GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 38

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 38

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

de eerste benoemingen

renfaculteit, met als leeropdracht de exegese, de hermeneutiek en de patristiek.27 Indien Woltjer zou weigeren, zou De Hartog in zijn plaats kunnen worden benoemd. In de voordracht van Woltjer kon de senaat zich vinden, maar anders lag dat met De Hartog.28 Hem werd veel meer geschiktheid voor de literaire studie toegedicht dan voor de exegese, ook omdat voor de exegese ‘met het oog op ons verleden, onzen volksaard en ons beginsel zoo mogelijk een specialiteit in dat vak moet worden benoemd.’ 29 Wat deze woorden precies inhouden is onduidelijk, maar de strekking kan niemand ontgaan: de senaat, voor vier/vijfde bestaande uit theologen, achtte De Hartog niet geschikt als nieuwtestamenticus.30 De senaat stelde voor Zahn te benaderen voor de leerstoel Nieuwe Testament.31 Een advies dat, zoals al gemeld werd, uiteindelijk niet werd overgenomen. De Hartog had men op het oog als buitengewoon hoogleraar voor een nog op te richten, voorbereidende school. Dat laatste moest eerst maar eens goed geregeld worden, zo meenden curatoren.32 Daarvan is het voorlopig niet gekomen omdat er intussen een nauw contact was ontstaan met het ‘vrije’ gymnasium van ds. F. L. P. C. van Lingen te Zetten.33 Weer enkele maanden later, op 7 september 1881, besloten directeuren, op ‘officieuse’ voordracht van curatoren, De Hartog te benoemen tot hoogleraar voor de praktische vakken. Het besluit moet vóór 16 december 1881 zijn teruggedraaid, want op die dag bracht Hoedemaker de vacature voor de praktische vakken ter sprake op de senaatsvergadering.34 Het was enige tijd daarna dat de faculteit wees op Van den Bergh.35 Toen die bedankt had, bleek Hoedemaker bereid deze vakken voor zijn rekening te nemen.36 Over De Hartog werd niet meer gesproken. Een jaar later kwam het toch tot een benoeming van De Hartog. De senaat besloot namelijk op zijn vergadering van 19 mei 1882 aan curatoren voor te stellen De Hartog te benoemen tot regent van het studentenhuis (het hospitium) en hem de titel hoogleraar te geven. In zijn instructie zou kunnen worden opgenomen dat hij enkele lessen zou verzorgen aan zowel de literaire als de theologische faculteit. Hoewel curatoren hiermee in eerste instantie niet zo gelukkig waren (het was nog niet eens zeker dat er een hospitium zou komen), gingen ze na overleg met de senaat uiteindelijk toch akkoord.37 Bij die gelegenheid werd De Hartog de titel hoogleraar toegekend hoewel hij geen leeropdracht had aan de Faculteit der Godgeleerdheid noch aan die der Let-

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 37

37

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 38

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's