125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 103

groei naar volwassenheid

102

ders dan bijvoorbeeld J. Ridderbos wilde Bavinck waarschuwen tegen de oorlog, tegen de woekerwinsten. Niet tegen de gezangen, niet tegen een herziening van de belijdenis, niet tegen de ncsv.41 Bavinck kon echter het tij niet keren. Tijdens de synode kreeg hij een hartaanval, enkele maanden later overleed hij. Van officiële kerkelijke zijde volgde men Bavinck enigszins met zorg. Wees hij zijn studenten wel de goede weg? D. Nauta, de opvolger van H. H. Kuyper, had de stellige overtuiging dat Kuyper van zijn colleges symboliek gebruik maakte om de aarzelingen van Bavinck te compenseren of te corrigeren, deputaten zagen aanleiding voor een ernstig onderhoud met Bavinck.42 Het beeld van Bavinck als docent is in sterke mate bepaald door de spanningen die zich vanaf 1916 in de Gereformeerde Kerken in Nederland voordeden. Bavinck staat daarbij voor ‘zoekend, tastend, begrijpend, worstelend’ en symboliseert de moeite die een deel van zijn studenten en een nog groter deel van de latere onderzoekers hadden met de zelfverzekerde, triomfalistische kant van het gereformeerde leven. Er valt veel voor de juistheid van dit beeld te zeggen. De aandacht voor de kenleer in zijn colleges is vanaf 1912 opvallend, een thema dat als het ware de hele cultuur doortrok.43 Geen wonder dat hij door de studenten in de Varia in verband werd gebracht met een regel van P. A. de Genestet: ‘In raadselen wandelt de mensch op aard’.44

P. Biesterveld Biesterveld was in 1894 benoemd als docent te Kampen, in het bijzonder voor de ‘praktische vakken’. Zelf sprak hij in zijn inaugurele rede over ‘ambtelijke vakken’.45 Hoe groot de invloed van Kuyper was, blijkt wel uit het feit dat Biesje (zijn bijnaam onder de studenten) het ontwerp van zijn rede eerst aan Kuyper ter goedkeuring had toegestuurd.46 Diens laatste deel van de Encyclopaedie was nog niet verschenen! Eenzelfde verbondenheid met Kuyper blijkt ook uit zijn Amsterdamse inaugurele oratie, Het object der ambtelijke vakken.47 Daarin nam hij stelling tegen Schleiermacher, die de ‘praktische theologie’ weliswaar de kroon van de theologie had genoemd, maar haar object zocht in het leven van de gemeente. De hele theologie was ecclesiologie geworden, aldus Biesterveld. Bewust sloot hij zich aan bij Kuyper,

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 102

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen