GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 153

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 153

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

nieuwe benoemingen

152

voerde twee redenen aan. In de eerste plaats wees zij op het feit dat Waterink zich in het bijzonder op het terrein van de ambtelijke vakken had bewogen. Daarvan is de catechetiek nauw met de pedagogiek verwant. Bovendien zou hij met dit professoraat zijn rechten als predikant kunnen behouden. Het verlies daarvan zou een hinderpaal kunnen zijn de benoeming aan de Faculteit van Letteren en Wijsbegeerte te aanvaarden. Met andere woorden: de faculteit bewees iedereen een dienst met dit voorstel, ook zichzelf. Want de ambtelijke vakken werden niet tot tevredenheid der kerken onderwezen en deze benoeming zou de kritiek op dit punt enigszins kunnen ondervangen. Beide brieven, die van letteren en die van theologie, kwamen ter sprake op de curatoren-vergadering van 8 mei.114 Curatoren aarzelden en wezen directeuren op J. H. Bavinck te Bandoeng. De volgende vergadering kwam het echter wel tot een benoeming van Waterink.115 Het eerste deel van zijn handboek voor de pedagogiek was onlangs verschenen en Van Schelven had er met ingenomenheid kennis van genomen. Dat legde gewicht in de schaal. Besloten werd aan directeuren voor te stellen Waterink te benoemen tot buitengewoon hoogleraar in de pedagogiek aan de Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte en tot buitengewoon hoogleraar in de theologische faculteit om onderwijs te geven in de catechetiek. Aldus geschiedde. Toen Waterink benoemd werd, was hij in gereformeerd Nederland geen onbekende meer.116 Hij was predikant geweest te Appelscha (1914), Zutphen (1917) en Amsterdam (1924) en had zich na zijn studie te Kampen aan de vu laten inschrijven om zich voor te bereiden op een promotie. Ondertussen had hij zich geprofileerd als een niet al te progressieve jonge theoloog. In 1919 reageerde hij afwijzend op een brochure van C. Veltenaar, predikant te Veenendaal, waarin deze een pleidooi had gevoerd voor een historisch-kritische benadering van de Schrift. En een jaar later zag hij zich vanwege een al te vriendelijke recensie van een kritische preek van Geelkerken gedwongen om afstand te nemen van de beweging der jongeren. Daarmee was hij als theoloog getekend en ingedeeld. Ondertussen verwierf hij zich een zekere bekendheid als redacteur van Het Ouderlingenblad (vanaf 1922) en als schrijver van de kroniek in het gtt (1920-1926). In 1923 promoveerde hij op een studie over Plaats en methode van de ambtelijke vakken, die de grote invloed van A. Kuyper op Waterink verried. Daarvan getuigen ook een zekere sympathie voor het streven van Hepp en

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 152

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 153

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's