125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 393

voormalige hoogleraren

392

vu op een studie Het agogische moment in het pastoraal optreden (Kampen 1968). Hij was gereformeerd predikant te Zuid-Beijerland (1948) en Rotterdam-Charlois (1953). In 1949 en 1950 was hij legerpredikant in Indonesië. In 1957 werd hij wetenschappelijk medewerker van de Nederlandse Gereformeerde Jeugdraad; in 1963 werd hij wetenschappelijk hoofdambtenaar aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de vu; in 1965 werd hij wetenschappelijk hoofdmedewerker aan theologische faculteit, in 1968 hoogleraar voor de praktische theologie. In F. H. Kuiper e.a. (red.), Zelfstandig geloven. Studies voor Jaap Firet (Kampen 1987) is een bibliografie opgenomen. Gäbler, K. U. Karl Ulrich Gäbler, * Villach (Oostenrijk) 3 september 1941, studeerde theologie te Wenen en Zürich en specialiseerde zich op de Zwitserse Reformatiegeschiedenis. Per 1 augustus 1979 werd hij verbonden aan de theologische faculteit van de vu als hoogleraar voor de algemene kerkgeschiedenis. Hij hield zich behalve met Zwingli ook bezig met de opwekkingsbewegingen. In 1983 verscheen Huldrych Zwingli: eine Einfüührung in sein Leben und sein Werk (München 1983), in 1991 verscheen Auferstehungszeit: Erweckungsprediger des 19. Jahrhunderts: sechs Porträte (München 1991). Per 1 september 1989 werd hem eervol ontslag verleend en werd hij hoogleraar te Basel. Geesink, W. Gerhard Herman Johannes Wilhelm Jacobus Geesink, * Amsterdam 27 mei 1854, † Amsterdam 23 januari 1929, studeerde te Utrecht waar hij in 1879 promoveerde op Gerard Zerbolt van Zutfen (Amsterdam 1879). Hij was hervormd predikant te Schipluiden (1879), IJlst (1882), Rotterdam (1884), en Nederduitsch gereformeerd predikant te Rotterdam (1887). In 1890 werd hij buitengewoon, in 1895 gewoon hoogleraar aan de vu. Zijn hoofdvak was de ethiek. Later gaf hij ook filosofie en Nieuwe Testament. Zijn hoofdwerk is Van ’s Heeren ordinantiën i-iv (Amsterdam 19071908). Zie over hem blgnp, v. Gelderen, C. van Cornelis van Gelderen, * Schoonhoven 7 juni 1872, † Amsterdam 18 november 1945, studeerde theologie in Kampen, Leipzig en Berlijn. In 1902 promoveerde hij te Leipzig op Ausgewählte babylonisch-assyrische Briefe, transscribiert und übersetzt (Leipzig 1902). Hij was predikant in Schoonebeek (1901), lector aan de Faculteit der Letteren van de vu (1904) om onderwijs te geven in het Hebreeuws en de bijbelse archeologie, hoogleraar Semitische talen (1905) en buitengewoon hoogleraar aan de theologische faculteit voor de oudtestamentische vakken (1907), emeritus 1945. Een bibliografie werd opgenomen in Jaarbericht van het Vooraziatisch-Egyptisch Genootschap Ex Oriente Lux, iii (nrs 9-10, 1944-1948). Van zijn hand verschenen onder meer commentaren op i en ii Koningen, Amos en Hosea. Zie verder blgnp, ii.

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 392

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen