GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET GOEDE DEEL.

IX.

IN VERZOEKING.

Dat de jonge lieden hier den tijd zoo vroolijk mogelijk doorbrachten, werd hun nieuwen gast al spoedig duidelijk.

Op zijn gezondheid werd gedronken, gelijk op die zijner ouders, en daarna kregen in den loop van den avond nog vele anderen een beurt, waarvan de meesten aan Otto onbekend waren. Natuurlijk werden ook de keurvorst en de keurvorstin niet vergeten, en eveneens b^jpelijk, schoon zeer verkeerd, was, dat Otto meende aan al die dronken te moeten meedoen. Ten slotte werd heel het gezelschap meer dan vroolijk, ja tamelijk uitbundig. Er werden allerlei opwekkende liederen gezongen; er werd gesprongen en gedanst tot meer dan één het moest opgeven. Trouwens, in dien tijd waren zulke drinkgelagen onder de gegoede standen niets ongewoons. Men verhaalt van een koning, dat hij bij feesten gewoon was op de gezondheid te drinken van alle koningen en vorsten der Christenheid. Dit mocht nu goed bedoeld zijn, maar het gevolg was vaak, dat menig bofheer eindelijk van de beenen raakte, 't Is zeker te betreuren, dat ook nu nog zoo velen nu en dan de maat te buiten gaan.

Toen Otto tegen middernacht de feestzaal verliet, om met Boder naar den bofborg terug te keeren, was het goed, dat deze laatste althans eenig begrip van den weg had. Toch was het voor hun onvaste schreden niet gemakkelijk, dien in de vreemde stad zoo dadelijk weer te vinden.

Zeer laat kwamen ze in het Koninklijk verblijf aan, doch de wachten, die hierin niets vreemds vonden, lieten hen ongehinderd binnen gaan.

Toen Otto op zijn kamer kwam voelde hij zich moe en zwaar aan hoofd en leden. Hij wist, dat er voor morgen nog allerlei dingen te doen waren, doch kon zich onmogelijk herinneren welke. Had hij zijn ouders beloofd trouw eiken avond en eiken morgen een hoofdstuk uit de Schrift te lezen, ditmaal kwam daar niets van. Zoodra mogelijk ging hij ter rust en sliep Ung, schoon onrustig, zoo lang tot hij eindelijk met schrik wakker werd, toen de tijd van het ontbijt reeds voorbij was, en daarmee ook de gelegenheid om zijn opwachting bij den keurvorst te maken, gelijk hij verplicht was.

Bevreesd voor een berisping spoedde hij zich naar de groote zaal, waar zijn meester zich nog wel zou bevinden, 't Liep echter beter dan hij ; edacht had, want zoodra de keurvorst hem in iet oog kreeg, riep hij lachend:

„Ook eens over den tijd, jonker von Rothenfels I Nu dat zijn wij van u niet gewoon. Maar het schijnt, dat de lucht hier te Praag slaperig maakt, niet u alleen. Het is gisterenavond zeker wat laat geworden niet waar? Als men zoo veel nieuwe vrienden krijgt, kan dat licht voorkomen."

’t Was duidelijk dat Frederik zeer goed begreep om welke reden Otto zoo laat verscheen.

Dezen laatste viel echter een pak van 't hart, toen alles zoo goed afliep. Of hij waariijk reden had om zich daarin te verblijden zou de toekomst leeren.

In elk geval gevoelde Otto zich niet a^eschrikt van het aanvaarden eener tweede uitnoodiging, die weldra kwam, daar zijn gezelschap den jongelui blijkbaar goed bevallen was. Wel nam hij zich beslist voor met het drinken voorzichtiger te zijn dan den vorigen keer, maar 't bezoek meende Otto niet goed te kunnen weigeren. Hij moest toch de menschen hier leeren kennen, zich vrienden maken ook onder de vele vreemden die nu aan het hof waren, en zich in de wereld leeren bewegen gelijk hem vroeger gezegd was. Hij vergat wat Gods woord zegt: De wijn is een spotter, de sterke drank is woelachtig; al wie daarin dwaalt zal niet wijs zijn; en ook at andere woord: Dwaalt niet; kwade samenprekingen bederven goede zeden.

