GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ouitschland. Wie mag het H. Avondmaal bedienen. Calvijn en Luther over deze zaak. De vraag of het Avondmaal ook buiten de vergadering van de gemeente des Heeren mag bediend worden, ook door personen die niet tot den dienst des Woords beroepen zijn, is onder de belijders des Heeren in Duitschland aan de orde. Dit is niet te verwonderen. Er zijn „Gemeinschaften" gevormd, die in afzonderlijke samenkomsten de stichting zoeken welke zij in de landskerk niet vinden, zonder zich echter van die kerk Ie scheiden. Nu wil men in die Gemeinschaften ook des Heereü Avondmaal vieren en daarom verlangt men in die kringen, dat de bediening van dit Sacrament zal vrij gegeven worden. „Elke mondige geloovige Christen, hij zij man of vrouw, geordend of niet geordend, heeft volgens onze bijbelsche opvatting het recht, zonder daarbij den dienst te gebruiken van een predikant of •» broeder", des Heeren Avondmaal te bedienen, hetzij met zijn huisgenooten, hetzij met gelijkgezinde vrienden zonder te* letten op hun aantal. Hij heeft daartoe hetzelfde recht, als hij het recht heeft den Bijbel te lezen". Deze stelling wordt doqr gemeenschapslieden beaamd.

In de Ref. Kztg. lazen wij eenige aanhalingen uit Caivijn'i werken, waaruit zonneklaar blijkt, dat deze reformator de bediening der sacramenten niet wil losgemaakt hebben van het kerkelijk ambt. Zoo is te allen tijde het gevoelen der Geref. kerken geweest. In hetzelfde blad wordt ook een brief van Luther medegedeeld, waarin deze antwoordt op de hem gestelde vraag, of een huisvader met de zijnen in zijn huis het Avondmaal mocht gebruiken. " Luther spreekt daarin uit dat een huisvader daartoe niet geroepen is. > Bovendien ii het onnoodig, wijl hij daaromtrent geen bevel ontvangen heeft, en hij zonder dat door zijn geloof door het Woord zalig worden kan, wanneer tyrannieke kerkleeraars, die daartoe geroepen zijn, het Avondmaal hem en de zijnen niet willen uitreiken. Het zou groote ergernis geven, wann'eer men zoo in de huizen over en weer het Sacrament ging uitreiken, en op den duur zou dit geen goede gevolgen hebben, ja, er zouden louter scheuringen en secten ontstaan. Want de eerste christenen in de Handelingen der apostelen hebben het Sacrament niet afzonderlijk gebruikt, maar zijn te zamen gekomen om als gemeente te vergaderen. En al hadden zij het gedaan, dan is hun voorbeeld toch niet te volgen, wijl het tegenwoordig niet aangaat dat wij alle goederen gemeenschappelijk laten zijn, gelijk zij toen dede»; want tegenwoordig is het Evangelie met de Sacramenten openlijk verbreid. Maar dat een huisvader de zijnen in het Woord Gods onderwijst, dat is recht en moet zoo zijn. "Want Gtod heeft bevolen dat wij onze kinderen en huisgenooten leeren en opvoeden zuUen; het Woord is aan een iegelijk bevolen. Maar het Sacrament is een openbare belijdenis en moet openbare dienaars hebben, wijl Christus gezegd heeft, dat men het tot zijn gedachtenis doen zal, d.w. z., gelijk de heilige Paulus zegt, dat-men den dood des Heeren zal verkondigen totdat Hij komt. Aldaar zegt hij ook dat men zal te zamen komen en hij bestraft'hen hard, die afzonderlijk een ieder voor zich des Heeren Avondmaal gebruiken wilden. Daarentegen is het niet verboden maar geboden, zijn huis in Gods Woord te onderwijzen, en zich zelven daarbij. Maar niemand kan zich zelvMi doopen, enz. Want het is geheel iets anders, een openbaar ambt te bekleeden in de kerk, dan als een huisvader zijn huisgenooten te onderwijzen. Daar moet men beide niet vermengen noch van elkander scheiden. Wijl nu hier geen roeping noch noodzakelijkheid bestaat, mag, men zonder Gods uitdrukkelijk bevel niets volgens eigen

gedachten ten uitvoer brengen; want er komt niets goeds daaruit voort." De getuigenissen van Calvijn en Luther zijn dus duidelijk. Of de Gemeinschaften zich zullen latM) gezeggen?

