GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland.

Wat hebben de Duitsche Theologen met het oog op den komenden vrede te zeggen?

Wij deelden mede dat in een artikelenreeks, geschreven door leidende mannen in de Luthersche Kerk, met het oog op den komenden vrede betoogd is, dat er gearbeid moet worden tegen den demonischen haat, die zich tegen de vijandelijke volken openbaart, tegen de overschatting van de Duitsche natie, waardoor men meent dat Duitschland in dezen oorlog geheel vrij uitgaat en te weinig rekening houdt met het feit, dat de goddeloosheid onder het Duitsche volk steeds toenam en het moreel steeds dieper zonk. Daarbij werd ook gewezen op het voortbestaan der gereglementeerde ontucht, op de prediking van de" vrije liefde, het beperken der geboorte om zich te ontdoen van den last, kinderen op te voeden, en zich ongehinderd aan vermaak te kunnen overgeven. De Düitschers hebben toch geen extra plaats in deze wereld, alsof zij zonder meer op God kunnen rekenen als hun Bondgenoot. Men kan alleen rekenen op Gods hulp, als men boetvaardig buigt onder Zijn gericht en bereid is hetgeen gewonnen wordt aan macht en invloed, dienstbaar te maken aan de komst van Gods Koninkrijk.

Maar hiermede is nog niet genoeg gezegd. Een groot gevaar voor het Duitsche volk is een soort vaderlandsliefde, die niet alleen het Christendom met onverschilligheid bejegent, maar zich in de plaats daarvan wil stellen. Hoort men er niet van spreken, alsof de ontzettende wereldkrijg waarin men verkeert, een nieuwe Godsopenbaring is? Zeker, God regeert ook daarin, en wij hebben ons er op toe te leggen om te verstaan wat Hij daarin spreekt, maar de God die daarin spreekt, is Hij die door Mozes en de Propheten, door Jezus Christus en Zijn Apostelen tot ons heeft gesproken. De tegenwoordige Godsregeering wordt eerst recht verstaan door Zijn openbaring in Zijn Woord. Van een nieuwe openbaring kunnen alleen zij spreken, die de werkelijke openbaring niet kennen. Wanneer deze zeggen dat die openbaring van overoude tijden is en dat wij nu moeten luisteren naar die van het heden, dan toonen zij dat zij van het AVoord niets weten, waardoor God dagelijks tol ons spreekt; gisteren en heden en tot in eeuwigheid is het dezelfde sprake die tot ons komt. Men spreekt ervan alsof de Kerk een nieuwe taak heeft gekregen en alsof de Kerk zelve door den oorlog een geheel andere worden moet. Maar zij die aan Gods Woord vasthouden, zijn overtuigd, dat, al moge de vorm en de methode door de tijdsomstandigheden veranderd worden, de Kerk des Heeren Jezus Christus heeft te prediken. Zijn zaligende en heiligende Koninklijke heerschappij moet oprichten op aarde. Het patriotisme is menigeen tot religie geworden. In zulk een gedachtengang past ook het heidensch spreken van een Duitschen God. Hoort men niet in kringen van gemeenteleden goed-Mahomedaansch beweren, dat de dood voor het Vaderland de ingang is in het eeuwige leven? Christenen kunnen daarmede niet instemmen. Hoe ernstiger de tijd wordt, en hoe meer dooden er vallen, des te ernstiger hebben de Christenen te verkondigen, dat alleen in Christus, in oorjog en vrede, alle heil te vinden is.

Hoort men niet tegenwoordig in Duitschland verkondigen, dat men voor de belangen des vaderlands moet ijveren en dat men met heiligen gloed daarvoor zijn leven offert. Christenen weten dal wij hier geen blijvende plaats hebben; zij hebben gesmaakt de krachten der toekomende eeuw en zien daarnaar uit. Zeker doen zij hun plicht. Zij betalen gewillig hun oorlogsbelasting, en als de Koning roept, nemen zij gewillig plaats in de rijen der strijders, onder de leus : weest den machten over u ge. steld onderdanig. Maar dit is ook alles. Een tijd gelijk wij dien doorleven, is voor hen geen groote tijd, maar een zware. Zij hebben een sterk besef van het gericht, dat in het tegenwoordige bestuur Gods ligt; een Goddelijk opwaarts voeren van het aardsche gebeuren, daarvan bespeuren zij niets.

Ons is het vaderland niet het laatste en het hoogste. Dat is ons Gods eeuwig rijk, het rijk, dat hier onze levensbron is en dat alleen stand zal houden, wanneer alle rijken, ook het Duitsche rijk, verdwenen zijn.

Op deze wijze zoekt men in Duitsche Christelijke kringen duidelijk te maken, wat er te doen is, wanneer de zoo vurig begeerde vrede weer herkregen is.

Engeland.

Duitsche B ij belkritiek verworpen.

De oorlog heeft, volgens den bekenden Engelschen prediker Mac-Neill, menigen Engelschen theoloog afkeerig gemaakt van de hedendaagsche Schriftcritiek, omdat deze uit Duitschland naar Engeland overgebracht werd. Genoemde Rev. Mac-Neill wijst er op, dat niet lang geleden een groep Duitsche theologen in een stuk uiteenzetten, hoe zij over den qgrlog dachten. Hierop werd door een groep Engelsche Godgeleerden uiteengezet, welke hunne opvatting was van den krijg. Merkwaardig is het op te merken, hoe deze twee stukken elkander vierkant weerspreken, zoowel wat de feiten betreft als wat de waardeeriiig dier feiten aangaat. Maar, zoo betoogt Mac-Neill verder, als de discussie geloopen had over zekere oorlogen, personen en gebeurtenissen in den Bijbel, hadden de Engelsche theologen de Duitsche geleerdheid bewonderd, en zouden zij hare onbevangenheid hebben toegejuicht, om te erkennen dat de Duitsche geleerden onbevreesd de nieuwe methoden van critiek wisten toe te passen. Maar nu kan rrien tot de Duitschers zeggen: »Heeren, ten opzichte van den tegenwoordigen oorlog ben ik uw gelijke in kennis van feiten, data's, documenten, personen en drijfveren, en toch verschil ik geheel van u in de verklaring van deze verschillende dingen, voorzoover zij de aanhangige quaestie van de motieven en de verantwoordelijkheid van dezen oorlog betreffen; waarom zou ik dan een duisterling genoemd moeten worden, als ik uw wijsgeerige interpretatie van Bijbelsche data's, documenten, petsenen en monumenten, die duizenden jaren van ons afstaan, niet aanvaard? "

Dit is niet onaardig opgemerkt. Als deze oorlog Engelsche Godgeleerden doet breken met een Schriftcritiek die in de Engelsche kerken zooveel verwoest heeft, zou dit een groote winst zijn.

— Spotters tot bidders gemaakt.

Ook van Engelsche zijde wordt het feit geconstateerd, dat menigeen die in de loopgraven strijdt of gewond in de hospitalen nederligt, anders dan vroeger over God en Goddelijke dingen is gaan denken. Uit allerlei brieven van Engelsche soldaten blijkt het in 't gewoel en de ellende van het oorlogsveld, dat mannen die tot hiertoe een goddeloos leven geleid hadden, gingen bidden. Zoo leest men in een van die brieven van het Engelsche front het volgende:

»Wij hadden in het begin een zeker aantal mannen, die den draak staken met de predikanten en met den godsdienst in het algemeen. Sommigen van hen waren gewone «Blackguards* van lagen stand, maar anderen behoorden tot de wel opgevoede klassen. Maar sedert het gevecht te wordt hun godslastering niet meer gehoord, en dezelfde menschen vallen op hunne knieën en bidden in tegenwoordigheid van hunne kameraden. Een nieuwe godsdienstige geest is ontwaakt.

Hetzelfde verschijnsel wordt in Frankrijk opgemerkt. Dr. Saillens die onder de Fransche troepen werkt, sprak de^er dagen te Londen reeds van een «revival* onder de soldaten. Reeds worden er stemmen vernomen om de vele brieven van het front, die van het ontvangen van krachtige godsdienstige indrukken getuigenis afleggen, in boekvorm vast te leggen. Voor een komend geslacht kan dit een nieuwe apologie worden. In Duitschland heeft men op dit gebied reeds de ha!nd aan den ploeg geslagen.

N.-Amerika.

Zending vanwege de Chr. Geref. Kerk onder de Mormonen.

