GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het is wel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het is wel

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 9 Mei 1913.

Het is wel eigenaardig, te zien, hoe de liberale pers ons volk voorlicht, wanneer het de zendingszaken betreft.

Een treffend staaltje daarvan biedt de Nieuwe Rotterdammer, die enkele maanden geleden aan het Bataviaasch Handelsblad een bericht ontleende, waarin allerlei hate lijke beschuldigingen voorkwamen aan het adres van onzen Zendingsdienaar te Foerbo linggo, Dr. B, J. Esser. Dat bericht kwam, kort saamgevat, hierop neer, dat door den invloed der Gereformeerden de openhare schooi te Poerbolinggo was leeggepompt en dat Dr. Esser toen geheel buiten den assistent-resident om van de Regeering te Batavia had gedaan gekregen, dat het leegstaande schoolgebouw met inventaris en leermiddelen kosteloos aan de Zending was afgestaan, hoewel een Bankinstelling aangeboden had dat gebouw tegen behoorlijke vergoeding te huren. Hieraan werd nog toegevoegd, wat blikbaar dienen moestom ". den ijver van Dr. Esser voor het Christelijk onderwijs in nog bedenkelgker daglicht te stellen, dat deze heer, die op zijn eigen school inspecteur was, nu de onderwgskrachten verdubbeld moesten worden wegens het toenemend aantal leerlingen, ook dubbele vergoeding voor deze inspectie ontving. Reeds terstond, toen we dat bericht in de Nieuwe Rotterdammer lazen, hebben we (in ons nummer van 31 Januari) twijfel geopperd, of deze voorstelling van zaken wel juist was. Thans zendt men ons uit ladië twee numm; : rs van het Bataviaasch Handelsblad, het eerste van 9 December 1912 waarin het bedoelde stuk voorkwam, en het tweede van 16 December, waarin Dr. Esser op de beschuldigingen antwoordt.

Hieruit blijkt nu, dat de redactie van het Bataviaasch Handelsblad, die dat ingezonden stuk uit Poerbolinggo opnam, terstond onder dat stuk zelf de volgende kantteekeningen had geplaatst:

Wat staat in hoofdzaak in dien brief?

Ie. Dat het dalen van het kindertal te Poerbolinggo aan opzet werd toegeschreven.

Dat opzet wordt in den brief door niets bewezen en wij zijn niet in staat, de juistheid, van die beschuldiging te controleereu.

2e. Dat de regeering het schoolgebouw in gebruik gaf ten behoeve van (christelijk) onderwijs en niet ten behoeve v«n de afdeelingsbank.

Wij kunnen daaruit niet anders lezen, dan dat de regeering het onderwijs urgent achtte bo? en het volksctedietwezen, althans voor zoover dat schoolgebouw voor die goede zak°n nuttig kon zijn.

Een reden tot verwijt ligt hierin onzes inziens niet.

Alleen het rechtstreeksch zaken-af-doen tusschen den zendeling en den landvoogd — de volgoïde is geea vergissing — is mia of meer hinderlijk, maar aan roo iets raakt men tegenwoordig in Indië gewend.

Al kan de vraag worden gesteld, of een blad verstandig doet een zoo persoonlijken aanval op te nemen, wanneer de redactie van de onjuistheid van den inhoud overtuigd is, toch eert het dat Indische blad, dat het terstond, nog eer Dr. Esser antwoordde, tegenspraak leverde.

Maar des te zondarlinsfer wordt nu de houding van de Nieuwe Rotterdammer, die dat ingezonden stuk overnam, als bron het Bataviaasch Handelsblad noemde, maar vergat er bij te vermelden, dat de redactie „in hetzelfde nutfimer dat stuk gedesavoueerd had", zooals het Bat. Handelsblad in zijn antwoord aan Dr. Esser opmerkte.

En wat de zaak zelf betreft, zal het wel voldoende zgn, het antwoord hier over te nemen, dat Dr. Esser zond:

Poerbolinggo, 12 December 1912. Aan de redactie van het Bataviaasch Handelsblad,

Veel woorden zijn zeker niet noodig om het üchendstukja te weerleggen, dat uw nummer van den 93n December laaisüeden bevatte, in zske de zending te Poeiboüoggj (Banjoemas).

De ondnnige bewering, dat met opzet het aantal leerlingen, dat de gouvernements-Europeesche school alhier bezocht, beneden het minisdum werd gebracht (op welke wijze? ), is te dwaas om te bespreken. Dat aan de zending kosteloos schoolgebouw met inventaris en leermiddelen werd afgestaan, is oojaist. De zending betaalt geregeld huur voor het gebouw.

Wat de inzender bedoelt met de fraaie tirade: „het mooiste is evenwel, dat deze heer tevens zijn eigen inspecteur is; daar er nu genoeg' h d i eerlingen waren voor twee onderwijskrachten, reeg . hij voor elke inspectie eene vergoeding zooals over scholen met twee onderwijskrachten s bepaald", weet ik niet. Een feit is, dat de wending nooit een enkele cent subsidie voor die school heeft gehad, laat staan voor inspectie Wel is in verband met deze school een Fröbelschool opgericht, die de overal elders genotene subsidie ontvangt (doch niet voor inspectie.)

Eindelijk kan ik u nog de verzekering geven, dat er van een rechtstreeks zaken afdoen tusschen den landvoogd en den zendeling al evenmin sprake is geweest.

Ondergeteekende beeft eenvoudig, toen hij vernam, dat de AfdeelÏDgsbank een aanvrage had ingezonden, om de leegstaande gouverne mentsschool te mogen huren, dadelijk een request ingezonden, om zelf te dingen voor zijn Hollandsche school van Javanen en Chineezen naar den huur van bedoeld gebouw. Aangezien er geen tijd te verliezen was, daar mogelijk anders reeds een beslissing was genomen, zond hij dit request onmiddellijk in bij het departement van Onderwijs en Eeredienst. Hij is overigens niet gewoon, zaken te do^n achter den rug van den assistent-resident om en stelde deze dan ook in kennis van het afzenden van bedoeld request.

Na beleefden dank voor de plaatsing

Uw dw. dr.

Afdoender kon het antwoord wel niet wezen.

Maar dat antwoord deelde de Nieuwe Rotterdammer aan haar kzers niet mede.

Een „schendstukje", dat zoo de spuigaten uitliep, dat zelfs het liberale Bat. Handelsblad het niet zonder rectificatie plaatsen dorst, nam ze over.

Maar de pertinente tegenspraak van de daarin opgedlschte onwaarheden verzweeg ze.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 mei 1913

De Heraut | 4 Pagina's

Het is wel

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 mei 1913

De Heraut | 4 Pagina's