GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

AAN VRAGERS.

De vraag onlangs aan de lezers gedaan heeft gewerkt. Zij betrof, gelijk men zich herinnert, het woord »Lekw'enda".

Zoo schrijft men ons uit R. hét volgende:

Met »Lekwenda< is misschien bedoeld »Lin q^ueada = (Deze plaats) moet verlaten worden. Hier en daar wordt een buitenplaats of villa aldus genoemd, om aan te duiden dat het schoonste plekje op aarde geen »blijvende stad" is.

Hiermee eens is het A. de O. te de L., die er bijvoegt dat het wooed Linquenda op een huis ten zijnent te lezen staat.

Hoogst waarschijnlijk is hiermede de zaak opgelost. Ook ik had gedacht aan eenverkeerd gespeld woord, gelijk waarschijnlijk het geval is. A. de O. verzekert er nog bij dat alle predikanten inUchtingen in dezen kunnen geven. Hadden we deze verrassende meedeeling maar een beetje vroeger gehad!

Toch blijft waar wat onze lezer B. te T. chrijft.

Op de Waal voor Rossum in deze buurt ligt een zoogen. lichterschip. woonschip en magazijn van den veerman der verschillende reederijen. Dat schip heet »Letwalda". Naar men mij verzekert, is dat woord of liever die lettercombinatie ontstaan uit de voorletters van de namen der 8 kinderen van den eigenaar. Raadt dat nu maar! Zou bij het woord »Lekwenda" niet aan iefs dergelijks moeten worden gedacht.

Later kwam nog van W. G. te L. een schrijven in, dat met. het bovenstaande overeenstemt. Mede voor het verdere van dit schrijven vriendelijk dank!

W. te R. vraagt:

Meermalen las ik onder' verzoekschriften of dergelijke stukken: »'t Welk doende" en dan de onderteekening. Is dit niet eigenlijk onzin of is er eèn verklaring van ?

In de vorige eeuw nog kwam de vorm hierboven vermeld en die zeer oud is wel voor. Men was toen wat breedsprakeriger dan thans.

Iemand die een verzoek had te doen of een smeeking, sprak aan het slot de hoop uit dat die zou ingewilligd worden en besloot dan met de woorden:

»Hetwelk doende-zult gij wel doen en de suppliant - j, ^^. de vrager — zal God voor u bidden".

Later deed méiï' het wat korter af, en behield alleen de eerste twee woorden, die thans ook vervallen zijn.

Onkngs, schrijft M. W., las ik dat men van zeker boek over, de wiskunde veilig kan zeggen; > het riekt naar de lamp". Wat kan dat beteekenen.?

Te Athene in Griekenland leefde ruim drie eeuwen vóór Christus de groote redenaar Demosthenes, die door zijn schoone redevoeringen bekend is gebleven. Niet zonder moeite en inspanning echter had hij het tot roem en eer gebracht.

Hij kon b. v. de letter R. niet zeggen, althans niet goed; voor een redenaar een zeer lastig gebrek. Dit wist hij te verhelpen door kleine steentjes in den mond te nemen en dan te trachten de letter R. uit te spreken (of dit middel nog werkt fturf ik niet zeggen). Daar hij veel in het openbaar in de open lucht voor de menigte sprak, kon het soms woelig zijn. Op dat zijn stem hiertegen bestand rhocht wezen oefende hij zich door te spreken aan het zeestrand bij het bruischen der golven.

Om ongestoord te kunnen werken aan zijn redevoeringen, liet hij zich soms den baard half afscheren zoodat hij ontoonbaar was en niet onder de menschen kon komen. Dan ging hij in een donker hol en verrichtte daar zijn werk bij het schijnsel eener brandende lamp. Kwam hij dan na weken te voorschijn met zijn schoone redevoeringen, dan zei men wel: »Ze rieken naar de lamp".

Wordt dit van een werk gezegd dan beduidt dit alzoo : Er is veel vlijt, moeite zorg en onderzoek aan besteed.

G. W. vraagt eenige opheldering over 2 Sam. 1 vers 7—11. We lezen daar:

Zoo zag hij achter zich om, en zag mij ; en hij riep mij, en ik zeide: Zie, hier ben ik.

En hij zeide tot mij: Wie zijt gij r En ik zeide tot hem : Ik ben een A'malekiet.

Toen zeide hij tot mij: Sta toch bij mij en dood mij, want deze maliënkolder heeft mij tegengehouden, want mijn leven is nog gansch in mij.

Zoo stond ik bij hem, en doodde hem; want ik wist, dat hij na zijnen val niet leven zoude; en ik nam de kroon, die op zijn hoofd was, en het • armgesmijde, dat aan zijnen arm was en heb ze hier tot mijnen heere gebracht.

In deze verzen komt voor het leugenachtig verhaal van den Amalekiet, die voorgaf Saul gedood te hebben en nu di^is versierselen aan David bracht, in de hoop op een goede beloo^ ning, wat echter heel anders uitviel.

In vers 9 wordt het voorgesteld als had Saul den Amelekiet verzocht hem te dooden. De koning had dit zelf willen doen maar kon niet wijl zijn maliënkolder, een soort van harnas het belette. Saul vreesde levend in de handen der Filistijnen te vallen.

De Amalekiet wist zeer goed dat Saul zijn nederlaag niet zou overleven, althans niet zou ontkomen maar gegrepen worden. Daarom deed hij, altijd volgens zijn zeggen, wat Saul verlangde. Toen nam hij de kroon, of eigenlijk het gouden kenteeken van het koningschap, welk teeken de vorsten op hun helm droegen. Ook nam de Amalekiet het armgesmijde of den armband van Saul (gesmijde komt van smeden en wil dus zeggen smeedwerk). Alles werd aan David gebracht wijl die nu koning worden zou.

HOOGENBIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 augustus 1915

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 augustus 1915

De Heraut | 2 Pagina's