GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Plaatselijke samensmelting einddoel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Plaatselijke samensmelting einddoel.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Reeds de eerste Generale Synode onzer Kerken te Amsterdatn in 1892 gehouden, sprak uit, dat men niet volstaan kan met de beide Kerkengroepen in meerdere vergaderingen te vereenigen, maar dat plaatselijke saamsmelting van de bestaande Kerken het einddoel moest wezen.

Ook de volgende Synode, te Dordrecht gehouden, betuigde nogmaals hare instemming met deze verklaring op grond van de overweging »dat de eenheid der geloovigen, welke Gods Woord vordert, zich ook openbaren moet; dat dien overeenkomstig de Kerkenordening (vooral art. 37 en SI) als regel stelt, dat in dezelfde plaats slechts één Gereformeerde Kerkeraad zij, tenzij onoverkomelijke bezwaren, als b.v. verschil in taal, een gedeeld kerkelijk leven noodzakelijk maken; en dat, waar zulke noodzakelijkheid niet bestaat, de gedeeldheid voor Gods Woord niet bestaan kan, met de eischen van goede kerkelijke orde in strijd is, en "ook voor de Kerken zelve; vooral in geestelijk opzicht, tot schade is, " weshalve de Synode, aan alle Kerken, die dit aanging, met ernst en aandrang voorhield, dat , , zij toch nooit souden berusten in een zondidigen toestand van plaatselijke gedeeldheid."

Het doet daarom wel eenigszins vreemd aan, dat na deze besliste uitspraken van twee Generale Synodes, de redacteur van de Wachter Ds. Doekes verklaren kwam, dat iemand smet een vrij geweten kan strijden voor bestendiging van de plaatselijke gedeeldheid der Kerken* en wel om deze recïen, > dat genoegzame grond ontbrak voor de stelling, dat het naast elkaar voortbestaan van twee kerken in eenzelfde plaats zondig is*. Bewijzen hiervoor uit de Schrift werden niet aangevoerd ; evenmin uit onze Kerkenorde, maar alleen werd een beroep gedaan op de historie. In Amerika, zoo merkte Ds. Doekes op, heeft men verschillende gemeenten in eenzelfde stad en geldt zelfs als regel, dat wanneer de gemeente te groot is, men er twee gemeenten van maakt, elk met een eigen predikant. En evenzoo werd verwezen naar hetgeen in de vroegere Christelijke Gereformeerde Kerk jarenlang was voorgekomen, nl. dat men na de vereeniging in 1869 van de gescheiden Kerkengroepen, die uit de actie van 1834 waren voortgekomen, de Kerken plaatselijk gescheiden liet voortbestaan en dit nimmer als zondig is veroordeeld.

Nu is dit beroep op de historie vrij zonderling. Vooreerst kan en mag wat in een of andere Kerk geschied of geduld is, toch niet voor ons uitmaken, wat zedelijk geoorloofd is. Gods Woord alleen heeft voor ons te beslissen. Een onfeilbare Kerk hébben we niet, noch in Amerika noch in de vroegere Christelijke Gereformeerde Kerk. En in de tweede plaats gaat het beroep op wat in Amerika geschiedt, niet op. Men heeft in Amerika niet twee naast elkaar bestaande Kerkengroepen gehad, die ook na de vereeniging in één kerkverband plaatselijk de gescheidenheid voortzetten, maar alleen de toepassing van het zoogenaamde parochiale systeem, nl. dat men gemeenten op een plaats, die te groot werden, in kleinere Kerken verdeelt. Dit nu hebben onze Generale Synoden nooit veroordeeld. Reeds de Synode van 1892 sprak uit, dat zij, door de plaatselijke samensmelting als einddoel te stellen, «niets wilde praejudicieeren ten aanzien van het parochiale stelsel*, en de Synode van 1893 wees er evenzoo op, dat hetgeen door haar besloten werd, niet belette «de splitsing van groote kerken in Parochiën*.

Was de bedoeling van Ds. Doekes dan ook alleen geweest, om een pleidooi te voeren voor dit zoogenaamde parochiale stelsel, dan zouden we hiertegen geen bedenking hebben ingebracht. Zelfs al zou men dit parochiale stelsel zoover willen doorvoeren, dat overal, waar eene gemeente groot genoeg was om twee predikanten te hebben, men voor de vorming van twee gemeenten pleitte, dan kon hiervoor nog het pleit gevoerd worden, zonder dat men tegen de beslissingen onzer Generale Synodes ingaat. Maar geheel anders komt de zaak te staan, wanneer men, onder den schijn van voor het parochiale stelsel te ijveren, de gescheidenheid van de plaatselijke Kerken wil - bepleiten, die elk uit een eigen historisch verleden zijn voortgekomen, zooals dit vroeger het geval was met de Kruiskerken en de Afgescheiden gemeenten, en nu met de Kerken, die herkomstig zijn uit de Separatie eil .. poleantie. Juist de verwijzing naar hetgeen vroeger .m de Christelijke Gereformeerde Kerk geschieü of wil men gedragen was, toont, hoe Ds. Doekes hier wel degelijk lijnrecht tegen de besluiten onzer Gereformeerde Synodes inging.

We zijn Ds. Van der Werffvan Dokkum en Ds. J. Op 't Holt van Bolsward dan ook dankbaar, dat ze tegen dit kerkrechtelijk advies van de Wachter met ernst en klem van redenen opkwamen. De bestaande gedeeldheid tusschen de zoogenaamde A en B kerken is, juist om de historie, die er achter ligt, in strijd met Gods Woord, want het bevordert, dat de een zegt: ik ben van Paulus en de ander: ik ben van Cephas, waartegen de Apostel in den brief aan de Corinthiërs zoo ernstig waarschuwt als een «verdeelen van het lichaam van Christus." Het is daarom de heilige plicht en roeping van ieder Christen om°teg€; n deze zondige gedeeldheid in de Kerk op te komen en voor de saamsmelting der plaatselijk gescheiden Kerken te ijveren. En we betreuren het, dat waar deze heilige plicht steeds meer is ingezien, zoodat nog slechts op zeer weinige plaatsen de vroe^ gere gedeeldheid stand hield, een blad als De Wachter, in plaats van daartegen op te komen, juist de tegenstrevers tegen de plaatselijke ineensmelting sterken komt.

Heeft de samensmelting eenmaal plaats gevonden en blijkt de gemeente zoo groot te wezen, dat' splitsing in parochie-kerken wenschelijk is, dan bestaat er geen bezwaar tegen, hiertoe over te-gaan. De Heraut is steeds een warm voorstander van deze splitsing der massale stadskerken geweest. Maar wanneer men niet eerst tot saamsmelting overgaat, maar de bestaande A en B kerken in stand houdt, ook al trekt men door het stads-of dorp gebied een grenslijn, dan blijft aan deze beide Kerken toch de bestaande herinnering kleven van haar oorsprong, hetzij uit de scheiding, hetzij uit de Doleantie, en drukt dit op deze beide Kerken een eigenaardig stempel. Wat de Synodes onzer Kerken , , een zondige gedeeldheid", noemden, blijft dan toch voortbestaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 juni 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Plaatselijke samensmelting einddoel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 juni 1919

De Heraut | 4 Pagina's