Rusland. De toestand der Kerk. De toestand van verwarring waarin het voormalige groote Russische rijk verkeert, is grenzeloos, en het is niet te verwonderen dat de Kerk daarin deelt, wanneer men weet dat Kerkelijk en Staatkundig leven in het voormalige Czarenrijk zoo nauw met elkander'verbonden zijn. Van hetgeen er op Kerkelijk gebjed in Rusland geschiedt, komt echter weinig uit. Het schijnt dat de Bolsjewikische regeering zich niet sterk genoeg gevoelt om krasse maatregelen tegen de Kerk te nemen. Er is gezegd, dat de rijke kloostergoederen ten Mte van den Staat zouden verbeurd verklaard worden, doch van de uitvoering van dit besluit vernam men niets. Er werden door de ambtsdragers der Grieksche Kerk processiën gehouden, de Overheid verhinderde ze niet. In St. Petersburg hebben de begrafenissen zonder eenigen kerkelijken dienst plaats, doch dit is niet tengevolge van een regeeringsmaatregel. Naar het ons toeschijnt, gaat er van de oude Staatskerk van Rusland geen kracht uit om een dam op te werpen tegen den verwoestenden stroom van ongeloof en revolutie. De hooge en lage geestelijken in de Russische orthodoxe Kerk zwijgen ; alleen-werden voor • het kerkelijke leven de noodige maatregelen genomen die door het wegvallen van den Czaar, als hoofd der Staatskerk, noodzakelijk werden. Het is alsof zij de toevlucht genomen hebben tot bomvrije kelders, in de hoop, dat de storm weldra zal voorbij zijn, en de toestanden •'fa.n vóór den oorlog zullen terugkeeren. Of dat het geval zal zijn, is moeilijk te zeggen. Het Russische volk is mystiek aangelegd, en vatbaar voor religieuze aandoeningen. Maar in dezen tijd zijn de hoofden en harten zoo vervuld met dé verwachting dat de revolutie een beter lot, wat het tijdelijke leven betreft, zal aanbrengen, dat alles wat betrekking heeft op de dingen van het eeuwige leven op den achtergrond is gedrongen.

Nu is het aardsche lot van den Russischen boer ver van benijdenswaardig geweest; en met geestdjift heeft men zich aan de leiding overgegeven van de revolutionairen die het oude regeeringsstelsel hebben oniVer geworpen. Het is te begiijpen dat zij gingen dwepen, met de gedachte, dat het grondbezit aan hen zou komen, die den' bodem bearbeiden. Weinige jaren geleden was het Russische volk zeer nauw aati zijn Kerk verbonden en droeg het sociale onrecht met gelatenheid, in de gedachte dat «Vadertje Czar* wel eenmaal zou komen om een einde te maken aan de wantoestanden, die vooral op het platteland heerschten. Doch dit is alles veranderd. Men verwacht alles van de revolutiemannen en is daardoor in een toestand geraakt, die erger is dan die te voren bestond.

De Russische revolutionairen gaan van dezelfde beginselen uit als de Franschen op het laatst der 18de eeuw. De uitwerking dier beginselen, het blijkt eiken dag, is echter nog vreeselijker dan voor honderd dertig jaar. Toen werd Koning Lodewijk XVI en Koningin Marie Antoinette na een tegen hen gevoerd proces ter dood veroordeeld en gevonnist, nu werd de Czar vermoord en zijni vrouw en kind schijnen hetzelfde lot te hebbeii ondergaan. Toenhield men zich nog eenigszins aan beginselen, al was het Woord Gods verworpen, nu schijnt het dier in den mensch te zijn losgebroken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 september 1918

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 september 1918

De Heraut | 2 Pagina's