GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

MARTHA'S BEPROEVING.

• VI.

MARTHA IN ONGENADE.

(Slot).

't Vriendehjk zonücht drong haar kamer binnen en deed haar ontwaken met een mat gevoel van verdriet en hulpeloosheid. »Was Papa en Mama maar hier? Zal ik het hun alles schrijven, maar dan moet ik Peter beschuldigen; mogelijk weet Papa wel raad*. Na gelezen en gebeden te hebben wou ze gaan schrijven, toen het meisje een paar sneden brood met een glas melk bracht en zei dat de jongejuffrouw om tien uur in Mevrouws zitkamer moest komen.

»Hoe laat is het nu f« Ja, daar was dat beel-, derige gouden horloge, dat stond nu stil; in Jiaar verdriet vergat ze 't gisterenavond op te winden. »Zal ik het Grootmama moeten teruggeven ? * 't Meisje kwam na een half uür zeggen dat Mevrouw op de jongejuffrouw wachtte.

Bleek en droevig zei Martha goeden morgen, »Zoo Martha Gumming, heb je diep berouw ? «

De aanspraak klinkt hard in Martha's ooren, de vraag nog vreemder, wat moet zij antwoorden. Berouw waarpver ?

»Ik ben heel bedroefd.

»Daar héb je alle reden voor, en heb je ook overdacht hoe bedroefd je ouders zuUen wezen, als die alles hooren ?

»Zij zullen niet gelooven, dat ik het deed r* luidde haar antwoord; 't was in Martha niet opgekomen, dat haar ouders haar konden verdenken.

> Durf je dat tot mij zeggen? Martha, Martha, ik had nooit zoo'n gedrag van je verwacht.

Plotseling vraagt Martha : »Grootmama, waar is Peter?

»Die werd per telegram naar huis geroepen, men vreesde dat zijn moeder stierf. Maar 't is veel beter aan het sterfbed van een moeder te staan, dan 't hart zijner moeder te breken door zoo slecht te wezen, als jij waart.

»Die arme Peter, hoe vreeselijk geen moeder te hebben!* zei Martha hafluid.

»Luister, Martha, 't is heden mijn geboortedag, ik ben vandaag tachtig jaar en was besloten daarvan een echten feestdag te maken voor jou, mij en je oiiders; die logeerden in de stad en kunnen elk oogenbük hier wezen.

Martha barstte in tranen uit. sPapa en Mama komen, o, o !«

, ïja, je mag wel schreien, ik was voornemens met hen mij t« verzoenen, omdat ik jou lief kreeg Martha (de scherpe stem werd zacht en beefde zelfs even), —nu zal ik ze alleen ontvangen om van jou slechtheid te vertellen en dan kan jij met ze vertrekken ; ik «asch rriijn handen ven jullie dri? ën.«

Martha's tranen vloeiden nog rijkelijker. Moest dat het eind v^n haar beproeving wezen? Die lieve Mama en Papa zouden dus — ze kon er niet aan denken en weende nog des te meer.

Meende de oude dame van berouw, dan had ze het glad mis; 't was voor de kleine meid een raadsel hoe dit alles zoo moest loopen; en als Peter wegbleef, zou zij dan, zou Mama dan om hem f erongeUjkt worden ?

Daar kraken wielen op het kiezelzand. Weg snelt Martha. Eer de laatste trede van de koets is neergelaten, i^ zij in 't rijtuig en ligt in Mama's armen.

«Liefling, wat scheelt eraan ? « vraagt mevrouw Cumming verschrikt door haar heftig snikken en haar bleek en ontdaan gelaat.

O, Papa, 't zal Maina ziek maken. Alles it mis. Grootmama zal 't u vertellen; 't is toch mijn schuld niet.

Ondertusschen waren dé heer en mevrouw Gumming uitgestapt, al begrepen ze niets van Martha's onsamenhangende woorden. Alleen zij haar vader: «Mama is veel beter en sterker mijn kind*.

Het drietal werd in de groote zaal gelaten, naar mevrouws bevel. Nauwlijks binnengetreden, snelt de oude dame op mevrouw Gumming toe en met een:

»Mijn lieve, lieve Martha 1» omhelst zij haar harteUjk, trekt haar naast zich op de sofa en drukt met een: »Hoe gaat het John ? « den heer Cumming de hand.

De eerste knecht zet stoelen voor mijnheer en Martha neer, biedt wijn, gebak en vruchten aan en verwijdert zich. Een oogenbUk» van pijnlijk zyijgen ontstaat tot mevrouw begint.

»Ge weet ik ben heden tachtig. Door een samenloop van omstandigheden vernam ik van Peter Petersen en ontmoette ik Martha. Ik kreeg haar lief en was besloten om harentwil je dwaasheid te vergeven en jullie uit te noodigen weer hier te komen wonen. Doch Martha, ze is je naam niet waard, heeft het alles bedorven. Zij is een huichelaarster. 2!ij heeft mij van alles over je levenswijs verteld, en hoe goed en vroom je haar hebt opgevoed, en ik dacht dat ze verstandig en gehoorzaam was. Doch gisterenmorgen ontdekte ik haar in de. galerij, die ze voor een speelkamer gebruikte, waar ze schilderijen heeft beschadigd en het standbeeld van mijn echtgenoot omgegooid. Zij leek , nog wel graag te luisteren, als ik haar van zijn heldendaden verhaalde. Ze is door en door slecht.