De Zending onder de in de nieuwe wereld wonende Mormonen is buitengewoon moeilijk; immers wordt ze gedreven onder menschen die in eigen oog alleszins godsdienstig zijn door zich sde heiligen der laatste dagen" te noemen. Dat de heidenen, zoo noemen de Mormonen allen die niet tot hen behooren, de heiligen der laatste dagen, zouden wiSen bekeeren, is in hunne oogen het toppunt van dwaasheid. Zendelingen, die jaren lang onder de heidenen gearbeid hebben en met het oog op hun gezond­ heid een tijd lang in het heerlijk klimaat van Utah werkten, getuigen eenparig, dat de arbeid onder de heidenen niet zoo moeilijk valt als onder de Mormonen.

Toch zoekt de Chr. Geref. Kerk nog altijd onder de Mormonen het verlorene. De broeders van Denver besloten in overleg met de zendingsdeputaten van de Classis Pella op eene vergadering, den Isten Juli te Denver gehouden, dezen arbeid met kracht voort te zetten. In weerwil van de vele moeilijkheden aan den arbeid onder de Mormonen verbonden, is er veel dat aanspoort om in de kracht Gods voort te gaan. Ten eerste heeft de Heere aan de Chr. Gereformeerde Kerk aanvankelijk een geopende deur gegeven. Door middel van haar arbeid zijn reeds enkelen voor de diepten Satans de oogen open gegaan. Ten tweede heeft de Heere den Christenen van Hollandschen oorsprong een roeping gegeven in betrekking tot de stamverwanten in Utah. Vele Hollanders werden verleid en bedrogen. Men beweert dat er te Salt Lake City en Ogden een 4500 Hollanders wonen, waarvan niet minder dan 3000 Mormonen zijn. Ook de Duitschers, Denen, Zweden en Noorwegers werken er onder hunne stamverwanten. Daarom ligt het op den weg der Chr. Geref. Kerk, onder de Hollanders, die in den strik van het Mormonisme vielen, te arbeiden. Ten slotte mag men gelooven dat tal van Hollanders bloot in naam, niet van harte overtuigde Mormonen zijn. Was dit het geval, dan zouden de zaken haast hopeloos, in elk geval veel hachelijker staan.

Er zijn onder de Mormonen vele eerlijke en oprechte menschen, maar hunne leiders zijn, behoudens gunstige uitzonderingen, verleiders, die de allerverderfelijkste leeringen verbreiden.

Ze hebben een Evangelie geheel naar den natuurlijken mensch. Alle denkbare dwalingen van vroeger of later tijd hebben ze op den naam van Jezus gezet. Hun tallooze ketterijen kunnen gevoegelijk tot een. drietal gronddwalingen herleid worden. Hun godsbegrip is puur heidensch. Ze leeren dat God vleesch is en zijn liefde vleeschelijk. I^ij leeft in veelwijverij en brengt vele goden (zielen van menschen en engelen) voort. Bijgevolg is hun God niet eenig, eeuwig, onzienlijk, alwetend, alomtegenwoordig en almachtig. Waar ze er nu sterken nadruk op leggen, dat de mensch naar Gods beeld geschapen is en dit beeld vertoonen moet, daar kan een iegelijk de gevolgtrekking maken, en behoeft het geen vraag meer te zijn of de veelwijverij wel wezenlijk tot hun godsdienst behoort. De verdierÜjking zoowel als de vergoddelijking van den mensch vloeien voort uit hun godsbegrip.

Hun tweede grondfout is de leer van de voortgaande en steeds toenemende openbaring Gods aan den mensch. Ze beschouwen den Bijbel wel als een goddelijk boek, maar ze vinden het belachelijk om te meenen, dat de openbaring Gods met den Bijbel is afgesloten en dus de gansche waarheid in dit eene boek is vervat. Zoo beschouwen ze het boek van Mormon en andere Mormoonsche geschriften als de vrucht van deze voortgaande openbaring. Ze ontkennen wel, dat ze het Boek van Mormon als hun Bijbel vereeren, maar ze belijden toch in art. 8 vaii hun geloofsbelijdenis letterlijk : »Wij gelooven ook dat het boek Mormon het Woord Gods is." Uit dit heilloos beginsel van voortgaande openbaring zijn voorts te verklaren hun vereeren van het »levend orakel», zooals ze hun President noemen, hundroomen, gezichten, stemmen, engelenbezopken en al dergelijke dwaze dweperij, die niet zelden in dienst gesteld wordt van de booze lusten des vleesches.

