GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Geldersche Kerkbode schreef Ds. Schouten over het gebed voor en de dankzegging na de predicatie, die gewoonlijk door een der ouderlingen in de consistorie verricht wordt.

In onze Gereformeerde kerken bestaat de gewoonte, dat voor den aanvang van den dienst des Woords namens den kerkeraad door een van de ouderlingen een gebed wordt gedaan, met het oog op de samenkomst van de gemeente.

Meermalen werd de vraag gedaan, of zulk een gebed niet overtollig ware en niet gevoegelijk kon nagelaten worden. Er wordt immers in het gezin reeds gebeden, vóór men zich opmaakt, om zich onder de verkondiging van Gods Woord neder te zetten. Daarenboven hebben wij ook nog he particuliere gebed, dat door eiken kerkganger bij zijn komst in het buis des Heeren wordt opgezonden tot den troon der genade. Eindelijk komt hier nog bij het gemeenschappelijke gebed, dat bij den aanvang van de godsdienstoefening door den dienaar des Woords in naam van heel de gemeente tot den Heere wordt opgezonden.

Is dan eigenlijk het gebed in de consistorie niet overbodig te noemen, en loopen wij niet gevaar, door al te veel gebeden in een kort tijdsbestek samen te brengen, het gebed als zoodanig te vermoorden?

Wij meenen op deze telkens weer opduikende vraag een ontkennend antwoord te moeten geven, maar hierbij tevens de aandacht te moeten vestigen op het eigenaardig karakter, dat dit gebed draagt en dat door den voorganger niet uit het oog raag worden verloren.

In het gezin wordt door den priester des huizes het gebed gedaan in naam van de huisgenooten. Bij het komen in de kerk bidt elk lid der gemeente voor zichzelf persoonlijk. Bij het gemeenschappelijk gebed verschijnt de dienaar des Woords, in naam van heel de gemeente, voor het aangezicht des Heeren.

Er blijft dus nog plaats over voor het gebed dat, in naam van den kerkeraad, vóór den dienst in de consistorie wordt gedaan, Wij zouden dat gebed zelfs niet gaarne missen, al zouden wij over het algemeen gaarne zien, dat het wat meer aan zijn doel beantwoordde. Menigvuldig toch is de klacht, dat er bij die gelegenheid dikwerf voor alles en allerlei gebeden wordt, terwijl de hoofdzaak waarom het in dit gebed gaat, op den achtergrond wordt gedrongen, of, wat ook voorkomt, geheel uit het oog wordt verloren. De voorganger heeft zich rekenschap te geven van het feit, dat hij bij dit gebed in naam van den kerkeraad optreedt en dat zijn bidden niet een persoonlijk, maar een ambtelijk karakter heeft te dragen. Zal zulk een gebed waarlijk aan zijn doel beantwoorden, dan moet het kort en zakelijk zijn. In de allereerste plaats kort, want anders loopt men gevaar in plaats van stichting ontstichting te brengen, In de tweede plaats zakelijk, waarbij men zich helder rekenschap moet geven van de zaak, waarom het gaat. De kerkeraad heeft hier bij monde van den dienstdoenden ouderling het aangezicht des Heeren te zoeken, opdat het Gode behage den dienaar des Woords te sterken tot den arbeid, waartoe deze in het midden der gemeente geroepen zal worden. Hij moet in naam der gemeente het gebed der gemeente dragen voor Gods troon en in den naam des Heeren het Woord Gods brengen aan de gemeente.

Met het oog op deze dubbele werkzaamheid vraagt de kerkeraad van den Heere, dat het Hem behage zijnen dienaar te bekwamen tot den dienst der gebeden en den dienst des Woords, opdat het gemeenschappelijk samenzijn moge zijn der gemeente ten zegen, Gode tot eere.

Deze eene zaak heeft de kerkeraad van den Heere te vragen. Niets meer, maar oolc niets minder. Al het andere, hoe goed ook bedoeld, is in dit gebed niet op zijn plaats en geeft zoo licht tot ontstichting aanleiding. Er gaan zelfs hier en daar stemmen op, om voor deze werkzaamheid een formuliergebed te gebruiken, opdat aan het kwaad van het subjectivisme in dezen weg een einde moge worden gemaakt.

