe bijgedragen hebben, dat zoovelen geheel van de Kerk afkeerig zijn geworden.''

Het verheugt ons daarom, dat de Hooge Raad aan de Hervormde Kerk haar eisch ontzegd heeft, want daardoor zullen deze proceseen in de toekomst wel niet meer voorkomen, In zooverre is deze beslissing zeker in het belang van de Kerk; wantal heeft de Hooge Raad zich natuurlijk niet door het geestelijk belang der Kerk, maar alleen door juridische motieven laten leiden, zgn uitspraak heeft toch een einde gemaakt aan een reeks processen, die de Kerk in opspraak brachten bij het volk en zeker weinig dienstig waren om de eere der Kerk te bevorderen.

Ook heeft de Hooge Raad, naar het ons voorkomt, principieel een volkomen juist standpunt ingenomen, waar hij weigerde de vraag, of iemand al of niet lidmaat is van de Kerk, uitsluitend te laten beslissen door hetgeen in de Reglementen dier Kerk bepaald wordt. Of de Hervormde Kerk al bepaalt in haar reglement, dat ze die en die personen als leden beschouwt, kan voor den Rechter geen reden zgn, om deze personen, wanneer ze dit zelf niet willen, toch tot lidmaten dezer Kerk te verklaren. Het h beginsel der persoonlijke vrijheid is door deze beslissing van den Hoogen Raad gehandhaafd, en we stellen daarop te meer prijs, omdat hier een principieel protestantsch beginsel mede gemoeid is. De Roomsche Kerk mag verklaren, dat de Doop een character indelebilis meedeelt, en ieder gedoopte heel zijn leven lang, of hij wil of niet, tot de Kerk blgft behooren, maar het Protestantisme heeft van zulk een gedwongen lid-zijn van de Kerk niets willen weten. Wat Voetius zoo kernachtig heeft uitgedrukt, dat de '^ttVX^^& a.societas libere inita, een vrijwillig aangegane ge meenschap, is de grondgedachte, die we niet prijs mogen geven. Besliste hier het Kerkelijk Reglement, dan kon de Hervormde Kerk even goed bepalen, dat niemand zich van haar afscheiden kan, en zou dan ieder, die eenmaal tot haar behoord had, door de rechtbank levenslang als haar lid moeten worden beschouwd.

Natuurlijk blijft hier altoos de moeilijkheid over, dat een Kerk niet een gewone vereeniging is, maar een eigenaardig karakter vertoont, wat wel het sterkst daarin uitkomt, dat men door geboorte uit geloovige ouders lid der Kerk wordt en in zooverre het lidmaatschap dus niet op een persoonlijke wilsdaad berust. Zelfs kan men niet zeggen, dat iemand door den doop lid der Kerk wordt, want hg wordt gedoopt, omdat hg door geboorterecht lid der Kerk is. Maar hoezeer hieruit volgt, dat men niet door eigen wilsdaad, maar door zijn geboorte lid der Kerk is, »toch hebben de Protestantsche Kerken steeds volgehouden, dat zoodra de volwassen leeft^d bereikt wordt, deze gedoopten door belijdenis des geloofs zich ook zelfstandig btj de Kerk hebben aan te sluiten, en dat nooit iemand tegen z^n wil gedwongen kan worden bij de Kerk te blijven behooren.

Naar het schijnt, heeft ook de Hooge Raad dit standpunt ingenomen. Althans volgens het verslag in de pers, zou de Hooge Raad beslist hebben, dat wel het feit, dat de ouders of voogden Iemand in een Kerk hadden laten doopen, hem rechtens tot lid dezer Kerk maakten, zoolang hg minderjarig is, maar dat zoodra de betrokken persoon meerderjarig is geworden, hij rechtens alleen tot de Kerk kan gerekend worden, wanneer hij zelf zich bij deze Kerk heeft aangesloten.

Natuurlijk draagt deze beslissing, indien ze in de pers althans juist is meegedeeld, uitsluitend een juridisch karakter. Of de Kerk degenen, die in haar midden gedoopt zijn, ook al zijn ze meerderjarig geworden zonder belijdenis des geloofs te hebben afgelegd, als leden der Kerk wil blijven beschouwen, ze geestelgk wil bearbeiden, op grond van hun doop hen vermanen wil enz., gaat den rechter niets aan, en hij zou dit ook niet kunnen of mogen verbieden. Zelfs bestaat er geen bezwaar tegen, dat een meerderjarige, die nog geen be-Igdenis heeft gedaan, zich zelf bijv. bg een volkstelling als lid der Kerk opgeeft, waarin hg gedoopt Is. Maar wel volgt uit deze beslissing van den Hoogen Raad, dat de Kerk bij de rechtbank geen zeggenschap meer kan doen gelden over deze meerderjarige doopleden, want dat de rechter hen niet langer als lid der Eerk beschouwt.

Practisch belang zal deze beslissing van den Hoogen Raad voor onze Kerken wel niet hebben. V(^e denken er gelukkig niet aan, degenen, die verklaren met de Kerk te hebben gebroken, door rechterl^k vonnis tot lidmaat der Kerk te laten verklaren. Elke dwang in geestelijke zaken stuit ons tegen* de borst. Zelfs oordeelen we, dat In zulke zaken, die het lidmaatschap der Kerk betreffen, liefst nooit een beslissing van de rechtbank moest worden Ingeroepen, omdat de rechtbank hierover niet oordeelen kan. Ook deze beslissing van den Hoogen Raad, al zijn we het met zijn conclusie eens, berust toch op motieven, die niet aan het eigen aardig karaAer der Kerk, maar aan het gemeene recht zijn ontleend en is daarom niet zonder bedenking.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 januari 1912

De Heraut | 4 Pagina's

De Hooge Raad heeft dezer dagen

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 januari 1912

De Heraut | 4 Pagina's