Hun derde fondamenteele gedachte is, dat hunne keik het koninkrijk Gods is, en dan wel geopenbaard met uiterlijk gelaat. Hieruit is te verklaren hun orawroeten in de hooge politiek en hun priesterdwang; hun prachtiievendheid en hun ceremoniëndienst; hun ongebreidelde eerzucht en hun leven in de toekomst. Christus noemt zijn ware kerk het zout der aarde, maar zij willen als kerk aan de spits der wereld staan, en ze gelooven vast, dat dit doel eerlang bereikt zal worden. Christus zal weldra tot zijn tempel in Salt Lake City komen en dit alles voor hen verwerkelijken.

Men gevoelt, dat hier de diepten des Satans zijn. Het Mormonisme Ugt geheel in den geest des tijds en op één lijn met den afval onzer dagen. Het is anti-christendom in den naam van Christus, en het zal ongetwijfeld het zijne doen om den mensch der zonde voort te brengen. Ze zijn zeer verleidelijk. Dit blijkt al dadelijk uit hun belijdenis, bestaande uit dertien korte artikelen. Hier zijn vele van hun voornaamste dwalingen opzettelijk verzwegen, terwijl er bovendien een andere zin aan de woorden gehecht is. De zendelingen komen steeds met den Bijbel bij de menschen, en weten over de duisrere schriftuurplaatsen (dwaal)-licht te onsteken.

Ze spreken veel van het algemeen verval-van het Christendom onzer dagen en in verband daarmede' van het herstel der ware kerk door Josef Smith en zijne heiligen. Vele dingen begunstigen hierbij hun pogen. Het buitengewone en besliste van hun voorstelling neemt de onkundige en dweepzieke zielen in beslag. In elk menschenhart leeft een diepe begeerte naar aardsche glorie. Als men dan plotseling zoo beslist hoort gewagen van de heerlijkheid in het verre Westen, waar men het goud en het zilver zoo maar uit de bergen haalt en waar allen leven'als broeders en zusters; waar de Heere voortdurend spreekt, en waar de onbekeerde dooden nog gezaligd kunnen worden, — ziet, dan laten velen zich hierdoor betooveren. Inzonderheid de arme en onkundige menschen laten zich licht meesleepen.

Vaak ontevreden met eigen toestanden en in Europa veelal met weinig rooskleurige vooruitzichten voor zijne kinderen, beschouwt men de Mormocftische zendelingen als reddende engelen, wanneer deze beloven hun gratis naar het land der belofte te zenden. Zoo omhelzen velen een godsdienst, dien ze niet begrijpen, maar die van meetaf voordeelig is en geen kruis, maar terstond een kroon belooft. Zien ze dan later in de nieuwe wereld de ruwe werkelijkheid, dan gebeurt het niet zelden, dat ze het vertrouwen in allen godsdienst verliezen en met wrok en wrevel vervuld worden jegens God en den mensch.

Het verblijdt ons, dat onze broeders in de nieuwe wereld zich het lot der bedrogenen aantrekken en dat deze arbeid in de rechte banen geleid wordt.

Korea.

De Japansche regeering endeChr. scholen.

In geen land heeft in deze eeuw de zending zooveel, terrein veroverd als in Korea. Sedert het door Japan geannexeerd werd, is het Koreaansche volk steeds meer gecristianiseerd. De Japansche regeering schijnt echter de zendingsactie niet te willen bevorderen. Althans zij heeft bevolen, dat binnen een tijdperk van vijf jaar in de Christelijke scholen van Korea de Bijbel niet meer als leesboek mag gebruikt worden, en dat in de schoolgebouwen geen Godsdienstige oefeningen mogen plaats hebben. De Japansche Directeur van het onderwijsdepartement bezocht Europa en zag, dat in sommige landen het onderwijs geheel Godsdienstloos is.

Hetzelfde wil hij nu ook in Korea invoeren. De leiders van'de zendingsscholen hebben den Directeur echter te kennen gegeven, dat zij liever hunne scholen sluiten, dan het onderwijs voortzetten wanneer de Bijbel geweerd moet worden.

Hieruit is te vreezen, dat nu Japan zijn invloed in het Oosten, vooral in China uitbreidt, dit niet ten goede van de Zending komen zal.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 augustus 1915

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 augustus 1915

De Heraut | 2 Pagina's