GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pres.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pres.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het Friesch Kerkblad schrijft Ds. v. d. Meulen over het bedenkelijke streven, dat zich bij somnnige „jongere Gereformeerden" openbaart, het volgende:

We ontvingen een circulaire van de heeren Br, Elffers, Riem Visser en Dirk Breebaart, allen te Haarlem, waarin deze heeren mededeelen, dat zij omstreeks de as. Kerstdagen in het midden des lands eene bijeenkomst willen houden van hen, die , verbitterd* zijn over de wijze waarop de Gereformeerde Kerk (sic) en droevig-kortzichtiger nog de Zondagsbladen dier kerken zich stellen tegenover «verheugende verschijnselen» als daar zijn: «herlevende schoonheidszin, verdwijnende miskenning van andersdenkenden, bezinning op sociaal terrein, waardeering van strevingen, die openbaar worden in N. C S. V, en den bijval waarin Ds. Netelenboshopelijk mede sterkte vindt». Volgens genoemde heeren toen is , immer groeiend het getal üergenen, wier innigst zijn op het terrein van het godsdienstig leven andere behoetlen kent dan die, door de gezaghebbenden in de Kerk beleefd". Deze onbevredigde zielen worden onder ons gevonden, - naar de mecning van de heeren Elffers c.s. - vooral onder de jongeren in onze Kerken. Onder hen «leven weuscbcn, waaraan door die Kerken niet alleen niet wordt voldaan, maar welke zij trachten uoor negatie en het spreken over «verflauwing der grenzen ie underdrukken*. Van die wenschen wordt gezegd, *dat de afkeer van het betracnten van den vorm, zonder het leven van den geest, waaraan die vorm ontsprong, daaraan niet vreemd is». Die jongeren zijn warsch van het ontkennen van het nieuwe, voor men beleefd heeft, waaraan het zijn oorsprong dankt». Zij hebben «meer begeerennaar het leven dan naar de leer».

Men voelt, waar deze heeren heen willen. Ds. Netelenbos is hun man en zijne leer is bun ideaal. Ze willen alle gelijkgezinden bijeenroepen, want ze vreezen, dat deze ^onbevredigde zielen" zich zullen gaan stellen buiten de Kerk en «daardoor zich ontvallen zien het waarlijk goede in het gemeenschappelijk beleven omsloten». Deze gelijkgezinden zijn dan volgens het bovenstaande eenparig in hunne «verbittering» en »droeiheid». Wel zijn er verheugende verscnijnselen, doch deze zijn zoo 't schijnt nog niet bij machte het naar schoonheidszin en waardcerijng van andersdenkenden doistende hart van die dioefheid en verbittering te ontlasten.

Wat van dit alles te zeggen ?

Op gevaar af van door deze heeren de kortzichtigsie onder de kortzichtigen te worden genoemd, moet ons de opmerking van 't hart, dat bovenstaande uitlatingen allerminst blijk geven van waardeering voor den arbeid onzer mannen. De waardeering dezer heeren schijnt uitsluitend voor mannen als Ds, Netelenbos te zijn, wiens optreden in tal van plaatsen veel heeft van wat het Avondmaalformulier noemt: «.tweedracht, secten en muiterijen in de Kerken aanrichten.”

Verder dient opgemerkt, dat de leuze: «eersthet leven, dan de leer" door de heeren dan ook zelf in toepassing moet worden gebracht. We nemen aan, dat zij bij het afleggen hunner belijdenis hebben beloofd, zich aan de vermaning des Kerkeraads gaarne te wilien onderwerpen. Nu komen ze met nieuwe en vreemde leeringen, die van de belijdenis afwijken. Is het nu nobel, lid van onze Kerken te willen blijven, doch zich aan de vermaningen niet te storen, maar een beweging op touw te zetten, die, wanneer ze gelukt, onze Kerken geheel zal vervormen en van Gereformeerd gedeformeerd maken?

De «schoonheidszin" der heeren doet ze uit het oog verliezen, dat de H. S. ons leert, de oude palen niet te verzetten, die de vaderen gemaakt nebben. Die vaderen waren mannen, die met hun bloed hunne belijdenis bezegelden, liever dan van de waarheid af te wijken.

Hoeveel waarde er ook aan het leven moet worden toegekend, de leuze «eerst het leven, dan de leer" leiat tot onverichilligheid voor de laats e en daardoor tot kleinachting van de H. Schrift en van hare uitspraken. De belijdenis is vrucht van bittere worsteling der Kerk tegen allerlei ketterij en dwaling. De onderteekenaars der circulaire zouden goed doen, wanneer ze naarstig studie gingen maken van de Kerkgeschiedenis. Hun «herlevende schoonheidszin" zou wat bekoelen en de «verbittering" een heilzame afleiding ontvangen, wanneer ze gingen onderzoeken, wat het , , hu[nanisme" in vroegere eeuwen voor een standpunt innam jegens de H. Schrift en de belijdenis der Reformatie.

