GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 163

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 163

Een geschiedenis van Natuurkunde en Sterrenkunde aan de VU

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

wederopbouw en toekomstplannen. de jaren 1945-1965

162

tuurfilosofisch onderzoek in Christelijke zin’ beoefend worden, waarin de wereld werd gezien als schepping van God.94 Vooral Hooykaas heeft een belangrijke rol gespeeld bij verheldering van de vraag naar het verband tussen geloof en natuurwetenschap. Op de eerste jaarvergadering van de vu-vereniging na de oorlog, 11 juli 1946, had hij al over de strijd tussen geloof en ‘valschelijk dusgenaamde wetenschap’ gesproken.95 In juni 1948 schreef hij in het Vrije Universiteitsblad over ‘een onuitroeibaar misverstand’, een misverstand dat hieruit bestond dat christelijke religie en natuurwetenschap niets met elkaar te maken zouden hebben en dat een wis- en natuurkundige faculteit op een ‘geestelijken grondslag’ dus overbodig zou zijn. Hooykaas stelde dat het christelijk geloof de beoefening der natuurwetenschap juist gunstig kan beïnvloeden. Hij wees in dit verband op de these van de Amerikaanse socioloog R. K. Merton, naar voren gebracht in een artikel uit 1938. Deze these komt erop neer dat het calvinisme de stuwende kracht is geweest bij het ontstaan en de ontwikkeling van de klassieke natuurwetenschap, een stelling die door Hooykaas later verder zou worden onderzocht, aangescherpt en verdedigd. Hij besloot: ‘Die boom bracht dus blijkbaar in het verleden onder zijn vele goede vruchten ook de natuurwetenschap voort; zouden we dan nu, geleid door een oud-liberaal vooroordeel [d.i. de neutraliteit van de natuurwetenschap], weigeren die vrucht opzettelijk te kweken?’96 In dezelfde tijd schreef hij aan directeuren over de ontwikkeling van zijn denkbeelden: [Ik heb] dankzij mijn werkkring aan de Vrije Universiteit en de daarmee gepaard gaande gedeeltelijke ontheffing van mijn taak als scheikundeleraar, meer tijd dan ooit te voren beschikbaar voor studie. Als resultaat daarvan geraak ik op grond der feiten steeds meer tot de overtuiging, dat de christelijke, bijbelsche religie een groote invloed heeft op de zuiverheid van wetenschapsbeoefening. Steeds meer word ik getroffen door de rijkdom van het reformatorische standpunt, door de vrijheid, die het meebrengt ook in de beoefening van de natuurwetenschap. Het is prachtig om hetgeen Dr Kuyper met verrassend helder inzicht in het algemeen betoogde, nu op een speciaal gebied door exact onderzoek bevestigd te zien.97

Hooykaas zag dus in het gedachtegoed van de Reformatie verschillende tendenties die aanzetten tot natuuronderzoek.98

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 281 Pagina's

'Hier leert de natuur ons zelf den weg' - pagina 163

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 281 Pagina's