GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 203

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 203

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

theologen in oorlogstijd

202

die gehoorzaamd moest worden. Opstand tegen de overheid was voor gereformeerden een heel ding, ook voor Hepp. Maar anders dan bij Kuyper komen we bij hem geen lovende woorden tegen aan het adres van de bezetter. Het constitutioneel koningschap zag hij als de meest gepaste ‘regeervorm’ voor ons land en hij hield zijn lezers voor dat ze niet vurig genoeg konden bidden om spoedig vrij en onafhankelijk te zijn en ‘alleen onze eigen overheid te hebben’.67 Een ander thema was de discussie over de vraag of de kerk zich met politiek diende te bemoeien. Daarbij werd het onderscheid tussen de kerk als instituut en de kerk als organisme sterk benadrukt. Uit zijn beschouwingen over Artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis blijkt dat Hepp aan de gehoorzaamheid ten opzichte van de overheid wel een grens stelde, namelijk daar ‘waar Gods woord in het geding kwam.’ Concreet betekende dit dat er voor Hepp een grens in de aanvaarding lag daar waar de Duitsers een poging deden zich in het leven der kerk (ook van de kerk als organisme) binnen te dringen. Toen hij in 1941 gedwongen werd lid te worden van de nationaal-socialistische journalistenvereniging staakte hij dan ook zijn werk als redacteur. Daar had hij geen zin in en Credo verdween van het toneel.68 Ook ter synode keerde Hepp zich fel tegen de Duitse inmenging in de christelijke pers en, anders dan Kuyper, tegen de ‘Arbeitseinsatz’.69 Een en ander lijkt te sporen met het getuigenis van M. J. Arntzen, die meent dat aan de anti-Duitse gezindheid van Hepp niet getwijfeld behoeft te worden.70 Ook het feit dat hij dat hij in 1948 is voorgedragen in verband met de lintjesregen lijkt daarop te duiden. Indien hij echt ‘fout’ was geweest, was zijn naam in dit verband nooit genoemd.71 Opvallend tenslotte is een uitlating van Hepp in een brief aan directeuren uit 1950, waarin hij hen voorhoudt dat hij tijdens de oorlog door de Duitsers werd gezocht en had moeten onderduiken in Wolfheze.72 Op grond van dit alles is er meer dan voldoende aanleiding Hepp niet met Kuyper in een adem te noemen. Ook moet de vraag onder ogen worden gezien of Hepp met zijn stellingname werkelijk zoveel afweek van bijvoorbeeld zijn Kamper collegae.73 Mijns inziens valt er veel voor te zeggen dat Hepp geleefd heeft naar zijn theologie, die bepaald werd door de scheiding tussen de kerk als instituut en de kerk als organisme. Wat men hem kan voorhouden is dat hij te lang geen duidelijkheid schiep over de grenzen van het overheidsgezag. Dat was

Faculteit der Godgeleerdheid; Perfect Service; pag 202

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's

125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit - pagina 203

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 550 Pagina's