125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 434
noten hoofdstuk 4 28. Het gereformeerde beginsel, 26-27. Daarmee nam hij afstand van zowel F. D. E. Schleiermacher als R. Rothe, en dus van de ethische en de moderne theologie. 29. Het gereformeerde beginsel, 33. 30. Het gereformeerde beginsel, 37. 31. Het gereformeerde beginsel, 40. 32. J. Verkuyl, Gedenken en verwachten. Memoires (Kampen 1983) 45 noemt hem hooghartig. 33. ‘Interview met prof. dr. D. Nauta’, in: G. Puchinger, De gereformeerde wereld, 257-280, aldaar 264. 34. Een typering die regelmatig wordt aangetroffen, zie bijvoorbeeld Bremmer, Tijdgenoten, 204-205. Vgl. de visie van D. Nauta, die hem de gave van het leiding geven toedicht. Zie ‘Interview met prof. dr. D. Nauta’, in: Puchinger, De gereformeerde wereld, 264. 35. Bremmer, Tijdgenoten, 191-193, aldaar 192. 36. Over zijn dogmatiek zie men R. H. Bremmer, Herman Bavinck als dogmaticus (Kampen 1961). 37. ‘Interview met R. Schippers’, Puchinger, Hervormd-Gereformeerd, één of gescheiden (Delft 1969) 127-166, aldaar 143. 38. G. Harinck, C. van der Kooi en J. Vree (red.), ‘Als Bavinck nu maar eens kleur bekende’. Aantekeningen van H. Bavinck over de zaak-Netelenbos, het Schriftgezag en de situatie van de Gereformeerde Kerken (november 1919) (Amsterdam 1994) 50. 39. Deze brieven zijn in het bezit van dr. W. Aalders te Bussum. Een afschrift daarvan berust bij de schrijver dezes. 40. Harinck e.a., ‘Als Bavinck nu maar eens kleur bekende’, 60-27. 41. Over de gereformeerden en de ncsv zie men A. J. van den Berg, ‘De gereformeerden en de ncsv, met name in de jaren 1915-1930’, jggkn 2 (1988) 121-150. 42. ‘Interview met prof. dr. D. Nauta’, in: Puchinger, De gereformeerde wereld, 264. Of het waar is wat Schippers beweert, dat Kuyper in 1902 de symboliek aan zich behield omdat men toen al Bavinck niet helemaal vertrouwde, heb ik niet kunnen achterhalen. Zie het ‘Interview met R. Schippers’, Puchinger, Hervormd-Gereformeerd, 143. Ook Bremmer, Tijdgenoten, 205, geeft dit verhaal (zonder bronvermelding). Zie voor deputaten het volgende hoofdstuk. 43. Zie over de crisis in de kenleer de inleiding van hoofdstuk V. 44. Almanak, 1916, Varia, 160, onder het opschrift: Baffie. 45. Het hooge belang der ambtelijke vakken (Kampen 1894). Zie over Biesterveld als praktisch theoloog G. Heitink, ‘De zogeheten praktische theologie’, in: Stoker en Van der Sar, Theologie op de drempel, 273-291, aldaar 275-277. 46. Zie J. van Gelderen, Petrus Biesterveld. Navolger (Kampen 1999) 31. Zie
Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 433
433
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 550 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 550 Pagina's