GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET GOEDE DEEL.

XVIII.

AFTOCHT.

We moeten thans een grootén sprong makeil« zooal niet wat den tijd, dan toch wat de plaats van ons verhaal betreft. Want van Praag naar Rhenen Is een geduchte afstand, ook nog In onzen tijd, nu men in vier-en-twlntig evenveel weg aflegt als oudtijds in een paar weken.

Rhenen is, zooals menig lezer weten zal, een der liefelijkste stadjes aan t> nzen Rijn, schilderachtig gelegen op de helling van een heuvel, met de wateren diep beneden zich en de donkere bosschen omhoog in de verte. Het bestaat uit een zeer lange straat met enkele zijstraten. In den tijd waarvan wij hier spreken, had het ook wallen en vestingwerken, die thans in mooie wandelingen zijn herschapen, 't Was toen kleiner dan nu, maar het bezat ook destijds reeds zijn groote en fraaie kerk met den prachtlgen Cuneratoren, die tot in Nijmegen kan gezien worden. In de nabijheid ligt de prachtige Grebbeberg, die zich hoog boven het omliggend land verheft, en een prachtig uitzicht biedt op de Betuwe.

’t Is geen wonder, dat een plaatsje met zulk een ligging, die In Nederiand zeldzaam Is en met zulk een schoone omgeving jaarlijks veel bezoekers trekt, vooral nu men er zoo gemakkelijk kan komen, wat in vroeger tijd alles behalve zoo was.

Aan den uitgang der lange straat, waarvan wij zooeven spraken, in de richting van Eist en Amerongen vindt men een plek die het Hof heet. Van een hof is echter, als men er geen

tuin mee bedoelt, hier weinig te zien. Maar omstreeks 1620 was dit anders. Toen stond daar dicht bij een srroot aansienlijk gebouw, zooals er naar de afjceldingte oordeelen, thans geen in heel Rhenen te vinden is.

In dat gebouw moeten we zijn. Want het herbergt thans den jongen koning Frederijk van Bohemen, zijn gemalin Eiisabet en hu hofhouding. Zoo wordt de naam begrijpelijk, die de plaats blijft dragen tot op onzen tijd toe.

Hoe waren ze daar gekomen? zal menigeen misschien met verwondering vragen. Wat dreef hen van zoover naar Nederland en naar zulk een afgelegen plek?

Het antwoord hierop krijgen we, door eens te zien, wat er in den laatsten tijd was gebeurd.

Uit de woorden, die koning Frederik tot jonker Otto sprak, konden we reeds opmaken, hoe de vorst zelf betwijfelde of zijn verblijf op het slot Rothenfels aan de Waldnaab wel van langen duur zou zijn. En dat niet ten onrechte. Want nauwelijks had men er een paar dagen vertoefd, toen uit Bohème zeer ernstige, ontrustende tijdingen kwamen. Tiily was met zijn zegevierend leger voortgetrokken, Praag was door hem bezet, en heel het land lag voor hem open. Maar nog meer. Blijkbaar waren zoowel de keizer als de vorst van Beieren, van plan, den oorlog naar de Palts over te brengen, wel wetend dat zij daarbij op den steun der Spanjaarden, met Oostenrijk bevriend, konden rekenen.

Koning Frederik begreep, dat elk oogenblik een inval der Keizerlijk-Beiersche troepen in zijn keurvorstendom was te verwachten en hij zelf groot gevaar liep daarbij gevangen in des vijands handen te geraken. Wat te doen? Benijdenswaard was de toestand van de Winterkoning zeker niet. Zijn trouwe vrienden waren verstrooid of ver weg. Zoo spoedig een nieuw leger op de been te brengen, was onmogelijk, te meer wijl voor het oogenblik de vorsten der Protestantsche Unie hem alleen lieten staan, denkelijk wijl zij niet inzagen welk gevaar ook voor Duitschland, althans voor hun zaak en voor een hunner dreigde. Wellicht kwam er ook afgunst bij op den jongen Frederik, die in zoo korten tijd, tot zoo hoogen rang was gestegen. Dat hij, als beslist Gereformeerd, van de Luthersche Staten weinig had te hopen, zagen we reeds.

Daarbij was hij nu van allen kant van machtige vijanden omringd, die ook zijn landen aan de Rijn bedreigden. Was 't wonder dat Frederik ai spoedig begreep, hoe voor het oogenblik zijn heil alleen lag in de vlucht? En dan hoe eer hoe beter, vóór hem de weg werd afgesneden.

Zoo werd dan in allerijl weer opgebroken en nu ging het saar het Noorden, waar minder gevaar dreigde. Intusschen was het gerucht van wat in B3hemen had plaats gevonden ook doorgedrongen tot den Nederlanden. Scherp werd hier op alles daarginds gelet. Want het volgende jaar, 1621, zou het Twaafjarig Bestaan eindigen en de oorlog opnieuw beginnen. Spanje en Oostenrijk, gelijk we reeds zagen, saam verbonden, zouden tegelijk in de Nedenlanden als in Duitschland trachten het verlorene te herwinnen, hun macht nit te breiden, het pausdom te doen zegevieren, en de macht der Protestanten, der Gereformeerden allereerst, te breken. De republiek gicg een benarden tijd te gemoet.

Nu was Prins Maurits, onze toenmalige stadhouder, een oom van koning Frederik, wiens moeder, Juliana, een dochter was van Prins Willem I, die dus koning Frederiks grootvader was.

De oom besloot den neef ter hulp te komen, en bood hem een schuilplaats aan in de Nedenlanden, het toevluchtsoord van zoo vele ballingen. Met grootea dank werd dit voorstel aanvaard. In Duitschland zou het toch een voortdurend reizen en trekken zijn geweest. IQ Nederland kon men rustig en veilig betere tijden afwachten. Of koning Frederik Rhenen uit vrije beweging tot woonplaats verkoos, dan wel dat hem door de Staten een geschikt verblijf werd aangeboden, is minder duidelijk. Wellicht trok hem de ligging der plaats, die met haar omstreken op meer dan é : n punt gelijkt op wat men in Duitschland ziet, hem aan, meer althans dan het eentonig vlakke der weiden van Holland. Dat koning Frederik sa den dwazen stap door hem gedaan, en de treurige gevolgen, niet veel lust zal gevoeld hebben, in Den Haag te midden van edelen, gezanten en grooten te verschijnen, laat zich best begrijpen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 juni 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 juni 1912

De Heraut | 4 Pagina's