GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 43

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 43

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

de eerste benoemingen

42

ricus en er was een vacature voor de vakken die Hoedemaker had gedoceerd. In de brief hierover aan de faculteit werd onder anderen ook Van den Bergh genoemd. Bovendien benoemden curatoren alsnog Bavinck, die daarvoor bedankte. Daarna kwam de faculteit in een brief van 29 mei 1889 met een officiële voordracht.49 Er was geen kandidaat die door wetenschappelijke studie het bewijs had geleverd in aanmerking te komen voor de ethiek en de praktische vakken. Geesink had een ‘algemeene geschiktheid’. Voorgesteld werd hem te benoemen voor de ethiek en de nieuwtestamentische vakken. Tenslotte was de leerstoel voor Nieuwe Testament nog steeds vacant. Voor de praktische vakken dacht men aan Van den Bergh, ‘overmits hierin wetenschappelijke methode niet volstaat, tenzij deze gepaard gaat met zulk een persoonlijke invloed van geestelijke aard, dat er tevens vormend op de jongelieden gewerkt wordt’. Omdat de faculteit wel wist dat de middelen ontoereikend waren om twee katheders te doen bezetten, deed ze de suggestie Van den Bergh te vragen de universiteit te dienen zonder bezwaar voor de financiën. Kuyper, die ook achter de schermen zijn voorkeur kenbaar maakte, achtte namelijk een combinatie van beiden het meest gelukkig.50 ‘Van den Berg is geen wetenschappelijk man, Geesink wel’.51 Curatoren gingen akkoord met de voordracht van de faculteit.52 Er volgde, mede omdat Van den Bergh niet wilde afzien van zijn honorarium en twee hoogleraren te bezwaarlijk waren, een nieuwe briefwisseling tussen de verschillende betrokken partijen. Uiteindelijk stelde de faculteit voor Geesink te benoemen tot ordinarius en Van den Bergh tot buitengewoon hoogleraar.53 Uit deze brief valt op te maken dat de faculteit er bezwaar tegen had om Van den Bergh alle vakken van Hoedemaker toe te vertrouwen. Zowel zijn gezondheid als zijn ‘geneigdheid’ speelden daarbij een rol. En bovendien achtte de faculteit de vervulling van de vakken voor zedenleer en de ‘geschiedenis van het paganisme’, met de daaraan verbonden tijdelijke waarneming van het onderwijs (aan de letterenfaculteit) in de logica en de geschiedenis van de wijsbegeerte belangrijker dan de vervulling van de ‘praktika.’ Veel vertrouwen in Van den Bergh had de faculteit dus niet, behalve dan voor de praktische vakken, maar die achtte zij minder belangrijk dan het andere deel van Hoedemakers leeropdracht. Vandaar het voorstel om Van den Bergh tot buitengewoon hoogleraar te benoemen. Dat scheelde in de kosten. Het grote verschil namelijk tussen

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 42

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 43

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's