Het mystiek-religieuze element in de Grieksche philologie - pagina 33
Rede gehouden bij de aanvaarding van het ambt van Hoogleeraar in de faculteit der Letteren en Wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
34
op den v o o r g r o n d treedt; gelijk ook CALVIJN P l a t o prijst, „die dickwils gheleert heeft, dat de hooghste gelucksaligheyt der ziele gelegen is in hare gelijckheyt met G o d t , wanneerse sijn kennis begrepen hebbende, gheheel in hem w o r d t overghestelt en verandert."
1 4 7
)
Hierin
ligt inderdaad de grootheid der m y s t i e k ;
maar hierin ligt ook haar g e v a a r : d e h e i d e n s c h e
mystiek
l o o p t uit in pan theïsme, i ) 4 8
M . H . ! Nooit is het G r i e k s c h e denken uitgegaan boven P l a t o , ook niet in A r i s t o t e l e s ; het heeft zich verbreed en vergroot, verdiept heeft het zich niet. P l a t o is de grootste denker geweest, dien G r i e k e n l a n d kende, en P l a t o was m y s t i c u s ; bij hem vloeien de eischen van verstand en hart v o l k o m e n ineen; 149) het der godheid gelijk worden is hem niet slechts de gelukzaligheid
der
ziel,
gelijk
op
de gouden plaatjes in Petelia's
g r a v e n : het is hem tevens het ideaal van den wijsgeer. 150) Z o o brengt hij philosophie en religie saam in harmonieuze eenheid. Z o o verheft hij de wijsbegeerte, en verdiept de mystiek; en zoo gaf hij van beide het hoogste. Het hoogste, j a . Maar het hoogste
wat
het heidendom gaf en k o n g e v e n : het
heidendom, dat niet verder kon
komen dan een zoeken en tas-
ten, omdat het den Christus G o d s niet kende, door W i e n alleen kennisse
Gods
mogelijk is. 5i) J
E n zoo is dan ook deze w e g
om te komen tot de waarheid ten slotte niet anders dan een d o o l w e g ; en de wetenschap die uit het geloof is, stelt ook hier tegenover het pad der d w a l i n g den waren w e g des levens, want ze gelooft in het W o o r d van den Z o o n van G o d , D i e gezegd heeft: „Ik ben de w e g , en de waarheid, en het leven. N i e m a n d komt tot den V a d e r , dan door M i j ! " 152)
M . H . Directeuren der Vereeniging voor H o o g e r Onderwijs op Gereformeerden g r o n d s l a g ! W a n n e e r ik, aan het einde van mijne rede
gekomen, nu tot U het eerst het w o o r d richt, dan
is dat niet slechts een voldoen aan mijn plichtsgevoel, wijl aan U
is toevertrouwd de bestuurshoogheid over de Hoogeschool,
waaraan
ik mij in deze oogenblikken v e r b i n d ; het is ook, het
is veel meer
eene uiting van den dank, die er in mijn hart
leeft v o o r de eere, door U mij bewezen. Immers door U is mij
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1904
Inaugurele redes | 69 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1904
Inaugurele redes | 69 Pagina's