125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 63
het eerste contract
Het contract tussen beide partijen werd gesloten, overwegende
62
dat de kerken in ‘eene Vrije Universiteit op gereformeerden grondslag de meest gewenschte inrichting hebben te erkennen voor de opleiding van hare aanstaande dienaren’; dat de Vereniging staat op gereformeerden grondslag en met name van de hoogleeraren in de faculteit instemming met die belijdenis vordert; dat verband tussen beide ‘naar den eisch der gereformeerde beginselen’, wenselijk, ja, noodzakelijk is te achten.136
Daarna volgen de artikelen. In het eerste artikel werd bepaald dat de faculteit bij benoemingen het oordeel vraagt van deputaten.137 Mochten deze bezwaar hebben, dan werd dit voor de synode gebracht, die het laatste woord had. Behalve dat deputaten te maken hadden met benoemingen, werden ze geacht toezicht te houden op het onderwijs van de hoogleraren. Daartoe ontvingen ze jaarlijks de series, het overzicht van alle colleges die werden gegeven. Verder hadden deputaten het recht de colleges te bezoeken en de examens bij te wonen. Bij gebreken in onderwijs of belijdenis kon men in gesprek gaan, in tweede instantie ook met curatoren, dit alles onder strikte geheimhouding. Als dat alles niets opleverde, moest een en ander ter kennis van de synode en de faculteit worden gebracht. De synode had het recht zich hierover tot directeuren of curatoren te wenden. Dit alles was ook van toepassing op de regent van het hospitium en eventueel anderen die betrokken waren bij het onderwijs. Verder was er toezicht op de studenten, in die zin dat deputaten eventuele opmerkingen ter kennis van de faculteit konden brengen. In Artikel 8 werd bepaald dat doctoren in de godgeleerdheid schriftelijk instemming met de belijdenis van de ‘Nederlandsche Gereformeerde Kerken’ zouden betuigen, en in Artikel 9 dat ze bij de kerkelijke examens vrijstelling van het ‘eigenlijk gezegde wetenschappelijk onderzoek’ zouden verkrijgen en alleen zouden worden onderzocht met betrekking tot het ‘donum concionandi’, de zuiverheid in de leer en de praktische bekwaamheid.138 Zo kwam het in 1892 voor het eerst tot een Rapport der deputaten voor de oefening van kerkelijk verband met de Theologische Faculteit der Vrije Universiteit op Gereformeerden grondslag te Amsterdam. De conclusie loog er niet om: ‘Welk een zegen heeft de Heere ook onzen Kerken geschonken in deze Vrije Universiteit op gereformeerden grondslag’.139
Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 62
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 550 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 550 Pagina's