Zijn voornemen om matiger in het drinken te zijn, kon Otto echter ditmaal zonder veel moeite ouden. Wel was in den vroolijken kring waar ij nu was ingeleid aan wijn geen gebrek, maar itmaal scheen men toch meer saamgekomen m zich bezig te houden met iets, dat minstens ven gevaarlijk was als drinken. Er stonden amelijk in de zaal grootere en kleinere tafels ereed, waarop kaarten en andere benoodigdheden oor het spel gereed lagen. Om de tafels ormden zich reeds groepjes, en van meer dan én kant werd Otto uitgenoodigd ook plaats e nemen.

Otto aarzelde eenige oogenblikken. Hij was pgevoed in een Gereformeerd gezin, waar aartspel en dergelijke dingen niet alleen nooit oorkwamen, maar ook terecht als verkeerd eschouwd werden. Van daar dan ook, dat hij erlijk verklaren kon te moeten weigeren, wijl ij bet kaartspel niet verstond. Doch dit baatte einig, want men verzekerde hem, dat het zeer emakkelijk te leeren was. Bovendien waren er ok andere spelen, waaraan iedereen mee kon oen, wijl het louter kans-of dobbelspelen aren. Ongelukkig miste onze jonkheer den moed m ook nu te weigeren, en ronduit te zeggen at hij als Christen zulke dingen afkeurde. Hij ocht zijn sterkte niet in de kracht des Heeren, n daarom stond hij zwak.

Toch zat hij dien avond niet met een rustig art aan de speeltafel, te meer daar het geluk, ooals men het noemde, hem niet diende. Toen ij laat In den avond vertrok, was hij een paar aalders armer dan bij zijn komst. Doch hij roostte zich met de gedachte dat het een olgenden keer beter kon gaan. Op de vraag an Boder, die hem weer vergezelde, of hij zich iet kostelijk vermaakt had, kon Otto echter iet volmondig ja antwoorden.

De eerstvo^ende maanden waren woelig en ruk; dat bracht de nieuwe toestand mee. aarbij kwam dat èn de keurvorst en zijn rouw zich minder schenen te bekommeren om en ernst der tijden. Wel was de toekomst ver an helder, maar aan het hof bleek men het eest te denken aan feestelijkheden en een roolijk leven. Zoo werd ook Otto onwillekeurig n den stroom mee gesleept. Oadei de jonge

edellieden won hij reeds vele zoogenaamde vrienden, waarvan er verscheidene waren die evenals Boder liefst enkel voor bun genoegen leefden. Dat genoegen nu bestond in zeer wereldsche vermaken, tot in allerlei uitspattingen toe. Aan die laatste deed de jonkheer von Rothenfels wel niet mee, maar toch oefende de lichtzinnige omgeving groeten invloed op hem.

Zijn bderen aan Magister Becker werden zeldzamer, en naar de antwoorden zag Otto veel minder begeerig uit dan vroeger. Aan zijn ouders bleef hij wel schrijven zooveel de gelegenheid toeliet, doch het ging moeilijk hun te vertellen, dat het Bijbellezen nu maar al te vaak werd verzuimd en voor bidden dikwijls geen tijd te vinden was, of liever niet werd gezocht. Als moeder vooral hem bij 's Heeren vrees bepaalde, werd Otto wel getroffen, doch 't was voor een oogenbllk. Hij deed toch immers geen kwaad. Hij was jong; waarom zou ook hij het er niet van nemen, nu dat kon, zoo goed als anderen? Zeker, het ging aan het hof heel anders toe dan thuis, maar had vader niet zelf dat hofleven voor zijn zoon gewild? Nu dat was zoo, maar de zoon vergat hoe vader, al achtte hij goed dat zijn zoon de wereld recht leerde kennen, hem er ook ernstig bij vermaand had, de wereld niet lief te hebben met hetgeen daarin is, £a er dreigde groot gevaar — Otto zelf gevoelde het — dat die vermaning zou te loor gaan, en niet de genade Gods, maar de vreugde der wereld het meest begeerd en gezocht zou worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 maart 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 maart 1912

De Heraut | 4 Pagina's