Maar Martha kan het beeld niet alleen omgegooid hebben*, zei mijnheer.

«Ik vond haar beteuterd^ er bij staan met den rechterarm in haar hand.

»Spreek lieve Martha, waarom waart ge ongehoorzaam ? «

Wanhopig zag Martha zonder spreken hem aan. Op zijn herhaald: «Spreek mijn kind*, zei ze alleen: „Ik kan niet Papa!"

Jullie hoort het. Zij is een huichelaarster, ze wl wel kwaad doen en bij herhaling; 'twas beslist niet de eerste keer, dat ze in de galerij was, (Martha schudde krachtig van neen, ) maar schuld belijden, vergeving vragen doet zij niet*.

»Waar is Peter Petersen, vraagt mijnheer eensklaps.

„Die arme jongen moest op een telegram zoo gauw mogelijk naar den trein gebracht worden; hij reed al heen, toen Martha nog in de galerij stond."

«Lieve Grootóiama", zei mevrouw Cumming toen, „onze Martha kan zich niet gedragen hebben zooals u zegt. Wij kennen ons kind te S oed, geloof mij, . (£e gejohiedeni» zal opgebelerd, worden en haar, onschuld ...

Mevrouw voltooide haar zin niet, zonder kloppeti werd de deur geopend en de huis­ i houdster trad binnen met een groote rijzweep in haar hand, die zij de oude mevrouw overreikte. „Mevrouw, hedenmorgen vernam ik, dat ik de verdere toebereidselen voor het verbüjf. vart de jonge mevrouiy moest staken en dat de jongejuffrouw in ongenade bij u - gevallen was, wegens het gebroken standbeeld. Reeds meer dan eenmaal had ik den jongeheer Peter uw verbod herinnerd, toch ging hij gedurig in de galerij spelen. Deze zweep heb ik onder het standbeeld gevonden en daarmee heeft hij de schilderijen zeker ook beschadigd. De jongejuffrouw liep in den kleinen bloementuin, zij betrad pas de galerij, om hem van onder 't beeld weg te trekken; een der tuinknechts zag dit."

„Wat zeg • je ? Deed Peter Petersen al dat kwaad? "

Ja, mevrouw, niemand dan jongeheer Peter." De huishoudster vestigde een blik vol innige liefde op de beide Martha's, boog en verUet de zaal.

Nu zagen de wanden een ongewoon Schouw spel. De oude dame sloot weenende Martha in haar armen en vroeg het kind om vergiffenis; en daarop' waarmee ze haar valsche' beschuldiging goed kon maken.

Op' de sofa tusschen de dames gezeten, gaf Martha op bevel van haar vader nu het , geheele verhaal van het gebeurde en hoe ongelukkig zij zich gevoeld had en geen raad wetende, juist aan hen schrijven wou, „want, voegde zij "er bij, „in mijn Bijbel kon ik niet anders vinden dan dat ik mijn woord moest houden, in de Psalmen en in de Evangeliën beide. Nu ben ik overgelukkig als uhiermgogt blijven voor goed, dan zijn al mijn gebeden verhoord. Altijd zal ik dankbaar wezen voor mijn maand van beproeving. „Waarvan het besluit wel het zwaarste deel vormt" zei haar moeder.

Hoezeer Martha's gelaat nog de sporen van haar groot verdriet vertoonde, haar oogen schitterden weer en werden niet moede beurtelings naar haar-papa en mama te zien.

„'t Besluit lijkt op een sprookje" zei Martha in later jaïen menigmaal. „Zij leefden allen biy en gelukkig tezamen". Én zoo was het ook. De heer Cunning bestierde het goed der oude dame, en voltooide het onderwijs en de opvoeding van Martha, terwij zij en haar mama de trouwe gezelschapdames harcr grootmoeder bleRen. Voor de oude dame werd de ontmoeting met liaar achterkleinkind tot den grootslen zegen daar zij ook in waarheid leerde bidden, in plaats van gebeden opzeggen en ter elfder ure nog de parel - van groote waarde vond.

Ook Peter kwam Martha's ongenade ten goede. Aarzelde de oude dame eerst wie tot haar erfgenaam te maken, en deden Martha's dapperheid en haar trouw aan haar gegeven woord „waardoor zjj, al heette ze Cunning zich een echte Petersen bewees", volgens het oudje, haar besluiten niets meer voor den ondeugenden iMiaap, al droeg hij den naam van haar echtgenoot te doen; Martha bracht daarin verandering.

yZij moest beslist een belooning hebben voor haar onverdiend en geduldig gedragen leed", zeide mevrouw Petersen, „'tis hier zoo mooi en met mijn ouders zoo overheerlijk. Mag Ellie daarvan ook genieten en laat u Peter voor goed bij dominee Howard blijven, die zal hem leeren niet voor de grap te jokken en gehoorzaam te •wezen, mogelijk wordt hij nog eens een officier met eere als grootpapa was.«

.De oude dame gaf des te gewilliger aan dit verzoek gehoor, toen een brief van Peter de aanvankelijke genezing zijner moeder meldde; en hij tevens zijn misslag bekende en overgrootmama om vergiffenis vroeg voor dit en-zijn vroeger bedreven kwaad,

HOOCENBIKK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 april 1916

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 april 1916

De Heraut | 4 Pagina's