GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Hoezeer het kerkelijk leven te

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoezeer het kerkelijk leven te

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam^ 9 Januari 1914.

Hoezeer het kerkelijk leven te Rotterdam bloeit en hoe groot de offervaardigheid daar is, bleek wel uit de waarlijk vorstelijke giften, die dezer dagen bij de Gereformeerde Kerk aldaar inkwamen voor het stichten van nieuwe kerkgebouwen. Zoo werd door twee broeders gezamenlijk een stuk grond gegeven ter waarde van fl. 80.000, daarbij een gift in geld van fl. 50, 000 voor kerkbouw, en nog gezorgd, dat een hypotheek van fl. 65.000 op dit kerkgebouw genomen kan worden. Voorts kwam er nog een gift in van fl. 30.000., Door deze en andere milde giften zal het mogelijk zijn, nog in den loop van dit jaar twee nieuwe kerkgebouwen te Rotterdam te stichten. Ook het feit, dat twee nieuwe kerkgebouwen noodig bleken, toont wel, hoe de gemeente in ledental zich uitbreidt.

Zulke voorbeelden mogen zeker andere JCerken wel tot naijver verwekken, niet om op Rotterdam jaloersch te worden, dat zulke royale gevers bezit, maar wel om aan de mildheid van deze leden een voorbeeld te nemen. Mét name geldt dit ten opzichte van de Gereformeerde Kerk in de hoofdstad des lands, waar de finantieele toestand er niet op vooruitgaat. De chronische tekorten aan het einde van het jaar zijn een niet onbedenkelijk verschijnsel, vooral wanneer ze, gelijk in het afgeloopen jaar, stijgen tot een hoogte van fl 11.000. Nu wordt dit tekort gewoonlijk wel gedekt door een extra-collecte op den eersten Zondag in het Nieuwejaar gehouden, en bracht deze collecte ook ditmaal een som op van fl. 8750, wat met de reeds ingekomen fl. 500 een bedrag geeft van fl. 9250, zoodat het tekort reeds gedaald is tot fl. 1750, welke kleine tweeduizend gulden er nog wel komen zullen; — maar wanneer de toestand gezond was, moesten zulke extra-collecten toch niet noodig wezen.

Reeds het feit, dat te Amsterdam elke 14 dagen een extracollecte moet gehouden worden voor de behoeften der Kerk, wijst op een misstand. Wanneer eiken Zondag regelmatig een bijdrage voor de Kerk gevraagd wordt, dan behoort ieder daarin zooveel te geven, als hij voor dat doel afzonderen kan. In één dienst voor hetzelfde doel twee collecten te houden, is feitelijk ongerijmd. Men collecteert niet tweemaal voor de armen en evenmin behoort men tweemaal voor de Kerk te coUccteeren. De gedachte, dat elke collecte toch weer een zeker bedrag oplevert, omdat de meeste menschen fatsoenshalve niet weigeren zullen opnieuw te geven, is een beleediging voor de gemeente, verzwakt het plichtsbesef, en geeft tot allerlei verkeerde practijken aanleiding. Veel beter ware het, wanneer de gaven niet toereikende zijn, om dan in de bediening des Woords daarop met ernst te wijzen en op meerdere offervaardigheid aan te dringen. Vooral een gemeente als Amsterdam, die een zoo hoogstaande plaats inneemt, moest in dit opzicht een beter voorbeeld geven.

Maar ook afgezien daarvan mag de vraag wel met ernst worden gedaan, of de meerdere offervaardigheid van Rotterdam niet mede daaraan te danken is, dat men hier met het stelsel van de massale kerk gebroken heeft, of wil men liever, dat bij de geduchte uitbreiding, die de burgerlijke gemeente onderging doordat tal van naburige plaatsen bij Rotterdam werden ingelijfd, de zelfstandigheid van de daar bestaande kerken werd gehandhaafd. Op de gevaren, die aan de massale kerk verbonden waren, hebben we reeds meermalen gewezen. De bedenking, die wel geopperd is, dat de kerkelijke gemeente . zich evenver behoort uit te strekken als de burgerlijke grenzen, zal nu wel alle beteekenis verliezen, nu Rotterdg.m zelfs van den Hoek van Holland zich meester maakte. Amsterdam kan straks hetzelfde voorbeeld volgen en ook IJmuiden opslokken. Denk u de dwaasheid in, dat dan de Kerk van IJmuiden ook met de Kerk van Amsterdam zou moeten saamsmelten en de ouderlingen en diakenen van IJmuiden elke week per trein zouden moeten overkomen, om in Amsterdam kerkeraadsvergadering te houden. En toch zou dit volgens het «beginsel* van de plaatselijke Kerk worden geëischt. Juist zulke voorbeelden toonen, hoe dit zoogenaamde beginsel in onze groote steden niet vol te houden is. Daarom te meer betreuren we het, dat Amsterdam's kerk nog altoos den moed niet had om met de massale kerk te breken en tot vorming van zelfstandige parochie-kerken over te gaan. Hoezeer het gemeentelijk leven daaronder lijdt, het gevoel van den band aan de Kerk daardoor te loor gaat en als natuurlijk gevolg daarvan ook de offervaardigheid daalt, behoeft wel niet gezegd te worden. En nog bedenkelijker gevolg van dezen toestand is, dat de weinige zelfstandige kerken, die op de grens van Amsterdam bestaan en waar een zooveel beter gemeentelijk leven gevonden werd, thans ook al neiging beginnen te vertoonen, om bij de massale kerk te worden ingelijfd. Had men in ^ Amsterdam de Kerk in verschillende wijkkerken verdeeld, dan zou deze drang nooit zijn ontstaan. Thans, nu de stadskerk ongedeeld bleef, werken allerlei motieven er toe mede, om bij deze Kerk zich aan te sluiten. De Kerk van Overtoom deed daartoe reeds het voorstel aan de Kerk van Amsterdam. Straks, wanneer Watergraafs^ meer en Sloterdijk burgerlijk bij Amsterdam zijn ingelijfd, zullen de daar gevestigde kerken dit voorbeeld wel volgen. Zoo zal men een steeds massaler kerk krijgen, groot in ledental, maar waar het gemeentelijk leven eer achteruitgaat dan bloeit. En wel heeft men thans bij den Kerkeraad te Amsterdam opnieuw het voorstel aanhapgig gemaakt, om aan de bestaande wijken meerdere zelfstandigheid te verleenen, maar hoe goed bedoeld dit voorstel ook is, het zal practisch, riaar het ons voorkomt, zeer weinig voordeelen bieden; de bestaande bezwaren worden er niet door weggenomen, maar veeleer nog grooter gemaakt, en bovenal, deze halfslachtige regeling zal, juist een beletsel blijken om tot een radicale en gezonde oplossing van dit vraagstuk te komen. Intusschen kunnen we niet anders doen dan onze waarschuwende stem laten hooren. De uitkomst zal leeren, of onze vrees voor achteruitgang niet gerechtvaardigd is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 januari 1914

De Heraut | 4 Pagina's

Hoezeer het kerkelijk leven te

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 januari 1914

De Heraut | 4 Pagina's