GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zoo heeft deze

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zoo heeft deze

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 26 November 1915.

Zoo heeft deze schrikkelijke oorlog, waarin de Christennatiën van Europa elkaar uitmoorden, niet alleen aan het zedelijk prestige van het Christendom bij de heidenvolkeren een zwaren slag toegebracht, maar, wat niet minder bedenkelijk is, de machtspositie van het Christendom tegenover deze heidensche volkeren ondermijnd en verzwakt.

De beteekènis van dit feit onderschatte men niet.

In vroeger eenw, toen Europa met de landen om de Middellandsche zee nog een afgesloten geheel, een wereld op zich zelf, vormde, was er van een gemeenschapsleven der menschheid nog geen sprake. Wat wist men in Japan of China van den politieken toestand in Europa af, wat hoorde men in de binnenlanden van Afrika van de oorlogen tusschen Christelijke natiën? Thans, echter is dit alles geheel anders geworden. Koophandel en, scheepvaart hebben de scheidsmuren van het oude Europa al lang doorgebroken; de kolonisatiegeest dreef - de volkeren van Europa tot de verst afgelegen landen der aarde; het gemeenschapsleven werd, dank zij de snelle communicatiemiddelen, tot heel de wereld uitgebreid. Wat nu op de slagvelden van Europa gebeurt, de wisselende kans van het oorlogsspel, dringt door Azië en Afrika en wekt de belangstelling evenzeer van de Fellahin in Egypte en de Bedoeïnen in Arabië, als van de regeerders te Tokio en te Peking, omdat men weet, dat de uitslag van dezen krijg over het lot yan heel de wereld beslissen zal. Hoezeer nu het schouwspel, dat Europa thans aan dezq-heidensche naties aanbiedt, aan het zedelijk prestige van het Christendom afbreuk doet, behoeft wel niet^ gezegd te worden. Europa is voor deze heidensche natiën nog altoos de incarnatie van het Christendom. Hoe hooger het geestelijk en zedelijk leven daarom in »BBiBHBffl5B 't'WJ'W^^WWWH Europa staat, hoe rijker de vrucht is, die l hier van de inwerking van het Christendom op het volksleven aanschouwd wordt, hoe meer deze heidensche volkeren overtuigd zullen worden, dat de Christelijke religie in waardij verre staat boven hun paganistische afgoderij. Wanneer ze echter thans vernemen, hoe deze Christenvolkeren, die zichzelf leden noemen van één Christelijke Kerk, elkander niet alleen op de meest moorddadige wijze trachten uit te roeien, maar bovendien elkander beschuldigen van schending van elk Goddelijk en rnenschelijk recht, van gruwelen en wreedheden, zooals alleen bij de laagststaande volkeren in den oorlog voorkomen, - ^ hoe kan het dan anders, of het Christendom zelf wordt in de oogen dezer volkeren verlaagd en van zijn aureool beroofd? Wat op de heidenwereld van oud-Griekenland en Rome zoo diepen indruk maakte, toen de Christelijke Kerk pas optrad, was het wónderrijke liefdeleven, dat onder deze eerste Christenen bloeide. Dat vooral won zoo menig heiden voor het Christendom; dat was de adelbrief der Christelijke Kerk; dat haar beste aanbeveling voor wie buiten stond. Zou dan de bittere haat, die thans de Christenvolkeren tegen elkander in 't harnas jaagt, niet^ieen smaad zijn voor het Christendom zelf, niet een struikelblok ook voor de doorwerking van het Evangelie?

