GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Alhoewel het reeds meer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Alhoewel het reeds meer

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 16 September 1919.

Alhoewel het reeds meer dan een maand geleden is, dat de Synode der Hervormde Kerk haar jaarlijksche zitting sloot, mag de arbeid dien zij verrichtte, door ons toch niet met stilzwijgen worden voorbijgegaan. De Hervormde Kerk, die volgens haar eigen statistiek thans 3.158, 154 leden telt en dus nog altoos bijna de helft van onze bevolking omvat, neemt een te belangrijke plaats in ons volksleven in, dan dat we niet met belangstelling zouden gadeslaan, welke richting de ontwikkeling dezer Kerk neemt.

Opmerkelijk nu is, dat op deze Synode, hoewel zij in haar samenstelling overwegend orthodox was (het stond 12 rechts tegenover 7 links), geen de minste poging beproefd is om het belijdend karakter der Kerk beter te handhaven. Het Confessioneel geding kwam niet eens aan de orde. Het schijnt, dat de orthodoxe partij, na de droeve varingen op dit punt opgedaan, alle hoop had opgegeven om onder de bestaande constellatie op verscherping van den belijdenisband aan te dringen. Geen voorstel desaangaande was ter Synode ingediend. En de Synode zelve was blijkbaar dankbaar, dat zij ditmaal de handen niet in dit wespennest behoefde te steken.

En evenzeer was kenmerkend voor deze Synode, dat van alle plannen om tot een vreedzame boedelscheiding tusschen orthodoxen en modernen over te gaan, doordat beide richtingen zich kerkelijk zelfstandig zouden consolideeren, geen sprake meer was.

Maar al heeft deze Synode dus zeker geen arbeid in grootschen stijl verricht, ze heeft wel beteekenis in zooverre zij het vraagstuk van de reorganisatie der Kerk een stap in de goede richting heeft verder gebracht. Indien de door haar aangenomen voorstellen bij de Kerkelijke vergaderingen, die te beslissen hebben, ingang vinden, dan zal de innerlijke organisatie der Hervormde Kerk een niet onbelangrijke wijziging ondergaan. Het is vooral aan den overwegenden invloed, dien Prof. Slotemaker de Bruine op deze Synode heeft uitgeoefend, te danken, dat deze reorganisatievoorstellen zijn aangenomen. En de bittere tegenstand, dien . de modernen tegen deze reorganisatieplannen hebben geboden, toont wel, dat de orthodoxie in dit opzicht een beslissende zegepraal heeft behaald.

Kort saamgevat komen die reorganisatievoorstellen hierop neer:

Ie. dat de leden der Synode voortaan niet' meer gekozen zullen worden door de Provinciale Kerkbesturen, maar door de Classicale vergaderingen en wel met dien verstande, dat de Synode bestaan zal uit 30 predikanten en 15 ouderlingen, die voor den tijd van drie jaar zullen benoemd worden;

2e. dat de keuze van de leden der Synode (en van het Provinciaal Kerkbestuur) niet meer, gelijk tot dusverre, zal beperkt zijn tot degenen, die in het Provinciaal Kerkbestuur (of Classicaal bestuur) zitting hebben gehad, maar vrij zal wezen;

3e. dat de besluiten der Synode, om kracht van wet te verkrijgen, voortaan niet meer aan de beslissing van de Provinciale Kerkbesturen behoeven onderworpen te worden.

Dat de modernen met hand en tand zich tegen deze voorstellen gekant hebben, is te begrijpen. Wanneer de Synode niet meer door de provinciale Kerkbesturen', maar rechtstreeks door de Classicale vergaderingen gekozen wordt, dan is voor de modernen voor goed de kans verkeken om in de Synode de meerderheid te verkrijgen. Toch is het niet alleen daarom, dat wij deze besluiten der Synode een stap in de goede richting hebben genoemd. Het voornaamste belang van deze beslissing ligt voor ons hierin, dat daarmede principieel gebroken wordt met het hiërarchische karakter, dat de Hervormde Kerk dusverre droeg. Natuurlijk ware het nog beter geweest, wanneer de Synode de Provinciale Kerkbesturen geheel had afgeschaft en teruggekeerd ware tot de aloude regeling der Gereformeerde Kerken, dat de Classicale vergaderingen afgevaat< digden verkiezen voor de Provinciale Synode en deze wederom afgevaardigden voor de Algemeene Synode. Maar ook zoo is de macht der Provinciale Kerkbesturen toch grootendeels gebroken en kan nu van de Kerken zelve, die in de Classicale vergaderingen saamkomen, invloed op de Synode uitgaan. Er zal daardoor nieuw bloed in de Synode komen en er zal, naar Prof. Slotemaker de Bruin opmerkte „ruimte worden gegeven voor wat er woont en woelt in de Kerk."

Veel gewonnen is er met deze bloot formeele reorganisatie nog niet. Zelfs wanneer de Synode geheel teruggekeerd ware tot de aloude Presbyteriaal-Synodale organisatie der Kerk, zou daarmede het vitium originis, dat haar aankleefde, nog niet zijn weggenomen, en nog veel minder zou daardoor haar karakter als belijdende Kerk zijn hersteld. Niet in het hiërarchische karakter van hare organisatie, maar in de leervrijheid, die ze practisch huldigt, schuilt haar grootste kwaad. Het is, zooals nog pas in een rapport gezegd werd, door een Commissie der Hervormde Synode uitgebracht, »de diep treurige toestand der Hervormde Kerk, dat de verhouding der verschillende partijen en de daaruit voortvloeiende strijd van dien aard zijn, dat honderden voor de Kerk verloren dreigen te gaan, dat de invloed der Kerk wordt verminderd en .dat het godsdienstig leven schade lijdt". Eerst wanneer uiteengaat wat niet saamhoort en de Kerk weer haar belijdenis handhaven gaat, is er voor de Hervormde Kerk een betere toekomst te wachten.

Maar hoe beslist we dit uitspreken, toch zijn we niet ondankbaar voor hetgeen Prof. Slotemaker dde Bruine heeft tot stand gebracht. Het mag niet meer zijn dan een wolkje als eens mans hand, er kan een profetie in schuilen van e: en geheel nieuwe ontwikkeling. Wanneer het hiërarchisch karakter der Synode wordt opgeheven, en ze door de Kerken zelve zal gekozen worden, dan zal er nieuw levensbloed in haar aderen komen. Er zal een frisscher geest in het oude en vermolmde huis binnendringen. En de belijdenisvraag laat zich dan niet meer in den doofpot stoppen. Ze zal uit den boezem der Kerk zelf met zoo luid geweld aan de deur der Synode kloppen, dat ze tot een beslissing zal moeten gebracht worden.

De modernen hebben dit terecht gevoeld.

Wanneer de Kerk zich weer in de Synode kan uitspreken, dan is het met de leervrijheid der modernen gedaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 september 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Alhoewel het reeds meer

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 september 1919

De Heraut | 4 Pagina's