Heusch, hun «innigst zijn" moet wat meer inhoud hebben!

Dat er metterdaad in dit streven veel bedenkelijks is, zal wel niemand ontkennen.

Toen meene men daarom niet dat al deze , .joi)gere Gereformeerden", gelijk ze zich zoo noemen, zoo ver gaan.

In Bergopwaarts schrijft een dezer Jonge Geieformccidtn over het optreden van Ds. Netelenbos het volgende, waaruit wel blijkt, dat deze predikant volstrekt niet de heilige schutspatroon voor al deze jongere Gereformeerden is:

«Zeker, Ds. Netelenbos pleit ook voor de zaak der Geref. jongeren; Ds. Netelenbos wil ook, wat Ds. Aalders, Ds. Brussaard en nog zoo vele andei en willen, maar .... Ds. Netelenbos wil nog veel meer. Had Ds. Netelenbos alleen gepleit voor het ethisch element, om dat te versterken en meer op den voorgrond te schuiven, hij zou weerklank gevonden hebben in de harten van al onze jongeren, evenals een Ds. Landwehr; had Ds. Netelenbos alleen gestreden voor meerdere waardeering voor andersdenkenden, voor de N. C. S. V., hij zou sympathie verworven hebben bij allen, evenals Ds. Aalders en Ds. Brussaard. Maar dat wil Ds. Netelenbos niet alleen, hij wil iels anders, en in den grond der zaak is Ds. Netelenbos om dat andere geschorst. Ik weet wel: de schorsing is in strijd met onze Kerkenorde; er is in Zeeland hopeloos geknoeid en gemodderd; dit alles dient dan ook recht te worden gezet, maar dan zal ook blijken, wat de aanleiding tot de schorsing is geweest, niet 't pleiten voor 't ethisch element, maar 't pleiten voor 't ethisch beginsel.

Ds. Netelenbos zeide immers in Utrecht dat hij niet tevreden was met het ethisch element, maar het ethisch beginsel wilde. Met Ds, Dorst zeg ik tegen Ds. Netelenbos: Consequentie gevraagd» verlaat de Geref. Kerken”.

«Us. Netelenbos zegt: «het ethisch beginsel». Wij Gereformeerde jongeren zeggen met Ds. Aalders: ».het is hoog tijd dat er zich een meer vooruitstrevende richting baan breekt, naast, deels tegenover de conservatieve strooming, die nu bijna alleen aan het woord is«. («Critiek der jongeren» blz. 24) en »Onze leer is wel goed, maar het leven moet eraan beantwoorden; in dit opzicht biedt veel wat van Ethischen kring geldt een heilzaam correctief voor ons. Het beginsel der Ethischen kunnen en mogen wij niet overnemen, maar hun nadruk leggen op het leven en op de daad, op geloofspractijk en persoonlijke religieuse ervaring, laat ons die overnemen en ons eigen maken. (Fraternitas jaarg, V blz. 178)".

„Wat? Ethisch en Gereformeerd geen tegenstelling ? Dat leerde Kuyper ons anders: „Ons geschil gaat zeer diep. Zal ik het in één woord resumeeren, dan ligt het in de Imnianentie en de Transcedentie Gods. Beide worden door ons beiden eikend. Door u zoowel als duor mij. Maar uw klacht is, dat ik de Immanentie niet tot haar recht doe komen. De mijne, dat gij tekort doet aan de Transcendentie Gods. („Bedoeld noch gezegd", schrijven aan Dr. J. H. Gunning Jr. blz. 45). Prof Honing kan in de ethische richting niet zien „een voortspinnen aan den draad onzer oude nationale Geref. theologie" („Ethisch of Gereformeerd? " blz. 74).

Prof. Bavinck zegt in zijn „De Theologie van D. Chantepie de la Saussaye, bijdrage tot de kennis der ethische theologie" blz. 95: „zijne Theologie kan de onze niet zijn, omdat naar ons voorkomt in deze Theologie de waarborg ontbreekt, dat zij de waarheid behoudt, gelijk God ze ons gaf in Zijn Woord.”

Ethischen en Gereformeerden moeten elkander waardeeren, maar wie durft staande houden dat ethisch en gereformeerd geen tegenstelling vormen, en dat Ds. Netelenbos Gereformeerd is?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 oktober 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pres.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 oktober 1919

De Heraut | 4 Pagina's