De Generale Synode
Amsterdam, 1 Oct. 1920.
De Generale Synode onzer Gereformeerde Kerken, die in de Augustus eb Septembermaand te Leeuwarden gehouden werd, heeft op uitnemende wijze zich van haar ernstige en moeilijke taak gekweten. Ze stond voor tal van hoogst belangrijke vraagstukken, die door verschillende particuliere Synodes op haar agendam waren gebracht. En al heeft deze Synode al deze vraagstukken niet terstond opgelost, —wat ook niemand van haar verwachtte, — zij heeft door hare beslissingen den weg gebaand om tot den noodigen uitbouw en ombouw te komen van onze Belijdenis, Liturgie en Catechismus. In dat opzicht zal de Synode van Leeuwardeii in de historie onzer Kerken als een der belangrijkste geboekt worden. Het verwijt, dat onze Kerken in het slop van het conservatisme dood waren geloopen, zal na deze Synode wel door niemand meer kunnen gemaakt worden. Er is gebleken, dat in onze Kerken nog een krachtige geest woont, die de ernstige roeping der tijden verstaat.
Niet minder geeft het oorzaak tot dank, dat de besluiten der Synode schier altoos met zoo groote eenparigheid genomen zijn. Er was op deze Synode geen oogenblik het gevoel van een pijnlijke spanning, om r r r , , r dat er twee groepen tegenover elkander stonden. Er heerschte onder de broederen, die hier als afgevaardigden der Kerken waren saamgekomen, de meest broederlijke toon. Van het verschil van richting uit vroegere herkomst geboren, viel op deze Synode schijn noch schaduw meer te bespeuren. Ér was de meest hartelijke samenwerking om tot heil der Kerken en tot eere Gods te arbeiden. En de eenparigheid, waarmede de Synode hare beslissingen nam, heeft aan hare besluiten groote zedelijke kracht verleend.
Natuurlijk wil dit daarom niet zeggen, r dat er geen verschil van meening was, In de publieke discussie is dat miiider uitgekomen, en daardoor kreeg het wel eens den schijn, alsof de belangrijke besluiten die j deze Synode nam, zonder barensweeën ge boren zijn. Maar dit was niet meer dan j schijn, In de Commissies, die den arbeid t der Synode hadden voor te bereiden, bleek t dit wel anders. Maar het gelukte ten t t slotte in de voorstellen, die ter Synode , werden ingediend, zoo het juiste standpunt te trefifen, dat men aan weerszijden zich daarbij kon neerleggen. En zoo kon het resultaat bereikt worden, dat er van over t stemming geen sprake was, maar dat de Synode haar besluiten met aller instemming nemen kon.
De dank voor dezen goeden afloop der Synode komt zeker in de eerste plaats toe aan het moderamen, dat de actie der Synode leidde. Ds, van der Munnik, die als oudste Dienaar des Woords van Leeuwarden de Synode opende, viel de eer te beurt, dat de Synode hem tot haar praeses koos, en de wijze waarop hij zijn taak vervulde heeft wel getoond, hoe de keuze der Synode ten volle gerechtvaardigd was. Trots het klimmen zijner jaren hanteerde hij onvermoeid en altoos even vaardig den hamer. Met vaste hand, maar die toch nooit te zwaar op de vergadering drukte, leidde hij de beraadslagingen. Zijn woord kon tintelen van vroolijke scherts, maar hij wist ook, wanneer het gewicht der zaak dit eischte, tonen van dieper ernst aan te slaan. Vooral de wijze waarop hij de zitting der Synode leidde, waarin de uitspraak over Ds. Netelenbos viel, was uitnemend en maakte diepen indruk. De warme hulde aan het einde der Synodale zitting den praeses gebracht, was wel verdiend
Niet minder gelukkig was de keuze der Synode in de andere leden van het moderamen. Ds. de Geus en Dr. Keizer hebben door de nauwkeurigheid, waarmede zij de acta der Synode opteekenden, zoozeer het vertrouwen der Synode gewonnen, dat het niemand verwonderde, dat de taak van het scribaat ook nu weer hun werd opgedragen. En de toevoeging van Dr. de Moor, de man in alle kerkelijke zaken zoo wel ervaren, ^als assessor aan den praeses, gaf dezen een vertrouwbaren raadsman aan zijn zijde. Van diens onvermoeibare werkkracht bleek, waar hij behalve het assessoraat nog de taak op zich nam om als voorzitter leiding te geven aan de Commissie, die over de zoo belangrijke vraagstukken van de herziening van Belijdenis, Catechismus, Liturgie en de tuchtzaak van Ds. Netelenbos de Synode van advies had te dienen; een taak, waarvan hij zich naar aller oordeel op uitnemende wijze heeft gekweten. Onder de leiding van het moderamen is op deze Synode hard gewerkt. Alleen daardoor was het mogelijk het lijvige agendum in drie weken af te doen. Die arbeid schuilt meest weg in de Commissievergaderingen, maar verdient daarom niet minder waardeering. Wanneer de leden der Synode, die den geheelen dag de zittingen der Synode moeten bijwonen en met aandacht de voorstellen moeten volgen, waarover hun beslissing gevraagd wordt, eiken avond saam moeten komen in comité om den arbeid der Synode voor te bereiden, en de rapporteurs "dan, vaak nog tot diep in den nacht, de rapporten moeten opstellen, dan wordt daarmede wel zeer veel van hun arbeidskracht gevergd. Een achturigen arbeidsdag hebben onze Synodes nog niet ingevoerd. Maar al eischt zulk een Synodale arbeid meer dan gewone inspanning van haar leden, niet het minst van de prae-^dviseerende leden, toch heeft dit aan de goede stemming geen oogenblik afbreuk gedaan. Er was bereidwilligheid om dezen arbeid in den dienst der Kerken te verrichten. De arbeidsschuwh^id, waarover men elders klaagt, bestaat op onze Synodes nog niet. Een woord van bijzonderen dank mag dan ook wel gewijd worden aan de rapporteurs, die door hun weloverwogen rapporten de Synode van zoo grooten dienst zijn geweest.