En niet minder ernstig is het feit, dat door dezen oorlog, die, hoe hij ook afloopt, met een finantieele en economische uitputting van de grootrnachten in Europa eindigen zal, de machtspositie zelf van het Christendom op een gevaarlijke wijze op het spel wordt gezet. Dat het Christendom onder de volken der aarde den toon aangaf, de algemeene politiek beheerschte en elk verzet van de heidenvolkeren te onderdrukken wist, was niet te danken aan zijn numerieke sterkte. Hoe sterk ook de uitbreiding van het Christendom was, en al staat het onder de zoogenaamde wereldgodsdiensten-iri aantal van belijders het hoogst, toch is het dwaasheid, te meenen, dat, het gevaar, dat in het paganisme schuilt, voor goed zou overwonnen zijn. Europa, Amerika en Australië mogen geheel of zoo goed als geheel gekerstend zijn, maar Azië en Afrika zijn het niet, en Azië alleen telt meer inwoners dan alle andere werelddeelen saam. Het Christendom mag onder alle religies het talrijkst wezen, maar het omvat niet meer dan hoogstens een derde deel van heel de bevolking der aarde, en het Boeddhisme met de aanverwante godsdiensten is bijna even zoo sterk - als de Christelijke Kerk. Nu heeft tot dusver met uitzondering van den Islam nog' nooit bij een dezer heidensche religies zich het pogen geopenbaard om met de macht van~ het zwaard zich tegen het Christendom te keeren. Deels 'lag dit in den aard dezer religies, die van gewelddadige middelen afkeerig zijn, dee4_s in het besef, dat het Christendom doo/", ; ijn hoogere cultuur en door de machtige verweermiddelen, waarover de Christenvolkeren beschikten, toch niet te overwinnen was. Waar eindelijk bijk^\'am, dat dit heidendom te veel versplinterd en uiteengevallen was om als een einheitUche macht tegen het Christendom te kunnen optreden. Maar wie daarom waant, dat het Christendom van dit paganisme niets meer te duchten heeft; dat door kolonisate en missie deze heidensche volkeren wel van zelf langs geleidelijken weg voor het Christendom zullen gewonnen worden, en dat bij Christus' wederkomst heel deze wereld hem met jubelend lofgeschal ontvangen zal, kent de profetie niet en heeft ook den ernst niet begrepen van wat in onze dagen bij deze heidensche volkeren.gist en woelt. Niet alleen, dat het profetische woord ons voorspelt, dat in het laatst der dagen de afval in de Christelijke Kerk het grootst zal wezen; dat dan de Antichrist komen zal, die de Christelijke volkeren zal verleiden en zich in den tempel op den troon van God zetten zal, maar Johannes zegt uitdrukkelijk, dat bij de laatste en bangste worsteling van Satan om Gods Kerk te onderdrukken, ook Gog en Magog, d. w. z. de heidensche volkeren, wier getal als het zand der zee zal zijn, zullen optrekken tegen de legerplaats 'der heiligen en de geliefde stad, om die te omringen en te verder\-en (Openb. , 20 : 8). Of v\'e thans reeds aan den vooravond van de vervulling dezer profetie staan, kan niemand zeggen, en zoolang de Anti-christ nog niet gekomen is, kan zelfs deze profetie nog niet in vervulling gaan. Maar wel wijst deze profetie er op, hoe de macht van de heidensche volkeren üiet voor goed gebroken is, maar eens tegenover de Christelijke Kerk zal staan, bezield door den haat tegen het Christendom, en pogen zal om Christus' Kerk uit te roeien. En wie nu de teekenen der tijden gadeslaat, kan niet ontkennen, dat zulk een gevaar dreigt. Het overwicht der Christenvolkeren berust op hun hoogere cultuur, op hun machtige legers en vloten, op hun eenheid tegenover deze paganistische volkeren: aar het door en door heidensche Japan heeft in een kwart eeuw van een onbeteekenend eilandenrijk zich opgewerkt tot een grootma(; ht, die de evenknie is van .de machtigste .Europeesche Staten. Het heeft het Christelijk Rusland al vcrsfagen, het heeft aan het Christelijk Daitschland zijn koloniën ontrukt, het bedreigt het Christelijk Amerika, en al mag het thans door zijn bondgenootschap rnet Engeland nog in toom worden gehouden-, het is voor niemand een geheim, dat Japan, zoodra het zich maar sterk genoeg voelt, de begeerige hand zal uitstrekken niet alleen naar China, dat het thans reeds tot een vasalstaat vernederde, masr evenzeer naar de koloniën van alle Christelijke natiën in Azië en Australië. Nog ontbreekt de vonk van het religeus fanatisme, dat deze heidensche volkeren als ct'-n ra; icht tegen het Christendom zal doen 0[)t.''ekkcn, maar de politieke ^P eus: zië voor de Aziaten, wint veld bij deze volkeren, die toch al onwillig de ojppervoogdij van Europa verdragen. Het voorbeeld van Japan heeft hun getoond, hoe ze met de cultuur van Europa zich verrijken kunnen zonder het Christendom over te nemen, en hoe machtig ze door die cultuur kunnen worden. Als Europa straks, door dezen broederoorlog uitgeput, geen soldaten meer heeft en over geen legers meer beschikken kan; als het financieel bankroet en economisch is te gronde gericht; als het weerloos en machteloos zal staan, — dreigt dan het gevaar niet, dat van Japan niet alleen de stoot zal uitgaan, die de volkeren in Azië het hun opgedrongen juk zal doen afwerpen, maar dat ditzelfde Japan dan aan het hoofd dezer volkeren aan het Christelijk Europa, desnoods met het zwaard, de wet zal voorschrijven ?

Japan heeft, — dit ééne feit teekent den toestand, — aan zijn bondgenooten in Europa wapens en ammunitie genoeg geleverd. Natuurlijk, want hoe langer de krijg in Europa duurt en hoe feller de strijd wordt, des te machteloozer zal Europa na dezen oorlog wezen. Maar het zond, hoe vaak er om gebeden, werd niet zijn legers en hield zijn vloot thuis. Straks, als de vrede gesloten zal worden, omdat de Christen-volkeren in Europa uitgeput zijn en niet meer vechten kunnen, zal het heidensche Japan de eenige grootmacht wezen, die beschikt over een nog ongeschonden leger, een leger dat een der sterkste en dapperste is.

Is er dan geen reden om met vrees de toekomst tegen te gaan, en te dieper 'te betreuren de zelfverblinding der Christelijke natiën, die, door heerschzucht verleid, tot zulk een uitkomst hebben meegewerkt"?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 november 1915

De Heraut | 4 Pagina's

Zoo heeft deze

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 november 1915

De Heraut | 4 Pagina's