GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het verblijdde ons,

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het verblijdde ons,

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 20 Mei 1914

Het verblijdde ons, dat Dr. de Moor in het Diaconaal Correspondentieblad van Mei 1914, evenals wij in ons vorig nummer dat deden, de diaconieën waarschuwen knam, om niet de namen der armen, die door hen verzorgd worden, aan de Armenraden op te geven. Hij deed dit naar aanleiding van het 'verslag van den Armenraad te Utrecht, dat hem werd toegezonden, en waarin meegedeeld werd, dat door dezen Armenraad een circulaire was rondgezonden aan de verschillende instellingen van weldadigheid, met vriendelijk verzoek om volledige lijsten van ondersteunde gezinnen aan het-bureau van infprrnatie te zenden. »Met genoegens, schrijft Dr. de Moor, misten we op de lijst van de kerkelijke instellingen, die aan dat verzoek voldaan hadden, den naam van de Gereformeerde Diaconie van Utrecht«, .En daarna geeft hij het principieele bezwaar aan, waarom onze diaconieën aan het verzoek van den Armenraad niet rftogeri voldoen:

Niet alsof deze, gelijk de reputatie der Gereformeerden wel eens schijnt te zijn, zoo stug zou wezen, dat zij niet wil geven, wat andere, diaconieën gaarne. doen; maar omdat zij, naar we vermoeden en begrijpen, /«'««)!i? Vi? / bezwaar heeft te doen wat de Armenraad vroeg. Elen der schoonste kenmerken van de kerkelijke liefdadigheid toch is haar zuiver onderling karakter, tengevolge waarvan de door de diaconie ondersteunden zeker kunnen zijn, dat hunne namen niet in de lijst der Utrechtsche armen voorkomen, doch het geheim blijven der diaconie, tenzij ze zelf, door naar andere instellingen van weldadigheid, te gaan, zich openbaar maken. In dat geval mag en moet de diaconie natuurhjk jian den Armenraad de gewenschte inlichtingen geven, en dit is blijkens het verslag dan ook te Utrecht gebeurd.

Zelfs voegt hij hier de alleszins gewettigde vraag aan toe, of de Armenraad niet wat ver gaat in zijn ijver, om ook de namen der kerkelijke instellingen in zijn register op te nemen, zonder dat hiervoor in dubbele bedeeling een gewettigde aanleiding geboden is. «Indien, zegt hij.

Indien de Armenraad' toont minder eerbied te hebben voor dit schoone beginsel der'-kerkelijke armenzorg dan de wetgever, doet hij wel geen onrecht, maar legt hij dan niet op de kerklijke instellingen, die dit juiste beginsel wenschen te handhaven, het odium, dat zij samenwerking minder begeeren dan andere diaconiën, en vooral: werkt hij niet mede — ook al houdt hij zijn register strikt geheim, gelijk we vertrouwen — om de nobele gedachte der zuivere onderlinge hulp van de leden der Christelijke gemeente te vervangen door de veel minder schoone, dat verschillende armbesturen ieder voor eigen kerkelijke gezindheid zorgen en met elkander - waken tegen bedrog ? Wij wagen het in het belang der goede zaak bescheidenlijk deze vraag uit te spreken, en hopen op een antwoord, dat ons bezwaar doet verdwijnen als sneeuw voor de zon

Ër is zeker wel reden orn deze vraag te stellen, want al twijfelen we géén oogenblik aan de goede bedoelingen van den Armenraad, toch is de opmerking volkomen juist, dat nu een Gereformeerde diaconie, die niet aan dit verzoek voldoet, min of meer op de zwarte lijst wordt geplaatst. Zelfs zou er op kunnen gewezen worden, dat de Armenraad daardoor onze diaconieën in verzoeking brengt tegen haar beginsel in te handelen, want niet alle diaconieën zullen als de diaconie te Utrecht terstond inzien, waarom ze aan dit verzoek niet mogen voldoen.

Het is daarom, dat we nogmaals op deze zaak terugkomen, thans gesterkt door het advies van Dr. de Moor, aan wiens gezag om over diaconale zaken mede te spreken, wel niemand twijfelen zal,

Onze diaconieën zijn nu dubbel gewaarschuwd en zullen zich Wel wachten om in de2en valstrik te loopen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 mei 1914

De Heraut | 4 Pagina's

Het verblijdde ons,

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 mei 1914

De Heraut | 4 Pagina's