125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 484

noten hoofdstuk 10 die iii, § 65, 530-535. Boëthetiek: hulpverlening in de breedste zin des woords. Zie Encyclopaedie iii, § 68, 540-543. 87. H. Faber en E. van der Schoot, Het pastorale gesprek: een pastoraal-psychologische studie ( Utrecht 1962). 88. Heitink, ‘De zogeheten praktische theologie’, in: Stoker en Van der Sar, Theologie op de drempel, 285-286. 89. Geciteerd door Heitink, ‘De zogeheten praktische theologie’, in: Stoker en Van der Sar, Theologie op de drempel, 285. 90. Acta, 1961/1962, Artikel 282 en 286, Bijlage lxxiii. Benoemd werden Berkouwer, ds. M. P. van Dijk, Gispen, drs. A. A. Manten, N. H. Ridderbos en J. Veldkamp. De vu was sterk vertegenwoordigd met de drie genoemde hoogleraren, Kamper hoogleraren deden niet mee. 91. Zie de recensie van Kuitert in gtt, ‘N. H. Ridderbos, Beschouwingen over Genesis I’, gtt 64 (1964) 49-53 en de reactie daarop van Ridderbos, ‘De hermeneutische cirkel. Bijdrage tot de discussie over Genesis 1’, gtt 64 (1964) 175180. 92. J. L. Koole, ‘Het litterair genre van Genesis 1-3’, gtt 63 (1963) 81-122. Enkele jaren later schreef hij ‘Het soortelijk gewicht van de historische stoffen van het Oude Testament’, gtt 65 (1965) 81-104. Over deze hele periode zie men H. Leene, ‘Wereldbeeld en geschiedenisbeeld’, in: Stoker en Van der Sar, Theologie op de drempel, 61-87, in het bijzonder 70-76. 93. Koole, ‘Het litterair genre van Genesis 1-3’, gtt 63 (1963) 120. 94. Een kritische reactie kwam van J. Schelhaas Hzn., De val van Assen (Vlaardingen 1968). 95. De crisis in de Gereformeerde Kerken (Amsterdam 1965). Zie ook Arntzen, Een theologenleven, 127-136; E. G. van Teylingen, Tussentijdse balans van het heroriënteringsproces in de Gereformeerde Kerken (Kampen 1964); S. U. Zuidema, Op de tweesprong: de Gereformeerde Kerken en de Wereldraad van Kerken (Franeker 1964) en K. Dijk, Koerswijziging in onze kerken? (Kampen 1964). 96. Arntzen, De crisis in de Gereformeerde Kerken, 5, 6. Anders dan Arntzen zich meent te herinneren is deze brochure niet geschreven naar aanleiding van de Cahiers voor de gemeente. De eerste aflevering daarvan verscheen pas in 1967. Zie Arntzen, Een theologenleven, 130. 97. Hij besteedde aandacht aan het gezag van de Schrift, aan het fungeren van de belijdenisgeschriften en aan de uitverkiezing. 98. Hij noemt onder anderen Koole, ‘Het litterair genre van Genesis 1-3’, gtt 63 (1963) 81-122; Kuitert, ‘De goede schepping’, Geloof en wetenschap 61 (1963) no 6/7, 109-135, later opgenomen in: H. M. Kuitert, Anders gezegd. Een verzameling theologische opstellen voor de welwillende lezer (Kampen 1970) 7-37; G. P. Hartvelt, ‘Sacra Scriptura sua interpres’, gtt 64 (1964) 108-120, en H. W. Rossouw, Klaarheid en interpretasie. Enkele probleemhistoriese gesigspunte in ver-

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 483

483

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen