GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Op de vergadering van

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Op de vergadering van

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 7 Mei 1915.

Op de vergadering van de Hervormde broederschap verleden week te Utrecht gehouden, is de eerste slag geleverd over de ïgeest en hoofdzaak«-quaestie en de uitslag van dien slag is zeker niet onbevredigend geweest.

Klaar en duidelijk is in hef licht gesteld, dat de strijd niet ging om een vaste formuleering van de belijdenis-vragen; en nog veel minder om het onveranderd behoud van de thans geldende belijdenisvragen, alsof deze onverbeterlijk zouden wezen; maar alleen om het belijdend karakter der Kerk. Het verzet van de modernen tegen deze belijdenisvragen gaat niet tegen de 2e en 3e vraag, maar tegen de eerste, waarin gevraagd wordt of men gelooft in den Vader, den Zoon en den Heiligen Geest. Het is een verzet tegen de belijdenis van de Heilige Drieëenheid. E^ waar deze belijdenis het fundament is, waarop heel de Christelijke Kerk rust, was het ondergraven en ondermijnen van dit fundament feitelijk een berooven van de Kerk niet alleen van haar Gereformeerd en Frotestantsch, maar van haar Christelijk karakter. Een Kerk, die zelfs de belijdenis der Drieëenheid niet meer handhaven zou, ? ou op den naam van Christelijke Kerk geen aanspraak meer kunnen maken.

Nu is het zeker volkomen waar, dat de Hervormde Kerk de belijdenis van den Drieëenigeri God nooit officieel heeft prijsgegeven. Nog altoos handhaaft de Hervormde Kerk officieel als haar belijdenis-,

schriften de aloude Confessie der Gereformeerde Kerken, waarin die belijdenis niet alleen onomwonden wordt beleden, maar ook een iegelijk als ketter veroordeeld wordt, die van deze belijdenis afwijkt. En evenzeer dient het gewaardeerd, dat de Hervormde Kerk bij de aanneming van haar lidmaten nog altoos als eersten eisch vooropstelde, dat men moest betuigen te gelooven in God den Vader, den Zoon en den Heiligen Geest. Alleen, en ook te.Utrecht is het rond en open uitgesproken, was dit alles niet veel meer dan een dubbelzinnig spel, om den geloovigen zand in de oogen te strooien, waar de Kerk tegelijk door de bijvoeging van hèt > geest en hoofdzaak" aan ieder predikant de vrijheid liet om deze vragen te formuleeren, zooals hem goed dacht. Wat een ijzeren grendel had moeten zijn om de deur der Kerk gesloten te houden voor allen, die in hun ongeloof zoover gingen van zelfs dit gronddogma der Christelijke Kerk te verwerpen, werd daardoor een elastieken draad, die zoover kan uitgerekt, dat practisch de toegang tot de Kerk voor ieder open stond, hoe weinig van ons algemeen en ongetwijfeld Christelijk geloof meer bij hem werd gevonden.

De strijd om het „geest en hoofdzaak" is daarom een .strijd, die in den diepsten grond gaat om het behoud van het Christelijk karakter der Kerk. Het is de verdienste van de samenkomst te Utrecht gehouden, dat dit voor heel de kerk is uitgesproken en in het helderste licht is gesteld. Alle uitvluchten, waarmede men het eigenlijke karakter van dezen strijd zocht te bemantelen, smolten als sneeuw voor de zon weg. Niet het minst is dit te danken aan het uitnemend betoog van Dr. Slotemaker de Briu'ne. Waar er vreeze bestond, dat onder de suggestie van Dr. Bronsveld heel de ethische groep gemeene zaak zou maken met de modernen, om op de aanstaande S\"node het»geest en hoofdzaak«; te behouden, daar bleek nu, dat ook onder de ethische predikanten de meerderheid van dit leiderschap van Dr. Bronswld toch niet gediend vvas. Niet Dr. Bronsveld, maar Dr. Slotemaker de Bruhie was de man, van wien de bezielende kracht uitging.

Natuurlijk is hiermede nog niet gezegd, dat de aanstaande Synode het besluit van haar voorgangster handhaven zal. Daartoe hangt te veel af van de samenstelling dezer Synode en van de voorstellen, die uit den boezem der Kerk haar bereiken zullen. Maar de kans op overwinning is door de Utrechtsche vergadering ongetwijfeld gestegen. En daarin verblijden we ons van harte.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 mei 1915

De Heraut | 4 Pagina's

Op de vergadering van

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 mei 1915

De Heraut | 4 Pagina's