Voor Kinderen.

AAN VRAGERS.

W. H. te D. vraagt:

In het boek van T. M. Looman, „Gids voor den bijbellezer", lees ik dat de stad Babyion zeer verfraaid zijnde met hangende tuinen, een van de zeven wonderwerken der wereld was. Welke zijn de andere zes! En waarom worden zij dus vereerd ?

In de Grieksche oudheid, dat wil zeggen de tijden vóór Christus, is sprake van de „zeven wonderen der wereld", die door zekeren Philo uitvoerig beschreven zijn. Het zijn allen bouwwerken, zoo kunstig of schoon, groot of duurzaam, dat zij, schoon door menschen gewrocht, toch het werk van een hooger macht schenen. Van daar de naam „wonderen der wereld". Heel de wereld door waren deze kunstwerken beroemd. Zij zijn:

1. De Pyramiden van Egypte. Welken vorm zij hadden toont hun naArn. Het waren groote steenklompen, soms , van gebakken soms van gehouwen steen. Ongelooflijk veel bouwstof werd er voor gebruikt, en vele jaren werd door duizenden arbeiders aan zulk een Pyrarnide gewerkt.

De Pyramiden dienden tot graven voor de koningen. Menig Egyptisch vorst liet zijn eigen graf bouwen, dat dan door zijn opvolgers soms werd vergroot. Deze gevaarten hadden van binnen gangen en kamers. In de laatste eeuwen zijn zij doorloopen en onderzocht. Wat dat opleverde kan men zien o. a. in het museum van oudheden te Leiden.

2. De hangende tuinen van Babyion. Nebucadnezar, koning van Babel, had tot vrouw een prinses uit het bergland Medië, dat weinig geleek op het zoo vlakke land van Babel. Om haar genoegen te doen liet hij de hangenda tuinen maken, die begroeide heuvels en bergen < geleken. Op verbazend zware pilaren was eenj steenen vloer gelegd, die met aarde werd gedekt, I waarin boomen en planten konden groeien. Soms had men wel twee of drie verdiepingen boven elkaar, bereikbaar met trappen. Zulk een werk doet eenigszins verstaan wat de koning bedoelde, toen hij trotsch uitriep : „Is dit niet het groote Babel dat ik gebouwd heb". Wellicht had hij toen den blik gericht ook op de hangende tuinen.

3. Het Mansoleum van Artemisia. Deze laatste was een Grieksche vorstin, die het Mansoleum of praalgraaf oprichtte ter eere van haar overleden man.

4. De Colossus van Rhodus. Rhodus is een eiland in de Middellandsche Zee bij de kust van Klein-Azië. In de oudheid had men aan den ingang der haven van de stad Rhodus een groot koperen beeld opgericht, zoo reusachtig, dat de beide beenen heel de haven van den ^enen kant tot den anderen overspanden, en de schepen er onder door zeilden. Een aardbeving wierp het gevaarte in de zee, waar het duizend jaar bleef liggen tot de Sewacenen het opvischten. Negen honderd kameelen.waren er toe noodig om al het koper weg te voeren.

5. Het beeld van Zeus of yup iter voor den tempel te Olympia in Griekenland. Dit kunststuk uit ivoor en goud vervaardigd en zeer groot, had tot maker den beroemden beeldhouwer Philias, die er vijf jaar over werkte. Zoo schoon was dit beeld, dat men elk gelukkig prees die het gezien had. 't Is misschien het schoonste beeldhouwwerk der oudheid.

6. De tempel van Diana te Efeze, die gelijk gij weet, ook in hel boek der Handelingen wordt vermeld. Daat bevond zich het beroemde Dianabeeld, dat naar de overlevering uit den hemel Was gevallen. De tempel telde meer dan honderd prachtige zuilen, elk de gift van een koning. Kuim drie eeuwen vóór Christus verbrandde hij, doch werd prachtig herbouwd.

7.. De vuurtoren of Phanis van Alexandrië in Egypte. De stad die door Alexander de Groote was gesticht 300 jaar vóór Christus, dreef grooten handel, en voor de schepen was behoefte aan een vuurtoren.

Hoe grootsch en schoon nu ook al deze „wonderen" waren, toch worden ze in vele gevallen door hetgeen men in ónzen tijd ziet overtroffen. Evenwel dient bedacht, dat wij betere hulpmiddelen hebben dan de ouden. Toen het raadhuis te Amsterdam voor twee en een halve eeuw werd ingewijd, begroette de dichter Huyghens de raadsleden^met een vers dat dus begon:

Doorluchte stichteren van 's werelds achtste wonder

Die naam „achtste wonder" is herhaaldelijk op het raadhuis, thans paleis toegepast. Wilde men echter zdo voortgaan, het getal wonderen der wereld zou wel wat groot worden.

Op een andere vraag van denzelfden inzender, moeten we, als reeds gezegd, het antwoord schuldig blijven, wijl de vraag, te onduidelijk is gesteld.

Onlangs las ik dat de tijden der aarde aan de hemelen geschreven , staan. Wat wil dit zeggen, vraagt W.

Dat kan onze lezer vinden in het eerste hoofdstuk des Bijbels vs. 16:

God dan maakte die twee groote lichten, dat groote .licht tot heerschappij des daags, en dat kleine hcht tot heerschappij des nachts; ook de sterren.

Daaruit zien wij dat de hemellichamen de tijden voor de aarde afperken. Dit blijkf nader als we bedenken.

1. Dat een jaar de tijd is, die onze aarde behoeft voor haar loop'om de zon.

2. Dat in een jaar twaalf maal nieuwe maan is, zoodat .de maanden zijn aangegeven. Ook de weken door de vier kwartieren van elke maan. Ieder kwartier loopt over zeven dagen.

3. Een etmaal als dag en nacht is de tijd, dien de aarde behoeft voor een wenteling om haar , as.

haar , as. Hoe dit nu. alles nader geregeld is, zoodat er geen verwarring ontstaat, bijv. wat de lengte der maanden en der jaren betreft, laten we hier rusten. We spraken slechts over hoofdzaken, en hopen dat die den vrager nu duidelijk zijn.

HOOGENBIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen