Professoren bij de examina.

De Zeeuwsche Kerkbode verklaart het geheel eens te zijn met onze opvatting van het besluit der Generale Synode in zake het praeparatoir examen, maar zij meent, dat dit besluit zelf verkeerd is. De Kerk kan wel degelijk een wetenschappelijk examen afnemen, en de professoren zouden bij zulk een examen alleen toezicht moeten houden, evenals de deputaten der Particuliere Synode dit bij het peremptoir examen doen.

Mogen we hiertegen opmerken, dat dit toch niet juist is. Het wetenschappelijk examen behoort bij de School en niet bij de Kerk. Anders zou het volkomen overbodig wezen, dat een student eerst door de School geëxamineerd werd en dan nog eens door de Kerk. Het doel van de kerkelijke examinatie is niet in de eerste plaats om te onderzoeken, of iemand wetenschappelijk gevormd is, maar, zooals in Art. 4 der K. O. uitdrukkelijk staat, om onderzoek te doen naar zijn leer en leven. Vandaar dat de Kerk, als bewijs van de wetenschappelijke vorming van den candidaat, een candidaatsbul van de School verlangt, voordat zij haar examen afneemt. Blijkt nu bij dit kerkelijk examen, dat de kennis van den candidaat, ook trots de hem verstrekte candidaatsbul onvoldoende is, dan kan zij zeker deswege hem afwijzen. Maar het eigenlijke doel van de kerkelijke examinatie is toch niet om te onderzoeken, of zulk een candidaat wetenschappelijke kennis bezit, maar' of hij zuiver is in de leer.

Meldt zich nu voor dit kerkelijk examen iemand aan, die niet wetenschappelijk door de School onderzocht is, dan kan de Kerk zelve genoodzaakt wezen om ook dit wetenschappelijk examen af te nemen. Maar ze doet dit dan, zoo als de Synode terecht heeft ingezien, niet zelf, maar door de mannen der wetenschap daartoe uit te noodigen, omdat deze examinatie eigenlijk tot hun taak behoort.

Trouwens er is niets vreemds in, dat deputaten door de Generale Synode benoemd een examen afnemen. Bij de examinatie van de missionnaire Dienaren des Woords heeft de Generale Synode evenzeer deputaten aangewezen om de Classis bij te staan in het onderzoek naar é& missionnaire vakken. En zoowel de Classen als de deputaten der Generale Synode hebben deze opdracht nooit in een anderen zin verstaan, dan dat de examinatie in deze vakken door de deputaten der Synode geschiede. Zij toch zijn de mannen, die door hun wetenschappelijke studie of door hun practischen arbeid geacht konden worden het best met deze missionnaire vakken op de hoogte te zijn en die daarom de Classis helpen moeten om dit onderzoek te doen. De bedoeling daarentegen van de benoeming van de deputaten ad examina door de Provinciale Synode is niet om de Classis te assisteeren bij het examen zelf, maar alleen om toezicht te houden, dat het examen ernstig genoeg afgenomen wordt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen