GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 33

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 33

Een geschiedenis van Natuurkunde en Sterrenkunde aan de VU

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

de vu en de natuurwetenschappen in de jaren 1880-1927

dat te zijner tijd aan de natuurkundige faculteit zou moeten worden gedaan, laat ik ze hier in het geheel volgen:

32

In de eerste plaats noem ik dan het groote en alles beheerschende beginsel, dat uitgesproken staat in het eerste vers van den Bijbel: ‘In den beginne schiep God den hemel en de aarde’, dat wil zeggen, niet alleen dat alle dingen den grond van hun bestaan hebben in God, zooals ook de pantheïst kan verklaren, maar dat zij door den wil van een persoonlijken God eenmaal in het aanzijn geroepen zijn. Een tweede beginsel houdt in, dat alle dingen door Gods wil zóó geschapen zijn, dat ze een geordend geheel vormen, waarin het eene deel op het andere is aangelegd, dat zij een bepaalden aard en eigenschappen, immanente krachten en werkingen bezitten. Als derde beginsel noem ik dit, dat de Schepper de dingen naar hun wezen en eigenschappen, met hunne krachten en werkingen, voortdurend onderhoudt en regeert naar zijne eeuwige voorzienigheid en door Zijne oneindige kracht. Een vierde beginsel is dat de mensch het vermogen ontvangen heeft om de dingen naar hun aard en wezen, binnen zekere grenzen, te kennen en te beheerschen, en den innerlijken drang en den plicht, om dat vermogen te gebruiken naar Gods wil.35

De invloed van de beginselen zou volgens Woltjer duidelijk aan te wijzen zijn: ‘de tegenstelling met tal van theorieën, die in den tegenwoordigen tijd op den voorgrond treden, het verband met vraagstukken, die aan de orde van den dag zijn, treedt scherp in het licht’.36 Zo was het derde beginsel volgens Woltjer onverenigbaar met monisme, pantheisme of deïsme en stelde het vierde beginsel dat ons kennen, hoewel het beperkt is, toch in echte kennis van de werkelijkheid resulteert.37 Drie jaar later sprak Woltjer op de wetenschappelijke samenkomst van de vu over ‘Het wezen der materie’. Uit deze rede blijkt hoe hij omging met de resultaten van de toenmalige natuurkunde. Hij behandelde ‘de vraag naar het wezen en de oorsprong der materie’ en betrok daarbij recente natuurkundige theorieën over de bouw en samenstelling van materie. Hij had twee boeken gebruikt om zich deze kennis eigen te maken: Les idées modernes sur la constitution de la matière (1913), een elftal verhandelingen geschreven door een aantal vooraanstaande natuurkundigen, en The theory of electrons (1909) van de Leid-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 281 Pagina's

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 33

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 281 Pagina's