GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds, G, Kerkhof opende in de Zuider Kerkbode een nieuwe artikelenreeks over de Kerk Het is een klare en duidelijke uiteenzetting wat de Gereformeerde Theologie over de Kerk heeft gedacht. Als proeve moge dienst doen wat hij ditmaal over de eenheid der Kerk zegt:

»Ik geloof één, heilige, algemeene, Christel ij ke Kerks, — zoo belijden alle Christenen in de Apostolische geloofsbelijdenis.

Ze spreken daarin uit een ge ioofsstuk.

Dus iets, wat behoort tot de onzichtbare dingen.

Dit geloofsartikel spreekt dan ook van de inwendige zijde der Kerk des Heeren, die voor ons menschen onzichtbaar is en die gezien wordt alleen door den Drieëenigen God, die de Zijnen verkoos en roept ten eeuwigen leven.

En van die Inwendige zijde der Kerk werden vier zaken beleden: i. hare eenheid, 2. hare heiligheid, 3. hare algemeenheid (Katholiciteit^, en 4 hare christelijkheid.

De eenheid gaat voorop.

We maken hierop de opmerking, dat vaak in onze Kerken bij de voorlezing der Twaalf Artikelen door broeders opzieners verkeerd gelezen wordt. Het woordje »één« in dit gde Geloofsartikel is een t e Iwoord, niet een onbepaald lidwoord. Het moet met klem en niet toonloos uitgedrukt worden: één, want daarin wordt (gelijk uit den oorspronkelijken Latijnschen tekst zeer duidelijk blijkt) de eenheid van Christus' Kerk beleden.

Met ons oog ontwaren we vele Kerken, maar het geloof aanvaardt slechts één Kerk. Dat attribuut «eenheidir kennen wij aan de Kerk van Christus toe om daarmee aan te duiden, dat de leden der Kerk éen onverbrekelijke eenheid uitmaken, saam éen organisch geheel vormen en dat dit éene lichaam altoos en overal hetzelfde lichaam is. Al zijn de geloovigen door grooten afstand van tijd van elkaar gescheiden, toch zijn ze leden ééns lichaams. Noach en Jeremia maakten deel uit van dezelfde eenheid, waartoe ook Luther en Calvijn behoorden en waarvan ook alle oprechte kinderen Gods heden ten dage deel uitmaken. Onze Heidelberger zegt terecht, dat de Kerke Gods wordt bijeenvergaderd van den aanbeginne der' wereld tot aan het einde. Door alle eeuwen heen zijn er wedergeborenen en die allen vormen het éene Sion Gods. Voor de geloovigen onder het Oude Verbond en voor die onder de Nieuwe Bedeeling was en is maar éen weg ter zaligheid, En die allen vormen éen geestelijk lichaam met éen Hoofd en bezield door éen Geest. Die Geest bindt ons, die heden gelooven, saam met de breede rij van geloofsgetuigen in Hebreen i r genoemd, welke met Abel wordt geopend. Die eenheid en dat verband tusschen ons en Abel is er, ook al wordt het niet gezien.

Denk u een menschelijk lichaam, toegedekt door een kleed, waaruit aan de eene zijde het hoofd en aan de andere zijde de voeten uitsteken; ook al ziet men dan niet de verbinding tusschen hoofden voeten, toch gelooft ieder aan de eenheid van hoofd en voeten, als behoorende tot éen en 't zelfde 11-> chaam. Zoo ook vormt de gemeente Gods uit alle tijden éen organische eenheid. De Heilige Geest vormt herscheppende 't organisme der nieuwe menschheid en Hij is het, die alle leden saambindt en saamhondt en in allen woont tot in eeuwigheid.

Daarom is er ook bij alle ware geloovigen eenheid des geloofs, der liefde en der hope. Hoe verschillend de belijdenissen der Christenen over de gansche aarde ook wezen mogen, in kern zijn ze éen; ze stemmen overeen «in eenigheid des waren geloofs». De éene Kerk van Christus zit verscholen In alle voor het oog zichtbare Kerken, Het is wel te bejammeren, dat de eenheid van Christus' Kerk zich niet klaar naar buiten openbaart, zoodat ook de wereld hare eenheid zien kan. De veelvoudige splijting der Kerk in een groot aantal instituten is als een klap in het aangezicht onzer belijdenis omtrent de eenheid van Christus' Kerk, Doch ondanks de pluriformiteit der zichtbare Kerk handhaven we de belijdenis van de eenheid der onzichtbare Kerk, welke hare levende lidmaten telt onder alle instituten.

Die eenheid is niet zichtbaar en daarom juist is ze voorwerp van ons gelooven. Dat dit niet ongerijmd is, kan een beeld duidelijk maken. In een archipel liggen een aantal eilanden en eilandengroepjes niet ver van elkaar verwijderd midden in de zee: denk aan den Griekschen of aan onzen Oost-Indischen Archipel, Schijnbaar is er tusschen die eilandjes geen ouderling verband. Wie niet beter wist zou wanen, dat ze als oliedroppen op een watervlak dreven. Maar we weten dat er onderzeesch eenheid van bodem is, waardoor die van elkaar verwijderde eilanden met elkaar in nauwe gemeenschap staan. Uit dien onderzeescheu bodem rijzen die eilandjes omhoog en al is die eenheid van wortelbestaan voor een oppervlakkig beschouwer niet te bespeuren, toch overtuigt diepergaand onderzoek terdege van die verborgen eenheid.

Precies zoo is het nu in betrekking tot de op de wereldzee zich bevindende Kerken, die openbaringen zijn-van het éene geestelijke Lichaam van Christus op aarde. In alle die Kerkvormen heft zich omhoog de herboren menschheid, die leeft uit den wortel Christus, Tusschen alle die Kerken of liever tusschen de ware geloovigen in die Kerken is ongezien een band des Geestes, waardoor zij saam vormen éen organisch geheel, oplevende uit den éenen wortel Christus Jezus, die is gestorven en daarna opgestaan uit de dooden.

Waar ter wereld dan ook Kerken van Christus verrijzen en waar ter wereld bok geloovigen zich vestigen en door belijdenis en wandel als zoodanig zich openbaren, ze zijnaltemaaléen.Paulus'woord uit Efeze 4 spreekt ondubbelzinnig van die dieperliggende geestelijke een held van Christus'Kerk: »Eéa lichaaffl is het, en één Geest, gelijkerwijs gij ook geroepen zijt tot ééne hope uwer beroeping; ééne Heere, éen geloof, éen doop; éen God en Vader van allen, die daar is boven allen en door allen en in u allen.«

Omdat omtrent dit stuk van onze geloofsbelijdenis zooveel misverstand en onklaarheid heerscht, hebben we getracht het zoo duidelijk mogelijk te ontvouwen. De eenheid van Christus' Kerk i s er, ook al wordt ze niet gezien, noch er naar gestreefd om ze uitwendig te openbaren. Dat het dure Christenroeping is, die inwendig bestaande eenheid ook zodveel eenigszins mogelijk is naar buiten te doen uitkomen, beschouwen we pas later in deze artikelenreeks.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 september 1913

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 september 1913

De Heraut | 4 Pagina's