GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een lezer van ons blad vraagt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een lezer van ons blad vraagt

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een lezer van ons blad vraagt ons, hoe te oordeelen is over de zoogenaamde „stille week" voor Paschen. Ia zijn omgeving bestaat hierover verschil van gevoelen Enkelen meenen, dat deze „stille week" een Gereformeerde inzetting is, die door onze Vaderen ons is overgeleverd, en die daarom als Gereformeerde traditie onder ons in eere behoort gehouden te worden. In die week behoort de Overheid alle publieke feestelijkheden te verbieden, moeten zelfs Christelijke zangvereenigingen geen uitvoeringen geven, en behoort ieder in stilte het lijden en sterven van Christus te herdenken. Het moet een week van rouw en vasten wezen, van 'gebed en meditatie. Anderen daaren tegen zien in deze zoogenaamde stille week een roomsch overblijfsel, en oordeelen, dat men daardoor de voorstelling in de hand werkt, alsof we in deze week met een ge storven Heiland te doen hadden, om eerst met het Paaschfeest ons weer in de opstanding te verheugen; ' welke gedachte natuurlijk lijnrecht in strijd is met de werkelijk heid en te kort doet aan het woord des Apostels, dat Christus eenmaal gestorven is voor de zonde, maar nu leeft om God voor ons te bidden.

Laat ons hierop in de eerste plaats mogen antwoorden dat deze „stille week" metter daad niet van Gereformeerde herkomst is, althans wanneer men onder Gereformeerde herkomst verstaat, wat onze Gereformeerde Kerken in haar krachtigste periode hebben gedaan. Eer was er bij onze Gereformeerde vaderen een sterke neiging waar te nemen om alle Christelijke feestdagen, die niet met den Zondag saamvielen, af te schafïin. De Puri teinen in Engeland en de Gereformeerden in Schotland hielden er geen Christelqke feestdagen op na. En waar de Gereformeerde Kerken in Nederland ter wille van de prac tijk een uitzondering maakten voor Kerstfeest en Hemelvaartsfeest, daar werd met op zet het vieren van den goeden Vrijdag niet toegelaten. In geen enkele Kerkenordening is dan ook van den goeden Vrijdag sprake Niet de goede Vrijdag, maar elk Avondmaal was de gelegenheid, waarbij men des Heeren dood verkondigde en dien herdacht. Maar men wilde die herdenking niet binden aan een bepaalden dag of week in het jaar. Zelfs werd algemeen regel, dat men het Avondmaal vierde op Faaschzondag, om zoo èn Christus' dood èn zijn opstanding op één dag te herdenken. Het spreekt wel vanzelf, dat in dezen gedachtenkring de „stiila week" niet past, en in de eerste periode van ons Gereformeerd kerkelrjk leven hoort men hiervan dan ook nooit. En nog veel minder hebben onze Gereformeerde Kerken het toen als hare roeping beschouwd, bij de Overheid er op aan te dringen, dat de publieke vermaken in de week vóór Paschen stil zouden staan. In de verschillende verzoekschriften, die onze Synodes naar de Overheid gezonden hebben, is hier nooit sprake van. Onze Kerken hebben er wel op aangedrongen, dat de O/erheid zorgen zou, dat de Sabbath.geheiligd werd ook op het piibliek terrein des levens, doordat de Oi? erheid op dien dag publieke vermakelijk­ o heden en? -, verbieden zou, maar ze hebben dat nooit gevraagd voor de „stille week" vóór Paschen.

Intusschen gddt dit alles alleen voor de bloeiperiode van ons Gereformeerd kerkelijk leven in de i6ï en 17e eeuw. In het tijdvak, dat daarna volgt, is hierin zeker verandering gekomen, vooral onder invloed van het Piëtisme, dat van Duitschland uit ook op onze Kerken inwerkte. Schotel, die de geschiedenis van onzen openbaren Eeredienst beschreef en daarbij meest gebruik maakte van bronnen uit dez^ latere periode, predication enz, uit de i8e eeuw, verbaalt dan ook uitvoerig, hoe de „stille week" toen in onze Kerken gevierd werd, doordien alle publieke feestelijkheden stil stonden, en zich kleedde in stemmig gewaad, en e geheele week doorgebracht werd met ebed en overpeinzing van Christus' Igden, n zelfs in sommige Kerken. als teeken van ouw het orgel in deze week niet bespeeld erd. Het is daaruit wd te verklaren, dat r ook in ons midden enkelen gevonden orden, die meenen, dat dezs „stille week" en erfenis is van onzs „Gereformeerde aderen", omdat ze alleen met deze latere ede op de hoogte zijn en niet weten, hoe et vroeger is geweest.

En wat tenslotte de zaak zelf aangaat, | d afgezien van de historische quaestie, of de stille week een Gereformeerde instelling is, zouden we raden daarin over en weer eikaars overtuiging te eerbiedigen. Geestelgk staat dat standpunt zeker het hoogst, waarop men de herdenking van Christus' Igden en sterven niet aan bepaalde dagen verbindt. Er ligt in het houden van zulk een stille week altoos het gevaar, dat menden indruk wekt, als zocht men den „levende nog bij de dooden". Een Kerkeraad, die in de „stille week" het orgelspel zou laten stilstaan, weigeren zou een huwelgk te sluiten, of verbieden zou dat een Christelijke zangvereeniging een uitvoering gaf, zou dan ook stellig niet Gereformeerd handelen. Maar san de andere zijde worde ook niet vergeten, dat heel de Christelgke Kerk nu eenmaal aan bepaalde dagen de herdenking der groote heilsfeiten bindt; dat ook in onze Gereformeerde Kerken algemeen gewoonte werd, in de weken vóór Paschen bepaaldelijk over het lijden van Christus te prediken, en dat de gemeente overal aan deze lijdensprediking zeer gehecht is. Dat men nu in die week, die aan de herdenking van Christus lijden bijzonder gewijd is, liefst alles vermijdt, wat te veel aan openbaar feestvertoon denken doet, is wel te begrijpen. Men zal op den Goeden Vrijdag, waarop ook onze Kerken in een afzonderlijke prediking Christus'dood herdenken, toch niet licht een bruiloftsfeest geven. Slechts heeft men hierbij voor twee dingen te waken. Vooreerst, dat men zich spene aan al wat naar overdreven sentiment lijkt. Rome hult op Goeden Vrijdag de Kerk in rouwkleed, dooft de lichten uit, maar Gereformeerd is dit niet. Ook op Goeden Vrijdag weten we, dat we niet in het graf, maar in den hemel Christus hebben te zoeken; dat hij leeft aan 's Vaders rechterhand in heerlgkheid en glorie. En in de tweede plaats eerbiedige men hier de vrijheid der Christelijke conscientie en legge niemand een juk op. Wat Paulus tot de Romeinen schreef, geldt ook hier. Wieden dag waarneemt, neemt hem den Heere waar; wie het niet doet, doet het evenzeer tot eere Gods. Een iegelijk zij in zijn eigen conscientie ten volle verzekerd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 april 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Een lezer van ons blad vraagt

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 april 1912

De Heraut | 4 Pagina's