Daar zit in deze gedachte wel iets, dat ons toelacht. Wij bezitten echter geen formuliergebed voor deze ambtelijke werkzaamheid. Nu zou er wel door den Kerkeraad zulk een gebed kunnen worden opgesteld, maar dit zou op onderscheidene plaatsen tot allerlei onaangename verwikkelingen aanleiding kunnen geven.

Het komt ons voor, dat het noodig is, dat zoo nu en dan eens op deze uiterst kiesche zaak de aandacht wordt gevestigd, opdat het gebed in de consistorie niet ga ontaarden in een ijdel verhaal van woorden, maar meer en meer ga beantwoorden aan het doel, dat het beoogt. De geesten der profeten moeten ook hier aan de profeten onderworpen zijn; dan zal het gebed in de consistorie niet buiten zijn oevers treden, maar in de daarvoor aangewezen bedding worden geleid.

Dan werd ons door een welwillend lezer gevraagd, hoe wij oordeelden over de dankzegging, die in sommige kerken na den dienst des Woords in gebruik is. Is het niet wenschelijk, dat er niet alleen een gebed vóór, maar ook een dankzegging nk den dienst in de consistorie geschiede ?

Het mag van algemeene bekendheid worden geacht, dat uniformiteit in deze zaak in onze kerken wordt gemist. Op sommige plaatsen heeft men de gewoonte vóór eiken dienst een gebed te doen, maar is de dankzegging niet gebruikelijk. Op andere plaatsen begint men eiken dienst met gebed en eindigt men met dankzegging. Eindelijk treft men ook kerken aan, waar men vóór den morgendienst het gebed doet voor den ganschen dag, en waar men na den middag-of avonddienst de werkzaamheid van den dag met dankzegging besluit.

Het komt ons voor, dat deze laatste gewoonte als de beste dient aangemerkt. De dienaar des Woords treedt niet op als privaat persoon, maar in naam van den Kerkeraad, krachtens het gezag dat van Christuswege op de ambtsdragers rust. Waar nu aan het begin van den dag gevraagd wordt, dat de Heere den dienaar des Woords moge bekwamen tot den arbeid, waartoe deze geroepen wordt, en dat de Heere zijn Woord door de werking van den Heiligen Geest mag dienstbaar maken aan de eere zijns Naams, daar is het, dunkt ons, alleszins wenschelijk, dat ook aan het einde van den dag Gode dank worde gebracht, namens den Kerkeraad, voor de ondersteuning Zijnen dienstknecht geschonken.

Nu komt het ons voor, dat het doel van dit gebed en van deze dankzegging Deter in het oog zal worden gevat, wanneer men ze aan het begin en - aan het einde van den dag plaatst, dan wanneer men ze aan het begin en einde van eiken dienst laat plaats hebben. Dat men op meerdere plaatsen nog niet tot deze gewoonte gekomen is, valt dunkt cns gemakkelijk te verklaren,

Een breed uitgemeten gebed vóór den dienst, dat zijn doel voorbij streeft, werkt steeds ontstichtend; hoeveel te meer een dankzegging na den dienst, die niet aan zijn doel beantwoordt.

Het gebed voor den dienst kan, zooals wij de vorige maal aantoonden, reeds zoo gemakkelijk ontaarden, maar bij de dankzegging na den dienst is dit gevaar nog veel grooter. Hoe licht kan hier de dienstdoende ouderling het subjectieve terrein betreden. Indien de bediening des Woords jtiet al te zeer in zijn smaak is gevallen, loopt hij gevaar hiervan iets in zijn danken te laten doorschemeren. Hoe ontstichtend zou zulk een subjectieve dankzegging niet kunnen werken, en welke schadelijke gevolgen zou zij niet met zich kunnen brengen? Hier is noodig een zich goed bewust zijn van zijn ambtelijke roeping, waarbij tact en wijsheid niet gemist kunnen worden.

Wordt het doel van het gebed in de consistorie goed in het oog gehouden, en de beteekenis van de dankzegging in de consistorie recht gevai, dan komt het ons wenschelijk voor, des morgens met gebed te beginnen en des avonds met dankzegging te eindigen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 september 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 september 1912

De Heraut | 4 Pagina's