Het is dan ook wel te betreuren, dat van dezen arbeid.ter Synode verricht, zoo weinig ter kennisse onzer Kerken komt. Het kort verslag aan de pers verstrekt, geeft alleen de conclusies door de Synode aangenomen, maar niet de uiteenzetting van de gronden, waarop die conclusies rusten. En wel worden de rapporten later in de Acta opgenomen, maar het duurt maanden voordat deze Acta in het licht verschijnen, en niet alleen dat deze quaesties dan veel van hare actualiteit verloren hebben, maar wie geeft zich de moeite zulk een lijvig boekdeel met al deee rapporten door te lezen? Dé kerkeraden, die de acta ontvangen, bergen ze gewoonlijk weg in hun kerkelijke archieven. En de pers bepaalt zich tot een vriendelijke aankondiging van het verschijnen der acta, maar gaat op den inhoud niet verder in.
Toch zou het tol voorlichting van de publieke opinie wel wenschelijk wezen, datterstond na de Synode niet alleen de besluiten, maar enkele ook der gewichtigste rapporten in de pers publiek werden gemaakt. Neem om slechts een voorbeeld te noemen de beslissing der Synode in zake de bekende tucht-quaestic van Ds. Netelenbos, De conclusiën, door de Synode in deze I zaak genomen, zijn bekend gemaakt, maa deze conclusies zijn zoo uiterst sober ge steld, dat daaruit volsterkt niet blijkt, op welke punten Ds. Netelenbos van de Be lijdenis der Kerken afwijkt. Natuurlijk zal het uitgebreide rapport, waarin deze zaak èn kerkrechtelijk èn dogmatisch wordt behandeld, later geheel in de Acta worden opgenomen. Maar de publicatie van dit rapport zal zeker op deze wij^e niet plaatsvinden vóór het Nieuwe jaar En intusschen zal men doorgaan, zooals nu reeds van zich noemende „Gerefor meerde zijde" geschied is, om in de Nieuwe Rotterdamsohe Courant met allerle onware voorstellingen het publiek te mis leiden. Ware het daarom niet beter ge weest, althans het tweede deel van di rapport, waarin het dogmatisch gedeelte behandeld werd, publiek te maken? Ieder had dan kunnen zien, waarin de afwijking van Ds. Netelenbos bestond, en dit zou ook in onze eigen Kerken eiken twijfe hebben kunnen wegnemen aan de juistheid van de beslissing der Synode. Thans heef de laster vrij spel.
Op de belangrijkste besluiten, die de Synode genomen heeft, komen we later terug. Het was ons thans alleen te doen om den algemeenen indruk weer te geven dien deze Synode gemaakt heeft. En dan kan niet anders gezegd worden, dan da deze indruk uitnemend is geweest. Met behoedzaamheid en voorzichtigheid is de Synode zeker te werk gegaan. Ze heeft zich niet laten meevoeren door een zucht om alles te vernieuwen. Maar ze heeft door hare besluiten inzake den uitbouw der belijdenis, inzake een nieuw kerkelijk leerboek voor de catechisatie, inzake de herziening onzer liturgie en inzake de uitbreiding van het kerkelijk gezang getoond, dat zij bereid was den weg te ontsluiten voor noodige verbetering en uitbreiding van ons kerkelijk belijden en kerkelijk leven. De volgende Synode, die OVJT al deze vraagstukken een definitieve beslissing zal hebben te nemen, zal voor nog gewichtiger taak komen te staan. Maar aan de Leeuwarder Synode zal de eer toekomen, dat zij het besluit tot dezen uitbouw nam en het bestek opmaakte, waarnaar deze uitbouw geschieden zou.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 3 oktober 1920
De Heraut | 4 Pagina's